Since the first series of Pop Idol aired in the UK just over a decade ago, Idols television shows have been broadcast in more than forty countries all over the world. In all those countries the global Idols format has been adapted to local cultures and production contexts, resulting in a plethora of different versions, ranging from the Dutch Idols to the Pan-Arab Super Star and from Nigerian Idol to the international blockbuster American Idol. Despite its worldwide success and widespread journalistic coverage, the Idols phenomenon has received only limited academic attention. Adapting Idols: Authenticity, Identity and Performance in a Global Television Format brings together original studies from scholars in different parts of the world to identify and evaluate the productive dimensions of Idols. As one of the world's most successful television formats, Idols offers a unique case for the study of cultural globalization. Chapters discuss how Idols shows address particular national or regional identity politics and how Idols is consumed by audiences in different territories. This book illustrates that even though the same television format is used in countries all over the globe, practices of adaptation can still result in the creation of unique local cultural products.
DOCUMENT
Het eerste deel van Televisiestudies biedt theoretische handvatten die voortkomen uit het internationale perspectief van cultural studies. In het deel daarna gebruiken de auteurs datzelfde kader om televisie heel praktisch te bespreken. Televisieproductie komt dan aan de orde, maar ook de discussie over de macht van het medium en over de vraag of kijkers nu wel of niet kwetsbaar zijn. Omdat we gewend zijn televisie te herkennen in kenmerkende genres, gaat het vervolgens over ‘make-over’ programma’s, over sport op tv en over televisie voor kinderen. Het vierde deel beziet televisie als het mondiale medium dat het eigenlijk al heel lang is. Zo leent televisie wereldwijd genres en ‘formats’ bij de buren, en beheersen Amerikaanse televisiemakers het geheim om de rest van de wereld het gevoel te geven voor ons allemaal te spreken. Hoe het zit met de handel in formats en hoe het moet met de journalistiek in een gemondialiseerde en snel veranderende wereld, zijn de andere onderwerpen in dit deel van het boek. Televisiestudies eindigt met een beknopte geschiedenis van televisie in Nederland, een waar jongensboek, en een blik op de toekomst van het medium.
DOCUMENT
De Nederlandse media-industrie merkt elke dag hoe groot de impact is van het voortschrijdende proces van digitalisering en dataficering. De transitie van analoge (broadcast) naar digitale (over-the top: OTT) netwerken zorgt er niet alleen voor dat mensen televisie kunnen kijken op ieder gewenst moment met het apparaat naar keuze, het maakt tevens interactie mogelijk met de kijker. Bij die interactie wordt allerhande data over de gebruiker verzameld. De kansen om hiermee nieuwe diensten te ontwikkelen blijven echter veelal onbenut. Vooral voor interactieve mediabedrijven ligt hier een kans omdat het hun apps zijn die grote hoeveelheden gebruikersdata verzamelen. Interactieve mediabedrijven hebben echter momenteel moeite om de gebruikersdata uit hun apps zodanig te analyseren dat nieuwe inzichten ontstaan waarop bestaande diensten (continue) verbeterd kunnen worden, nieuwe diensten voor hun klanten kunnen worden ontwikkeld én zijzelf diensten kunnen gaan vermarkten vanuit een zelfstandige positie. De terugkerende vraag is dan ook: Hoe kunnen nieuwe inzichten uit gebruikersdata systematisch worden verzameld, geanalyseerd en gevalideerd, en welke businessmodellen helpen om deze nieuwe inzichten te borgen in de strategie van de organisatie?
MULTIFILE