Welke beweeg-apps zijn bruikbaar bij het stimuleren van meer bewegen bij thuiswonende ouderen? In het project ‘Meer bewegen met uw Smartphone’ is kennis opgedaan over geschikte beweeg-apps voor ouderen. Tevens is onderzocht hoe een keuzewijzer beweeg-apps het beste gebruikt kan worden door zorgverleners in de eerstelijn.
DOCUMENT
In verpleeg- en verzorgingshuizen is er enerzijds maar een zeer kleine groep die voldoende bewegen volgens de beweegnorm en anderzijds brengen de meeste bewoners een groot aantal uren zittend (sedentair) door. Juist dit sedentair gedrag is sterk geassocieerd met cardiovasculaire mortaliteit (sterfte door hart- en vaatziekten), zelfs na correctie voor het aantal uren bewegen. Naast het aanmoedigen van fysieke activiteit dient sedentair gedrag dus eveneens meegenomen te worden in beweeginterventies. Effectieve beweeginterventies op maat (zoals de Physical Activity Centre-methodiek) kunnen een belangrijke bijdrage leveren om enerzijds gezondheidsrisico’s terug te dringen en anderzijds kwaliteit van leven te verhogen (beweegangst verkleinen, vertrouwen bieden, eenzaamheid tegen gaan, zelfredzaamheid vergroten).
LINK
IKan het stimuleren van bewegen ook eenzaamheid verminderen onder alleenstaande ouderen met één of meerdere beperkingen? In het project ‘Meer bewegen met behulp van technologie en elkaar’ is gezocht naar antwoord op deze vraag.
LINK
Bij Sport en Bewegen leven verschillende vragen rondom studiesucces. Een van de vragen die de opleiding heeft is gericht op de werking van drempels en de mogelijke invloed daarvan op het aantal langstudeerders. Sport en Bewegen geeft aan dat het lukt om langstudeerders te laten uitstromen, maar doordat er nieuwe langstudeerders bij blijven komen, de totale groep niet afneemt. Een factor die op de instroom van langstudeerders van invloed zou kunnen zijn is de aanwezigheid van drempels in het curriculum. Binnen het programma van Sport en Bewegen zijn er verschillende drempels in het curriculum ingebouwd. Ten eerste zijn er bepaalde eisen waaraan studenten moeten voldoen voordat zij aan de stage in het 3e jaar mogen beginnen. De opleiding biedt de studenten die nog niet met hun stage mogen beginnen de optie om alvast de vakken te volgen die ze anders ná de stage zouden krijgen. Deze vakken worden twee keer in het jaar aangeboden. Een andere optie is dat studenten het 2e jaar opnieuw doen. Door deze twee opties aan te bieden kunnen studenten die nog niet aan hun stage mogen beginnen hun achterstand wegwerken, actief met de studie bezig blijven en blijven ze in contact met de opleiding en klasgenoten
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
Landelijk is er veel aandacht voor het terugdringen van gezondheidsverschillen, ook via sport en bewegen. Zowel de rijksoverheid als gemeenten zetten al vele jaren in op sport en bewegen voor het bevorderen van de fysieke en mentale gezondheid. Er bestaan veel interventies (subsidies, buurtsportcoaches e.d.), toch lukt het niet om bewoners meer te laten sporten. Hoe kan dit? In dit artikel laten we zien hoe verschillende kennisbronnen van belang zijn. Ervarings-, praktijk- en vakkennis zijn allemaal betekenisvol om samen een passende activiteit en passend sportstimuleringsbeleid te maken. Echter, in de praktijk wordt niet alle kennis op dezelfde waarde geschat. Dit is niet alleen onrechtvaardig te noemen, het zorgt ook voor het in stand houden van gezondheidsverschillen.
DOCUMENT
Lectorale rede van Dave van Kann gehouden ter gelegenheid van zijn inauguratie als lector ‘Leren Bewegen in en rondom de School’ bij Lectoraat Move to Be van Fontys Sporthogeschool. Dave geeft in zijn rede aan op welke directe thematische focus hij zich in het bijzonder zal gaan richten in zijn lectorschap (de themalijnen Leren Bewegen en Beweegvriendelijke Omgeving). In lijn met de lectoraatsprojecten en -ambities geeft Dave zijn zienswijze op de thematiek ‘Leren Bewegen in en rondom de School’ weer en houd hij een pleidooi om in gezamenlijkheid met alle betrokkenen de komende jaren te werken aan een actieve generatie waarin bewegen meer vanzelfsprekend is en voor iedereen mogelijk.
DOCUMENT
Gymleerkrachten zijn als beweegprofessional dagelijks bezig om bij te dragen aan een leven lang bewegen van de leerlingen. Omdat kinderen steeds minder en minder goed bewegen is het ’leren bewegen’ hier ook onderdeel van. In het boek ‘Leer Bewegen!’ wordt op basis van de laatste inzichten rondom motorisch leren handvatten gegeven voor beweegprofessionals om het leren bewegen zo goed mogelijk te begeleiden en stimuleren.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede van Jasmijn Holla, in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Kracht van Sport en Bewegen aan Hoogeschool Inholland in Haarlem op 23 juni 2022. Het lectoraat Kracht van Sport en Bewegen richt zich met praktijkgericht onderzoek op het benutten van de potentiële gezondheidswaarde en sociaal-maatschappelijke waarde van sport, bewegen en een gezonde leefstijl. In aansluiting op de uitstroomprofielen van de bacheloropleiding Sportkunde, waaraan het lectoraat nauw verbonden is, heeft het lectoraat speciale aandacht voor het stimuleren van sport, bewegen en een gezonde leefstijl in de zorg, de wijk en op het werk. In dit boekje worden de onderzoekslijnen 'Aangepast Sporten en Bewegen', 'Sport en Maatschappij' en 'Gezondheidsmanagement' beschreven. Aan de hand van de overkoepelende onderzoeksthema's leefstijl, technologie en inclusie worden de achtergrond en visie gepresenteerd van waaruit het lectoraat werkt.
DOCUMENT
Naast sport- en beweegaanbod en ruimtelijke ordening biedt ook innovatieve technologie nieuwe mogelijkheden om mensen te stimuleren meer te bewegen. Op basis van onderzoeksresultaten en praktijkrealisaties in Amsterdam en Eindhoven worden mogelijkheden die innovatieve technologie kan bieden voor een actieve en sportieve leefstijl en leefomgeving weergegeven. Ook worden voorbeelden gegeven van persoonlijke evidence based hardloop apps en andere interactieve technologieën (zoals beacons en interactieve hardloop en wandelroutes) om beweeggedrag in de openbare ruimte te vergroten.
DOCUMENT