The 5th generation of mobile communications is designed to employ both FR1 and FR2 bands throughout the world. The higher frequency bands (i.e., FR2 n257 26.50 - 29.50 GHz) are posing several challenges to operators and national telecom agencies for performing electromagnetic fields (EMF) measurements. In this work we present the design and preliminary evaluation of an FR2 sensor node to measure EMF radiations in urban environments. The design is carried out in an RF circuit design software, i.e., Keysight ADS, where the various nonidealities (i.e., nonlinearities, noise behavior and electromagnetic response) of the various sub blocks of the systems are accounted for. The sensor concept is then implemented in a prototype board technology (i.e., X-microwave) and its response is experimentally verified in the FR2 band.
DOCUMENT
Uit het artikel: "Social media zijn alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en aantrekkelijke wijze. Niet alleen informatie in de vorm van tekst, maar ook geluid en beeld worden gedeeld via social media websites. Bekende voorbeelden zijn Facebook, Hyves, YouTube, Flickr, LinkedIn en Twitter. Onderzoekers van de Universiteit Twente gaan in opdracht van het Ivoren Kruis interviews houden bij dentale praktijken. Met uw kennis en mening worden vervolgens nieuwe methoden ontwikkeld voortoepassing van social media voor het bevorderen van mondgezondheid bij uw patiënten."
DOCUMENT
Energy transition is key to achieving a sustainable future. In this transition, an often neglected pillar is raising awareness and educating youth on the benefits, complexities, and urgency of renewable energy supply and energy efficiency. The Master Energy for Society, and particularly the course “Society in Transition”, aims at providing a first overview on the urgency and complexities of the energy transition. However, educating on the energy transition brings challenges: it is a complex topic to understand for students, especially when they have diverse backgrounds. In the last years we have seen a growing interest in the use of gamification approaches in higher institutions. While most practices have been related to digital gaming approaches, there is a new trend: escape rooms. The intended output and proposed innovation is therefore the development and application of an escape room on energy transition to increase knowledge and raise motivation among our students by addressing both hard and soft skills in an innovative and original way. This project is interdisciplinary, multi-disciplinary and transdisciplinary due to the complexity of the topic; it consists of three different stages, including evaluation, and requires the involvement of students and colleagues from the master program. We are confident that this proposed innovation can lead to an improvement, based on relevant literature and previous experiences in other institutions, and has the potential to be successfully implemented in other higher education institutions in The Netherlands.
Samenvatting Mensen met een beperking (psychiatrisch, verstandelijk, lichamelijk) wonen tegenwoordig vaker zelfstandig en doen voor hun ondersteuning daarom vaker een beroep op mensen in de buurt waar zij wonen. Dit betekent voor de professionele hulpverleners dat zij een steeds grotere taak krijgen in het versterken van het sociale netwerk van mensen met een beperking, en het (op deze wijze) bevorderen van inclusie in de buurt. In hun werk merken zorg- en welzijnsprofessionals op dat, soms relatief spontaan ingezette of kleine initiatieven succesvol kunnen zijn, maar soms ook niet. De professionals hebben wel ideeën over wat goed werkt en wat niet, maar dit is niet op één centrale plek vastgelegd, en daarbij soms onduidelijk en afhankelijk van de context. Zij vragen zich af hoe ze de informatie die ze elk hebben kunnen bundelen en tot meer inzicht kunnen komen in wat werkt, in welke situatie en in welke context. In het project wordt samengewerkt door de Hogeschool van Amsterdam (AKMI / Lectoraat Community Care), de Sociaal Werkopleidingen van de HvA, de Afdeling onderwijs, jeugd en zorg van de Gemeente Amsterdam, GGD Amsterdam, Cliëntenbelang Amsterdam, Centrum voor Cliëntervaringen (i.s.m. VuMcAmsterdam), De Regenbooggroep, Cordaan en Stichting Prisma. In dit onderzoek zullen drie verschillende buurtgerichte interventies worden getoetst aan de hand van de ‘what works’ principes (wwp). De interventies gericht op het bevorderen van de sociale inclusie van mensen met beperkingen in de buurt worden geëvalueerd door cliënten/ ervaringsdeskundigen, zorg- en welzijnsprofessionals en buurtbewoners. Voor dit onderzoek is gekozen voor ‘realis evaluation’, waarin niet het effect op zich wordt onderzocht, maar de werkzame elementen van een interventie. Belangrijke opbrengsten van het project zijn: 1) het determineren en beschrijven van werkzame elementen die leidend kunnen zijn voor het bedenken en/of beoordelen van initiatieven om de netwerken van mensen met een beperking in de buurt te versterken; 2) op basis daarvan een handreiking bieden voor professionals.
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.