De gemeente Alkmaar heeft binnenkort een energieleverend geluidscherm en wil graag naast dit geluidscherm ook nog bekijken of het interessant is om een buurtbatterij te plaatsen. Deze batterij zal opgeladen worden met stroom vanuit het geluidscherm. De vraag vanuit de gemeente is: Wat zijn de voorwaarden voor een positieve business case voor gemeente Alkmaar en buurtbewoners om lokaal opgeslagen energie te leveren aan buurtbewoners? Het onderzoek dat is uitgevoerd heeft gekeken naar de verschillende toepassingen van een buurtbatterij. Na een gesprek met de opdrachtgever zijn verschillende scenario’s naar voren gekomen; een laadplein, Frequency Containment Reserve (FCR) en energiehandel. Er kan geconcludeerd worden dat de combinatie van het laadplein en FCR het meest positieve en realistische resultaat geeft. De terugverdientijd ligt, zonder rekening te houden met de opbrengstwaarde, op iets minder dan 9 jaar en dit is dan ook het moment dat het scenario winstgevend wordt. Tot slot: stroom van zonnepanelen kan, zonder buurtbatterij, altijd het net op. Echter is het net veelvuldig overbelast en daarom is het niet altijd gewenst dat er stroom wordt geleverd. De zonnepanelen komen dus meer tot zijn recht wanneer deze aan een batterij gekoppeld zijn. Dit is omdat het stroom dat niet altijd met het net verbonden is, maar enkel als er vraag is naar stroom en dan pas aan het net wordt geleverd. Tevens zijn er meerdere mogelijkheden met een batterij, namelijk het ontladen van het net of het mogelijk maken tot laden van elektrische auto’s, en dit geeft meer voordelen aan de batterij en ook meerwaarde aan de geluidswal. Het advies is dan ook om dit onderzoek verder voort te zetten en de mogelijkheden te bekijken van het waar maken van een buurtbatterij in de nabije toekomst
DOCUMENT
Binnenkort kunt u weer kiezen voor langlopende energiecontracten met vaste prijzen. Aan de andere kant van het spectrum zijn er de dynamische energiecontracten met prijzen die elke dag en zelf elk uur variëren. Wat gaat u kiezen? Natuurlijk komen er ook andere opties. Voor de eenvoud beperkt Martien Visser zich in deze column tot deze twee smaken.
LINK
'Sinds drie maanden heb ik mijn tas uitgepakt', zegt ervaringsdeskundige Eduard Bosman tijdens de strategiebijeenkomst 'Van beschermd wonen naar beschermd thuis: 8 jaar na de commissie Dannenberg' op 27 oktober jl. Het is muisstil in de zaal als Eduard zijn verhaal verteld. Hoe hij als jongen van 17 op straat kwam te staan en een tas kreeg van een hulpverlener. Die tas ging mee naar de talloze adressen waar hij tijdelijk terecht kon. En altijd bleef de tas ingepakt onder zijn bed staan. 'Want ik wist dat er altijd een moment zou komen dat ik weer weg moest.'Maar nu is de tas dus uitgepakt. Want Eduard heeft een eigen thuis.
DOCUMENT
Beschermd thuis staat voor een beweging die ernaar streeft wonen en passende onder-steuning voor inwoners met een psychische kwetsbaarheid te realiseren. Met beschermd thuis wordt niet alleen verwezen naar een veilige woonplek met passende ondersteuning, maar ook naar je thuis voelen in de samenleving, en daarin sociaal en maatschappelijk tot tevredenheid kunnen functioneren. Het staat voor een omslag van alleen het bieden van individuele bescherming en begeleiding naar ondersteuning bij en het realiseren van mogelijkheden voor participatie. Het omvat ook het werken aan sociale inclusie; om mens onder de mensen te kunnen zijn, in contact met anderen in een gastvrije samenleving (Simplican, 2015). Hoewel beschermd thuis de beleidstitel is waarmee deze ontwikkeling wordt aangeduid, dekt dit feitelijk niet de lading. Het draait erom dat mensen met een psychische kwetsbaarheid zich thuis voelen in de samenleving. Daarom kozen we dit als titel voor deze publicatie. We lenen deze titel van een publicatie van Hella van de Beek en Jan Willem Zuthem uit 2002. Veel van wat in dit boek werd beschreven, toen onder de noemers vermaatschappelijking en maatschappelijke steunsystemen, is nu meer dan ooit aan de orde. Uit onze onderzoeken blijkt dat het realiseren van deze omslag nog niet zo eenvoudig is. Tegelijkertijd zijn er mooie voorbeelden van initiatieven die behulpzaam zijn bij je thuis voelen in de samenleving. Doel van deze publicatie is om gemeenten, maatschappelijke partners en cliëntorganisa-ties inzicht te geven in wat de uitdagingen zijn om tot een beschermd thuis te komen en wat mogelijke handvatten of inspirerende voorbeelden kunnen zijn als antwoord daarop. Daarbij maken we gebruik van de opbrengsten van het leernetwerk Beschermd Thuis en de leernetwerken in regio Utrecht en Flevoland waar we als onderzoekers eerder bij betrokken waren1. Maar eerst gaan we in op de context en inhoud van de beweging van beschermd wonen naar beschermd thuis.
DOCUMENT
De quickscan ‘Bouwen aan een thuis’ die in opdracht van de U161 is uitgevoerd door het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht (HU) in samenwerking met Movisie. Doel van deze quickscan was om bij een aantal projecten geleerde lessen op te halen ter ondersteuning van de ontwikkeling waarbij mensen uit beschermd wonen en maatschappelijke opvangvoorzieningen doorstromen naar een eigen huis in de wijk.
DOCUMENT
Het is zo belangrijk: je thuis voelen in je eigen huis. Maar thuisgevoel is ook een lastig te omschrijven begrip, zeker voor mensen met dementie. Om zicht te krijgen op wat het thuisgevoel van mensen met dementie inhoudt, hebben onderzoekers van Fontys Hogescholen een kleinschalig onderzoekproject uitgevoerd waarbij gebruikgemaakt werd van een creatieve werkvorm: het zogeheten ‘moodboard’. Ondanks het toenemend aantal kwetsbare ouderen dat in de toekomst zelfstandig thuis zal blijven wonen, zullen verpleeghuizen naar verwachting belangrijke woonzorgvormen blijven. Dan zal er echter wel wat moeten veranderen, want momenteel is verblijf in een verpleeghuis voor veel mensen nu niet bepaald een ideaal van de oude dag. Nederlandse verpleeghuizen hebben een negatief imago en worden te vaak gezien als kille, steriele gebouwen waar weinig tijd is voor persoonlijke aandacht. Daarom is het belangrijk dat bij de (ver)bouw van verpleeghuizen rekening wordt gehouden met wat mensen het gevoel geeft ergens thuis te zijn. Om hier meer zicht op te krijgen is binnen het nieuwe meerjarige project van Fontys Hogescholen – ‘Verpleeghuis van de Toekomst’ (VETO) geheten – onderzoek gedaan naar wat dit thuisgevoel voor bewoners met dementie inhoudt.
LINK
‘Eerst een Thuis’ is een nieuwe aanpak van dakloosheid in regio Utrecht. In opdracht van gemeente Utrecht voerde het Lectoraat Wonen en Welzijn van Hogeschool Utrecht tussen april 2021 en februari 2024 onderzoek uit naar deze nieuwe aanpak, waarbij de belangrijkste vraag was welke versterkende en belemmerende factoren er zijn aan te wijzen op het gebied van huisvesting, begeleiding en ‘landen in de wijk’ (het zich thuis voelen, integreren en participeren in de buurt en de directe woonomgeving). Dit rapport doet verslag van de resultaten van het onderzoek. In dit inleidende hoofdstuk lichten we eerst de achtergrond van de nieuwe aanpak toe. We geven aan in welke context de nieuwe aanpak werd ontwikkeld en hoe het project ‘Living Lab Eerst een Thuis’ tot stand kwam. Daarna geven we een toelichting op het onderzoek en op de keuzes die zijn gemaakt bij het schrijven van deze rapportage. We sluiten het hoofdstuk af met een leeswijzer.
LINK
Verhuizen naar een verpleeghuis is vaak een emotioneel ingrijpende gebeurtenis die om een groot aanpassingsvermogen van nieuwe bewoners en hun sociale omgeving vraagt. Een van de uitdagingen voor zorgorganisaties is om te zorgen dat bewoners zich ondanks alles in het verpleeghuis thuis voelen. De vraag is welke factoren dit thuisgevoel beïnvloeden. Systematisch literatuuronderzoek door Fontys HHogescholen heeft deze nu in kaart gebracht
DOCUMENT
Volgens cijfers van het Voedingscentrum gaat er in de gehele voedselketen jaarlijks ongeveer 2 miljard kilogram voedsel verloren in Nederland. Huishoudens dragen daarvan naar schatting 23 tot 32% bij. Ondanks vele inspanningen en initiatieven om voedselverspilling in Nederland terug te dringen, blijft het een aanhoudend probleem. Want hoewel de hoeveelheid voedselverspilling bij de consument vanaf 2013 sterk is gedaald, lijkt die daling nu te stagneren.Hoeveel voedsel wordt verspild wordt vaak gemeten door het afval te onderzoeken. Dat is een relatief betrouwbare methode, maar geeft geen inzicht in het hoe en waarom van verspilling: wanneer werd het voedsel weggegooid, en werd het eerst nog in de koelkast als restje bewaard?In dit onderzoek hebben we scholieren van vijf technasia in Flevoland gevraagd de verspilling bij hen thuis op drie dagen in kaart te brengen. Op die manier kregen we een waardevolle inkijk ‘achter de voordeur’ en kregen we beter inzicht in hoeveel maar vooral ook hoe (op welk moment van de dag, bij welke maaltijd) voedsel wordt verspild.
DOCUMENT