De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
Met de introductie van het begrip ‘nieuwe professional’ wordt aangezet tot een andere manier vandenken over en door professionals. Door deze nieuwe manier van denken worden er andere eisengesteld aan zorg- en welzijnswerkers. Het debat over deze andere eisen kan betrekkelijk nieuwe professionals als zorgboeren mogelijk tekort doen. De intrinsieke waarde die de zorgboerderij als welzijnsaanbod heeft, wordt als gevolg van de transitie mogelijk ook afgemeten aan de hand van de acht bakens (kenmerken) waarlangs het profiel van de ‘nieuwe professional’ wordt ontwikkeld. De zorgboer moet zich met zijn kwaliteiten juist onderscheiden van de reguliere zorg- en welzijnsprofessional
Het MADS-project brengt zeven universiteiten uit Europa en het Verenigd Koninkrijk samen met als doel een nieuw internationaal gezamenlijk masterprogramma Applied Deaf Studies (MADS) op te zetten. Het project wordt geleid door de Hogeschool Utrecht. Volkshogeschool Castberggård in Denemarken is betrokken als niet-academische partner. Het project wordt gefinancierd door de Erasmus Mundus Design Measure, die valt onder het Erasmus+ programma. Alle betrokken academici in het project zijn doof, waardoor het het grootste door doven geleide academische consortium ooit is.Doel MADS heeft tot doel drie belangrijke lacunes op het gebied van Deaf Studies aan te pakken: Gebrek aan beschikbare onderwijsmogelijkheden op Master niveau: ondanks significante vooruitgang op het gebied van Deaf Studies de afgelopen jaren, is er een gebrek aan overeenkomstige groei in onderwijsprogramma’s. Momenteel is er geen masterprogramma Deaf Studies in het Verenigd Koninkrijk en Europa. Gebrek aan verbinding tussen onderzoek en praktijk: onderzoeksresultaten in Deaf Studies moeten worden toegepast op praktische gebieden zoals belangenbehartiging, onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Daarom is het de bedoeling dat MADS een programma wordt in Applied Deaf Studies, om studenten uit te rusten met vaardigheden voor de professionele praktijk, zodat onderzoeksresultaten bijdragen aan oplossingen in de echte wereld. Gebrek aan toegang voor dove studenten tot programma's Deaf Studies: hoewel het programma open zal staan voor alle studenten, streeft MADS specifiek naar werving van dove studenten wereldwijd. Dove studenten hebben traditioneel meer barrières en minder kansen gehad om hoger onderwijs te volgen, met name in programma's Deaf Studies. In april 2023 organiseerde het MADS consortium een workshop samen met de Frontrunners studenten en leerkrachten aan Castberggård in Denemarken. Daar werd onder meer curriculumontwikkeling besproken, en de structuur en opzet van een mogelijke Master. In 2023 zullen er ook nog presentaties en workshops zijn op het Wereld Congres van de Werelddovenfederatie in Jeju, Zuid-Korea, en op de International Deaf Academics and Researchers conference in Wenen, Oostenrijk. Van 11-15 december organiseren we een Applied Deaf Studies Taster Week in Ål, Noorwegen. Meer informatie volgt. Resultaten Aan het einde van het project is het doel: Zijn de universiteiten geïdentificeerd die MADS gaan aanbieden. Is een nieuw, innovatief geïntegreerd transnationaal studieprogramma ontwikkeld. Zijn er een gezamenlijk accreditatiesysteem en gezamenlijke procedures voor studentenaanmelding en toelating opgezet. Looptijd 01 november 2022 - 31 januari 2024 Aanpak Het huidige MADS-project voert een behoefteanalyse uit onder potentiële studenten en organisaties in het werkveld, met als doel curriculumontwikkeling. Impact voor het onderwijs Dit project dicht de kloof tussen Deaf Studies onderzoek, dat exponentieel gegroeid is de laatste 10 jaar, en toepassingen van dit onderzoek in de beroepspraktijk, en het onderwijs. We willen bereiken dat nieuw onderzoek in Deaf Studies de vertaalslag maakt naar het onderwijs, en naar de beroepspraktijk. Cofinanciering Het onderzoek wordt medegefinancierd door Erasmus Mundus Design Measure (Erasmus +). Downloads en links
Het MADS-project brengt zeven universiteiten uit Europa en het Verenigd Koninkrijk samen met als doel een nieuw internationaal gezamenlijk masterprogramma Applied Deaf Studies (MADS) op te zetten. Het project wordt geleid door de Hogeschool Utrecht. Volkshogeschool Castberggård in Denemarken is betrokken als niet-academische partner. Het project wordt gefinancierd door de Erasmus Mundus Design Measure, die valt onder het Erasmus+ programma. Alle betrokken academici in het project zijn doof, waardoor het het grootste door doven geleide academische consortium ooit is.
De gemeente Amersfoort streeft naar gelijke kansen in het onderwijs en wil een onderzoek laten doen naar het beleid en de praktijk van de aanmelding en inschrijving bij de Amersfoortse basisscholen. Dit onderzoeksproject onderzoekt dit en bekijkt of er daarbij sprake van een gelijk speelveld voor ouders bij de wettelijke inschrijving van hun kind op 3-jarige leeftijd en bij zij-instroom.