Deze leidraad is voortgekomen uit ons afstudeerproject voor de opleiding Logopedie te Hogeschool Utrecht. Aan de hand van de leidraad willen wij logopedisten in Nederland op weg helpen met het toepassen van dynamisch testen in de praktijk. Zoals de titel weergeeft is de leidraad gericht op dynamisch testen bij kinderen met spraak- en/of taalproblemen. U vindt informatie over de term dynamisch testen, de verschillende methodes en natuurlijk hoe dynamisch testen toegepast kan worden. Om u een duidelijk beeld te geven zijn er voorbeeldcasussen uitgewerkt met betrekking tot spraak- en/of taalproblemen. In deze casussen zijn bestaande taaltesten gebruikt. Hiermee hopen wij de drempel om dynamisch testen toe te passen te verlagen.
DOCUMENT
Bespreking proefschrift 'Uniform screening for atypical language development in Dutch child health care'
LINK
Wat kan een reguliere school doen om ook slechthorende kinderen onderwijs te kunnen geven, in een klimaat waarin deze kinderen zich prettig voelen en tot hun recht komen? Inclusief onderwijs betekent dat elk kind de mogelijkheid krijgt om effectief onderwijs te volgen in de eigen buurt, waarbij verschillen tussen kinderen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Bij inclusief onderwijs kan elk kind zijn of haar capaciteiten volledig ontplooien. Dat zou dus ook voor slechthorende kinderen moeten gelden. Maar is inclusief onderwijs voor deze groep mogelijk, terwijl recht wordt gedaan aan hun bijzondere communicatiebehoefte? In dit dossier vind je een interview met Annemiek Voor in 't Holt over dit onderwerp. Daarnaast biedt haar achtergrondartikel "Westervoort Inclusief. Een fictieve inclusieve school met dove en slechthorende leerlingen" tal van handvatten waarmee leerkrachten van diverse schooltypen hun onderwijs toegankelijk kunnen maken voor kinderen met een gehoorverlies. Ook vind je verschillende instrumenten waarmee je zelf als horende leraar een indruk kunt krijgen wat jouw slechthorende leerling(en) hoort, en vooral: wat niet. Door een blaffend hondje wordt in een powerpointboekje uitgelegd hoe het oor in elkaar zit, leuk om met de klas eens te bekijken. Op de pagina Voor kids: zo werkt je oor zijn ook nog handige links voor kinderen te vinden. Met een checklist kun je nagaan in hoeverre je zelf daadwerkelijk een actieve luisteraar bent.
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek is om na te gaan of tweejarige kinderen met spraak- en taalproblemen door vroege opsporing en gevolgde zorgtrajecten vooruitgaan in hun ontwikkeling, wat ervaringen van ouders zijn, of de geadviseerde zorg wordt opgevolgd (bereik)s en welke kosten de verschillende zorgtrajecten met zich mee brengen.
DOCUMENT
Op het jaarlijkse NVLF-congres van 6 november 2009 is de website www.taalexpert.nl gelanceerd. Sindsdien heeft de website een stijgend aantal bezoekers. In 2010 werd op het NVLF-congres een presentatie gegevenmet als titel Taalexpert: een jaar later. Daarnaast is op die dag het nieuwe project ‘logopedische aanpak van auditieve verwerkingsproblemen’ gekoppeld aan de website. In het eerste kwartaal van 2011 was het aantal bezoeken bijna 5000 per maand (zie figuur 1). De bezoekers zijn afkomstig uit heel Nederland. Daarnaast wordt de site structureel bezocht door professionals uit onder andere België en Duitsland. In dit artikel wordt beschreven hoe de website Taalexpert.nl tot stand is gekomen en welke informatie er voor de logopedist op de website te vinden is.
DOCUMENT
Pianist Misha Mengelberg (79) wordt beschouwd als de meest invloedrijke jazzmusicus binnen de Nederlandse jazzmuziek. Maar Mengelberg heeft dementie en kampt de laatste jaren met toenemende geheugen- en taalproblemen. Al zal de rol van muziek in zijn leven nooit veranderen, ook niet nu hij de ziekte van Alzheimer heeft. Psycholoog Frans Hoogeveen beaamt dit: “Muziek brengt herinneringen en emoties tot leven. Daar kunnen mensen met dementie ook nog steeds van genieten.”
DOCUMENT
Molukse leerlingen die momenteel basisonderwijs volgen, behoren tot de derde, soms al vierde generatie. Toch vertonen de schoolprestaties van deze kinderen geen verbetering ten opzichte van de tweede generatie. Dit uit zich onder meer in de schooladviezen van het basisonderwijs: slechts 17% van de Molukse leerlingen krijgt een havo/vwo advies, terwijl 83 % een vmboadvies krijgt. Dit concludeert Veenman (2001) in Molukse jongeren in Nederland. Integratie met de rem erop. Veenman noemt daarbij als oorzaken voor de geconstateerde stagnatie onder meer taalproblemen.
DOCUMENT
Zowel in de jeugdgezondheidszorg als in het onderwijs worden verschillende instrumenten ingezet voor de monitoring van de spraak- en taalontwikkeling en de opsporing van mogelijke problemen in de spraak- en taalontwikkeling. Geen van deze instrumenten hebben bewezen voldoende psychometrische eigenschappen. Het doel is om een valide uniform signaleringsinstrument te ontwikkelen voor de opsporing van spraak-, taalproblemen bij kinderen van 1 tot 6 jaar voor zowel de Jeugdgezondheidszorg als voor het basisonderwijs.Voor de constructie van het signaleringsinstrument is (1) een Delphistudie uitgevoerd naar het construct ‘spraak-, taalontwikkeling’ en de alarmsignalen van een niet goed verlopende ontwikkeling; (2) is de face validity van de vragen over de items (samenvoeging alarmsignalen en items andere instrumenten) bepaald, en (3) zijn de ervaringen en wensen van ouders en professionals ten aanzien van signalering in kaart gebracht door middel van semigestructureerde interviews.In de normeringsfase wordt de geconstrueerde lijst afgenomen bij een gestratificeerde steekproef van in totaal 2000 ouders van kinderen (1 tot 6 jaar) in Nederland. De itembank bevat op dit moment 75 items die vallen binnen het construct ‘spraak-, taalontwikkeling’ en beschrijven de linguïstische domeinen en interactie. Selectie van de beste items gaat nog plaatsvinden op basis van nonparametrische item response theorie analyse. De definitieve set items wordt gevalideerd tegen uitgebreide taaltesten.Ons instrument uiteindelijke instrument kan gaan bijdragen aan de gezamenlijke taak van zorg en onderwijs in het monitoren van de spraak- en taalontwikkeling en de opsporing en verwijzing van kinderen met problemen in de spraak- en taalontwikkeling.
DOCUMENT
Lopend onderzoek in het kader van de onderzoekslijn Kind, Taal & Ontwikkeling. Deze onderzoekslijn maakt deel uit van het Lectoraat Transparante Zorgverleningen en het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid. Language problems have impact on school succes (Beichtman et al., 1996, Nelson et al., 2006), behavior (Coster et al., 1999), and quality of life (Van Agt, 2011). Also the comorbidity with other developmental disorders like dyslexia, ADHD and ASS is high (Gerrits, 2011). Psychological wellbeing depends on the interaction with others (Steenbeek & Geert, 2007), in which speech and language are important tools. Identification of children at risk for speech and language delays and related problems may lead to appropriate follow-up and interventions at a young age, when chances for improvement are best (Nelson, 2006). Therefore, it is of great importance to monitor the speech and language development and its consequences during early childhood. In the Netherlands, several protocols exist to detect children with speech and language delay and to guide them to appropriate care. Though, the balance between health benefits, costs, scope and adverse results of these protocols are not evaluated. In 2009, the RIVM and the NCJ formulated a practice based guideline for the screening of children with speech and language delays in Child Health Care (CHC). This position statement is based on consensus in the field. The goal of this study is to collect evidence for the scientific underpinnings of the current practice-based guidelines of the NCJ. We want to evaluate the improvements of speech and language outcomes as well as non speech and language outcomes a year after CHC-screening 2-year-old children.
DOCUMENT
Het betrekken van het gezin en ouders in de logopedische behandeling wordt steeds belangrijker gevonden. Een vorm van betrokkenheid is het gezamenlijk opstellen van doelen voor de logopedische behandeling. Dit gaat niet altijd vanzelf; een logopedist kan sturend zijn en/of een ouder afwachtend omdat niet duidelijk is welke rol/inbreng wordt verwacht. Keuzetools, zoals de tool ENGAGE, hebben als doel de logopedist en ouders van kinderen met TOS te ondersteunen in het gezamenlijk opstellen van doelen. In evaluatiegesprekken met logopedisten die ENGAGE hebben gebruikt werd een positief effect op de samenwerking met ouders genoemd. In deze studie is via interviews met logopedisten nagegaan wat de verandering in de samenwerking inhield, en hoe en wanneer deze verandering plaatsvond. Uit de analyse van de interviews komen verschillende contextfactoren, mechanismen en uitkomsten naar voren die door logopedisten gelinkt worden aan ouderbetrokkenheid. Er lijken drie effecten te zijn die bijdragen aan de ervaren positieve samenwerking: 1) een open en luisterende houding van de logopedist en hierdoor een grotere inbreng van ouders in het gesprek, 2) meer uitwisseling en kennis en hierdoor meer wederzijds begrip tussen logopedist en ouders en passende en relevante doelstellingen en 3) het proces van gezamenlijk opstellen van doelen en hierdoor meer ervaren ouderbetrokkenheid.
DOCUMENT