Bedrijven bevinden zich tegenwoordig vaak in een keten. Een keten kan worden beschouwd als een verzameling organisaties die een virtueel netwerk delen waar informatie, diensten, goederen of geld doorheen stroomt. Hierbij staan ICT-systemen veelal centraal. Deze afhankelijkheid werkt in de hand dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Niet elke ketenorganisatie beschikt echter over de middelen en kennis om zichzelf te beschermen: om tot sterke ketens te komen is informatiedeling tussen ketenorganisaties over actuele dreigingen en incidenten van belang. Een doel van dit verkennend onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), is om inzicht te bieden in de succesfactoren van informatiedeling-initiatieven op het gebied van cyberveiligheid. Met deze kennis kan het NCSC haar accounthouders en adviseurs helpen om de doelgroepen positief te motiveren om actie te nemen ter versterking van ketenweerbaarheid. Tevens wordt met dit onderzoek beoogd om aanknopingspunten voor vervolgonderzoek te identificeren. Het identificeren van succesfactoren vond plaats op basis van een literatuurstudie en gestructureerde interviews met in totaal zes leden uit drie verschillende bestaande informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity: het Managed Service Provider (MSP) Information Sharing and Analysis Centre (ISAC), Energie ISAC en de securitycommissie van de Nederlandse Energie- Data Uitwisseling (NEDU). Alle respondenten zijn informatiebeveiligingsexperts die hun organisatie vertegenwoordigen in de samenwerkingsverbanden. In totaal zijn 20 succesfactoren geïdentificeerd. Deze factoren zijn vervolgens gecategoriseerd tot vier thema’s die bijdragen aan een succesvolle informatiedeling. De thema’s zijn samen te vatten als teamfactoren, individuele factoren, managementfactoren en faciliterende factoren. De vier meest genoemde succesfactoren zijn: ● Expertise: Leden met onderscheidende en gespecialiseerde kennis bevorderen de informatiedeling en zijn ondersteunend aan het individuele leerdoel van de leden. ● Vertrouwen: Vertrouwen is een essentiële voorwaarde voor de bereidheid om samen te werken en informatie te delen. Tijd is hierin een cruciale factor: tijd is nodig voor vertrouwen om te ontstaan. ● Lidmaatschapseisen: Expliciete en impliciete lidmaatschapseisen zorgen voor een selectie op geschikte deelnemers en faciliteren daarmee het onderling vertrouwen. ● Structurele opzet: Een samenwerking dient georganiseerd te zijn volgens een structuur en met een stabiele bezetting van voldoende omvang. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het identificeren van strategieën voor het opstarten van samenwerkingsverbanden en het over de tijd behouden van enthousiasme onder de leden in de informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity. Ook onderzoek naar de eigenschappen of kwaliteiten van de voorzitter en hoe deze bijdragen aan het succesvol initiëren en onderhouden van een samenwerkingsverband zijn genoemd. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe gedeelde of juist onderscheidende expertise van de leden bijdraagt aan succes van de informatiedeling-initiatieven. Verder is er behoefte aan kennis over hoe de samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van cyberveiligheid buiten bestaande samenwerkingsverbanden is ingericht. Denk hierbij aan een uitbreiding van de huidige studie, maar met een focus op kleinere bedrijven die deel uitmaken van ketens, maar waarbij IT niet de corebusiness is, aangezien die volgens respondenten als risicovol worden gezien voor de keten.
Met de uitvoering van het onderzoek ‘Het stedenbouwkundig bureau van de toekomst’ (zie eerste rapportage van het RAAK-project) aan de Hogeschool van Amsterdam is een kennisplatform tot stand gekomen over de inhoud en onderlinge positionering van stedelijke theorieën, methoden en casussen. Het platform stelt de stedelijk professional (al werkend en lerend) in staat, in samenspraak met collega’s, de beschikbare interdisciplinaire kennis over ruimtelijke analyses in stedelijke gebieden te ontsluiten, te delen en te vergroten.
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) komt de taalontwikkeling niet goed op gang. Dit kan gevolgen hebben voor de communicatie in het dagelijks leven. Kinderen verschillen in de mate waarin ze communicatief redzaam zijn.Doel Het doel van dit onderzoek is het beschrijven van de impact van taalproblemen en het bevorderen van functioneringsgerichte diagnostiek en behandeling van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). We onderzoeken welke omgevings- en persoonlijke factoren van invloed zijn op de communicatieve redzaamheid van jonge kinderen met TOS. Daarnaast onderzoeken we de klinimetrische eigenschappen van FOCUS-34-NL. Dit is een oudervragenlijst waarmee de logopedist de impact van de TOS op het dagelijks leven van jonge kinderen kan meten (Thomas-Stonell, Oddson, Robertson, Walker & Rosenbaum, 2012). Resultaten Onderzoeksproject ENGAGE In het praktijkgerichte onderzoeksproject ENGAGE ontwikkelden we met ouders van kinderen met TOS en professionals uit verschillende disciplines een definitie van het begrip ‘communicatieve redzaamheid’. De definitie luidt: “Communicatieve redzaamheid is het begrijpen en begrepen worden in een sociale context door het inzetten van verbale en/of non-verbale communicatieve vaardigheden.”Gesprekstool ENGAGE Samen met logopedisten en ouders van een kind met TOS ontwikkelden we de gesprekstool ENGAGE. Hiermee kan de logopedist het perspectief van (de ouders van) het kind een centrale plaats in de behandeling geven en goed inspelen op de hulpvraag.TO-ENGAGE Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 mei 2018 - 30 april 2022 Aanpak Beïnvloeding communicatieve redzaamheid We onderzoeken welke factoren invloed hebben op de communicatieve redzaamheid van jonge kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Tijdens workshops met logopedisten toetsen we de resultaten op bruikbaarheid. We willen kunnen verklaren hoe de ontwikkeling van de communicatieve redzaamheid van jonge kinderen met TOS verloopt. Workshop HU Logopediesymposium 22-03-2019, inclusief resultaten. Onderzoek oudervragenlijst Daarnaast onderzoeken we de inhoudsvaliditeit, structurele validiteit, constructvaliditeit, betrouwbaarheid en interpreteerbaarheid van FOCUS-34-NL; een oudervragenlijst waarmee de logopedist de invloed van de taalontwikkelingsstoornis op het dagelijks leven van jonge kinderen kan meten. In TO-ENGAGE ontwikkelen we kennis over hoe TOS ingrijpt op het dagelijks functioneren van jonge kinderen met TOS. Deze kennis kan worden toegepast bij het ontwikkelen van effectieve interventies. Daarnaast ontwikkelen we instrumenten die het perspectief van ouders een centrale plaats in de behandeling geven en die logopedisten ondersteunen bij het bevorderen van de participatie van jonge kinderen met TOS.
This proposal is directed at the creation of sustainable embedding and preservation methods for biomaterials, in particular those incorporating structural colours (SCs). SCs use the interaction of light with highly ordered, nanostructured materials to generate colour. SCs are intense, angle dependent, can be polarized, non-fading and non-toxic; all characteristics with advantages over pigments. SCs can be created from bacteria, are widely found in nature and offers a route to the creation of high-performance biobased materials: i.e. ‘green’ replacements for dyes. However, naturally derived structural coloured biomaterials, particularly bacteria, require preservation or embedding – an essential step in developing durable products. The current embedding agent is an epoxy resin which is not a sustainable reagent. Indeed, there is a wider need for thermoset matrix materials and other polymers that are more environmentally friendly yet with good performance and cost. In this proposal we will develop such matrix materials using bacterial SCs as a test case and the primary application.
Gewichtsreductie met behoud van functionele eigenschappen is de heilige graal bij het ontwerpen van wegvoertuigen. Producenten van personenauto’s passen op steeds grotere schaal een verscheidenheid aan materialen toe, veelal met het doel gewicht te reduceren. Doel van het project is deze succesvolle multimaterialenstrategie, zoals ontwikkeld en toegepast bij ontwerp en productie van personenvoertuigen, te vertalen naar toepassingen in carrosserie- en trailerbouw. Zo kunnen voordelen verkregen worden op het gebied van lichtgewicht ontwerpen en construeren. Additionele technische voordelen zijn verbetering van constructies door gericht toepassen van materialen, sterkere en/of stijvere verbindingen, en productie zoals reductie van doorlooptijden. Gewichtsreductie heeft ook economische en milieuvoordelen, zoals vermindering van brandstofgebruik, uitstoot broeikasgassen, en vervoersbewegingen. Gebaseerd op de kennisvraag naar inzicht in ontwerp en constructie met combinaties van verschillende materialen en verbindingstechnieken in toepassingen voor carrosserie- en trailerbouw, richt het project zich op de bedrijfskundige aspecten, het mechanisch gedrag van constructiedelen, en het opstellen van ontwerpregels. De onderbouwing van dit onderzoek wordt gevormd door het uitvoeren van een uitgebreid testprogramma van constructiedelen geselecteerd door MKB partners aan het project, op een nieuw te ontwikkelen testopstelling. Het project wordt uitgevoerd in drie fasen: 1. een bedrijfskundig onderzoek gericht op de mogelijkheden en kansen voor het MKB bij het gebruik van multimaterialenconstructies; 2. een experimenteel onderzoek, ondersteund door simulaties, gericht op het mechanisch gedrag van geselecteerde constructiedelen op een nieuw te ontwikkelen testopstelling; 3. een analysefase gericht op het opstellen van ontwerpregels gebaseerd op verkregen experimentele resultaten (ondersteund door simulaties) voor praktische toepassing in carrosserie- en trailerbouw. Terugkoppeling van resultaten zal plaatsvinden door onderzoeksrapporten en workshops voor deelnemende partners om de praktische toepasbaarheid van resultaten te maximaliseren. De resultaten zullen daarnaast dienen voor de ontwikkeling van onderwijsmateriaal voor het materiaalkundig en voertuigtechnisch ontwerponderwijs in de bachelor automotive en de minor lightweight construction.