Praktisch handboekje naar aanleiding van onderzoek naar leiderschap onder aanvoerders van voetbalteams. Wat is een goede aanvoerder? En wie kies je als aanvoerder? Dit boekje is een eerste stap naar beter leiderschap binnen sportteams.
DOCUMENT
Background Insufficient postmatch recovery in elite players may cause an increased risk of injuries, illnesses and non-functional over-reaching.Objective To evaluate postmatch recovery time courses of physical performance and biochemical markers in team ball sport players.Study design Systematic review.Data sources PubMed and Web of Science.Eligibility criteria for selecting studies This systematic review was conducted according to Preferred Reporting Items for Systematic Reviews andMeta-Analyses guidelines. The Critical Review Form for Quantitative Studies was used to evaluate quality. Studies were included if they met the following criteria: (1) Original research evaluated players’ physical recovery postmatch;(2) team/intermittent sports; and (3) at least two postmeasurements were compared with baseline values. Results Twenty-eight studies were eligible. Meanmethodological quality was 11.2±1.11. Most used performance tests and biochemical markers were the countermovement jump test, sprint tests and creatine kinase (CK), cortisol (C) and testosterone (T), respectively.Summary/conclusions The current evidence demonstrates that underlying mechanisms of muscle recovery are still in progress while performance recoveryis already reached. CK recovery time courses are up to ≥72 hours. Soccer and rugby players need more time to recover for sprint performance, CK and C in comparison to other team ball sports. There are more high-quality studies needed regarding recovery in various team sports and recovery strategies on an individual level should be evaluated. Clinical relevance Ongoing insufficient recovery can be prevented by the use of the presented recovery time courses as specific practical recovery guidelines.
LINK
Van Jeugdzorg naar oplossingen beschrijft de mogelijkheden om door samenwerking met jeugdzorg en onderwijs het product te verbeteren en tevens de waarde van de sportvereniging te verhogen voor alle belanghebbenden. Sport is een plezierige belevenis door Physieke Prestaties met Partners. Daarnaast bevat sport een groot scala van additionele producten waarmee de persoonlijke ontwikkeling van kinderen kunnen worden verbeterd, alsmede de socialisatie en nog veel maatschappelijke bijproducten. Door de verbetering van deze additionele waardes ontstaat vanzelf een beter hoofdproduct. Onderwijs en Jeugdzorg kunnen hier een belangrijke bijdrage in leveren. Anderzijds kan de sportvereniging een belangrijke tegenprestatie leveren ten gunste van de ontwikkeling en het geluk van kinderen. Hierdoor krijgt de subsidie een draagvlak waarmee verenigingen beoordeeld kunnen worden. Synergie is hierbij het sleutelwoord, door samenwerking ontstaan nieuwe processen of leiden ze tot kostenreductie. De productiviteit en dus de meerwaarde van verenigingen kan toenemen door deze verhoogde effectiviteit en efficiency. Organisatorisch zal er ruimte moeten worden gemaakt voor de pedagogisch- en zorg-coördinator. Met een beter informatiesysteem krijgt jeugd een meer centrale positie die sturend kan worden voor de ontwikkeling. Per regio of zorggebied kan een intensieve samenwerking worden gestimuleerd van zelfsturende teams met doelstellingen op projectbasis. Vanuit het onderwijs en de jeugdzorg kan de participatie bij jeugdverenigingen worden gestimuleerd. Verenigingen krijgen nu veel, volle en vaste leden/ vrijwilligers die vaker komen waarmee de positionering duidelijker wordt.
MULTIFILE
Leadership development concerns a complex subject because it pertains an extensive number of combinations of features of people, purposes and contexts. Much research has been conducted on the development of adult leaders, but little is known about youth sharing the leadership in the context of playing sport, while the ability to choose the right leader is crucial for being successful. Youth leadership development should not only focus on building the capacity of individuals but emphasise the collective, a shared leadership approach, taken the relational network of influence into account. A 5 P’s framework (precondition, person, process, position and purpose) is used to analyse the shared leadership capacity in elite youth team sport. Shared leadership development requires a combined leadership approach whereas youth teams in sport can choose between an individual, distributed or shared leadership approach at which leader - and follower identities are claimed and granted to achieve common purposes.
LINK
The aim of the present study was to find early markers for overreaching that are applicable in sport practice. In a group of elite soccer players aged 15–18, the stress–recovery balance and reaction times before and after exercise were assessed. Overreaching was indicated by an elevated submaximal heart rate during a sport-specific field test. Submaximal changes in heart rate were prospectively monitored by means of monthly Interval Shuttle Run Tests during two competitive seasons. Out of 94 players, seven players with an elevated heart rate of at least one month could be included in the study, together with seven controls, matched for age, body composition, training and performance level. The stress–recovery balance was assessed with the Dutch version of the Recovery Stress Questionnaire (RESTQ-Sport). The soccer players with an elevated heart rate reported a disturbed stress–recovery balance (Mann–Whitney test, P<0.05). An ANOVA for repeated measures of reaction times revealed a significant main effect of time (F 1,12=13.87, P<0.01) indicating an improvement of psychomotor speed. No differences between groups were found. We conclude that soccer players with an elevated submaximal heart rate of at least one month share a disturbed stress–recovery balance, but they could not be distinguished from controls based on reaction time after strenuous exercise.
LINK
In soccer, critical match events like goal attempts can be preceded by periods of instability in the balance between the two teams' behaviours. Therefore, we determined periods of high variability in the distance between the teams' centroid positions longitudinally and laterally in an international-standard soccer match and evaluated corresponding match events. Position data were collected with AMISCO Pro®. Inter-team distance variability was calculated over a 3-s moving window. Out of the 242 match periods that exceeded the variability criterion, 51 were dead-ball situations. Match events identified through longitudinal inter-team distance primarily related to defending players moving forward-backward after a longitudinal pass. Match events identified through lateral inter-team distance mainly corresponded with defending players moving laterally following sideways passing. One of two goals and two of fourteen goal-attempts were preceded by a period of high variability. Together, periods of highly variable inter-team distance were associated with collective defensive actions and team reorganisation in dead-ball moments rather than goals or goal attempts. Inter-team dynamics quantified (mutual) reorganisation of the teams and marked teams' collective defensive ability to respond to attacking explorations. doi: 10.1080/02640414.2012.703783
LINK
Het vakgebied informatica blijft kampen met een technisch imago. Daardoor komt een opleiding informatica niet in aanmerking bij meisjes. Dit is iin van de conclusies uit het onderzoek 'Het imago van I'. Dit onderzoek is uitgevoerd door Miranda Valkenburg, hoofd Communicatie van de HBO-I stichting, het samenwerkingsverband van hbo ict-opleidingen in Nederland. Onderzocht is welk beeld scholieren in het voortgezet onderwijs (havo en vwo) en middelbaar beroepsonderwijs hebben van informaticaopleidingen. Naast inzicht in de beeldvorming omtrent (hbo-)informaticaopleidingen geeft het onderzoek inzicht in de keuzefactoren die een rol spelen bij de orikntatie op vervolgopleidingen in het algemeen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste scholieren een realistisch beeld hebben van informaticaopleidingen. Het vakgebied blijft echter kampen met een technisch imago, waardoor vooral meisjes aangeven dat ze niet kiezen voor een informaticaopleiding. De doelgroep is van mening dat er voldoende werkgelegenheid in de informaticasector is, met goede mogelijkheden op goede banen in vele soorten bedrijven en organisaties. De groep potentikle studenten kan zich echter geen concrete voorstelling maken van de mogelijke beroepen na afronding van een informaticaopleiding. Ook blijkt dat scholieren niet weten dat een diploma havo of vwo, ongeacht profiel, toegang biedt tot een hbo-informaticaopleiding.
DOCUMENT
Sportbonden staan onder grote druk om steeds marktgerichter te opereren. De koepelorganisatie NOC*NSF constateerde enkele jaren geleden dat de georganiseerde sport marktaandeel aan het verliezen was.Volgens NOC*NSF kwam dat doordat de bonden en verenigingen niet met de tijd meegingen. Met hulp van een gerenommeerd marketingbureau hebben vervolgens zestig sportbonden een marketingplan opgesteld om hun activiteitenaanbod te vernieuwen. De voorbeelden die daarbij gebruikt werden waren veelal afkomstig uit het bedrijfsleven. Marketingtechnieken, ontleend aan het bedrijfsleven, zijn voor sportbonden echter slecht toepasbaar gebleken. Sportbonden zijn nu eenmaal geen innovatieve, bedrijfsmatig gerunde organisaties. Zo zijn zij niet gewend te werken met investeringen vooraf, is belangenbehartiging van hun leden hun belangrijkste taak, worden hun verenigingen niet van bovenaf aangestuurd, en worden zij gekenmerkt door een democratische besluitvormingscultuur. Eigenschappen die zich slecht laten verenigen met een snelle, marktgerichte besluitvorming, waarbij inspringen op wensen en behoeften en een ruime blik op potentieel interessante doelgroepen een vereiste is. Bij het verruimen van hun aanbod kunnen sportbonden zich volgens dan ook beter richten op initiatieven die dichter bij hun eigen praktijk staan en dichter bij hun traditionele achterban. Zo heeft de Korfbalbond de zogenaamde 'Kangoeroe Klup' ontwikkeld, met de bedoeling om de jongste familieleden van korfballers op een speelse manier met korfbal kennis te laten maken. Een concept dat wel zijn vruchten heeft afgeworpen. Een ander, belangrijk aspect waar sportbonden rekening mee moeten houden is de van oudsher democratische besluitvorming bij die sportbonden. Dat deze tot grote frustratie kan leiden bij sommige, meer innovatief ingestelde bondsmedewerkers die zo hun vernieuwende ideeën zien sneuvelen, is begrijpelijk. Maar het inperken van de macht van de achterban is volgens de promovenda geen oplossing voor dit probleem. Daarmee raak je immers aan het bestaansrecht van sportbonden, bestaande uit belangenbehartiging van en dienstverlening aan verenigingen.
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT