Op basis van een uitgebreide literatuurstudie, 25 interviews met gebiedspartijen in Midden-Delfland en een aantal multi-stakeholders workshops is in kaart gebracht hoe een gebiedsgerichte aanpak gericht op landschapinclusieve kringlooplandbouw in Midden-Delfland vorm krijgt dan wel versterkt kan worden. Hiervoor is de Transitiebloem-aanpak (TBA) gebruikt als holistische, transdisciplinaire en praktijkgerichte transitiebenadering. Deze benadering helpt gebiedspartijen bij het realiseren van een integrale systeemaanpak en collectief handelingsperspectief gericht op de samenhang van verschillende gebiedsopgaven met betrekking tot landbouw, water, voedsel, bodem, biodiversiteit, energie, klimaat, erfgoed, stadplattelandrelaties en economie.
DOCUMENT
The energy community movement has grown considerably over the past ten years. Energy communities are also expanding their activities. However, room for new energy projects is limited because of grid congestion. Therefore, citizen energy communities (CECs) are looking for ways to reduce the pressure on the grid. Against this background we ask what new roles renewable energy communities can play in grid governance. What opportunities are available to store produced electricity or to balance electricity on a neighborhood level? Are these solutions economically and technically feasible? Our article draws on a recent research project on innovative community energy services in the Netherlands. In three case studies, we investigated local solutions to balance energy production and consumption. We organized workshops and webinars for CECs and carried out interviews and technical studies. Theoretically, we use Social Movement Theory (SMT) to understand the community energy movement. Furthermore, we employ Large Technical Systems (LTS) theories about the lifecycle of infrastructures. We investigated the technical, organizational, and economic aspects of these solutions, as well as skills and knowledge. We conclude that the community energy movement is expanding its activities to new functions in the energy system, but economic feasibility is not yet within reach.
DOCUMENT
Visuele leerstrategieën zijn een geschikte aanpak voor het verbeteren van reflectie en leren. Visuele media geven een stem aan de telers die betrokken zijn bij het project en zijn in staat om afstanden van tijd en ruimte te overbruggen. De rol van studenten, docenten en onderzoekers verandert van neutrale waarnemer tot betrokken mede-constructeurs van kennis, omdat bij de visuele leeromgeving observatie, reflexiviteit en spiegeling anders behandeld worden dan in traditionele op tekst gebaseerde leeromgevingen.
DOCUMENT
Design en onderzoek zijn twee kennisgebieden die elk hun eigen tradities, methoden, standaarden en praktijken hebben. Deze twee werelden lijken behoorlijk gescheiden, waarbij onderzoekers onderzoeken wat er is en ontwerpers visualiseren wat er zou kunnen zijn. Dit boek slaat een brug tussen beide werelden door te laten zien hoe design en onderzoek geïntegreerd kunnen worden om een nieuw kennisveld te ontwikkelen. Dit boek bevat 22 inspirerende beschouwingen die laten zien hoe de unieke kwaliteiten van onderzoek (gericht op het bestuderen van het heden) en ontwerp (gericht op het ontwikkelen van de toekomst) gecombineerd kunnen worden. Dit boek laat zien dat de transdisciplinaire aanpak toepasbaar is in een veelheid van sectoren, variërend van gezondheidszorg, stedelijke planning, circulaire economie en de voedingsindustrie. Het boek bestaat uit vijf delen en biedt een scala aan illustratieve voorbeelden, ervaringen, methoden en interpretaties. Samen vormen ze het kenmerk van een mozaïek, waarbij elk stukje een deel van het complete plaatje bijdraagt en alle stukjes samen een veelzijdig perspectief bieden op wat toegepast ontwerponderzoek is, hoe het wordt geïmplementeerd en wat de lezer ervan kan verwachten.
DOCUMENT
Steeds vaker worden complexe vraagstukken uit de samenleving, ook wel ‘wicked problems’, met verschillende disciplines en stakeholders opgepakt. Deze samenwerking werkt als een vliegwiel om tot nieuwe kennis en oplossingen te komen als er geen eenvoudig antwoord is. Labs, hybride leeromgevingen, bieden studenten de kans om hier ervaring mee op te doen. Zo worden ze voorbereid op toekomstige samenwerkingen als professional. Welke vormen van samenwerken kom je tegen in labs? Welke competenties hebben studenten nodig in een samenwerking met verschillende disciplines? Leidt het deelnemen aan labs automatisch tot effectief samenwerken met andere disciplines? Hoe ontwikkelen studenten de competenties voor deze vormen van samenwerking? Wat vraagt dat van het ontwerp van een lab als leeromgeving? Antwoord op deze en andere vragen vind je in deze publicatie van het lectoraat Teaching, Learning & Technology zodat je in zeven minuten weer bent bijgepraat over samenwerken in een lab.
DOCUMENT
De nationale en internationale ambities op het vlak van Circulaire Economie zijn groot, en veel bedrijven en organisaties dragen bewust of onbewust reeds bij aan de Circulaire Economie. Een Circulaire Economie reguleert het fundamenteel anders omgaan met grondstoffen, door het hergebruik van producten en grondstoffen centraal te stellen en afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zoveel mogelijk te voorkomen. De belofte van de Circulaire Economie is om verschillende vormen van duurzaamheid op verschillende niveaus te organiseren als een liefst integrale economische opgave. Hierbij zijn het voorkómen van afval en het (her)waarderen van materie belangrijke uitgangspunten. Naast technische ontwikkelingen zijn hier ook sociale en zelfs systeeminnovaties bij nodig. Daar hoort bijvoorbeeld ook bewustwording, gedragsbeïnvloeding en zakelijke haalbaarheid bij. De transformatie naar een circulaire samenleving is een grootschalige maatschappelijke transitie. Hogeschool Inholland beweegt mee met deze ontwikkeling in de maatschappij, door middel van onderzoek en onderwijs in samenwerking met het werkveld. Deze position paper is een verkenning van bestaande theorieën, maatschappelijk debat, relevante beleidskaders en financieringsinstrumenten (het externe beeld), alsmede een eerste inventarisatie gericht op het aanbod binnen Inholland (het interne beeld), om daarmee een dialoog te initiëren over een betere positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie. Als vervolgstappen worden o.a. een verdere inventarisatie van het aanbod en betere inbedding binnen verschillende opleidingen en een versterking en bundeling van onderzoekscapaciteit door middel van een domeinoverstijgende aanpak aanbevolen, alsmede een marktonderzoek om vraag en aanbod beter op elkaar te kunnen laten aansluiten. Mede op basis van deze bouwstenen kan de communicatie en positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie, zowel intern als extern, verstevigd worden. Deze position paper is een groeidocument, dus de deur blijft open staan om in de toekomst nieuwe kennis, inzichten, aanbevelingen en interventies mee te nemen.
DOCUMENT
Dit project was een samenwerking tussen Hogeschool Utrecht, de LFB en zorgorganisaties Amerpoort, Amsta Karaad, Cordaan, Philadelphia Zorg en Zorgeloos Ambulant. Het project heeft praktische werkwijzen opgeleverd om de samenwerking tussen cliënten met een licht of matig verstandelijke beperking, begeleiders en naasten te verbeteren. Deze werkwijzen zijn tot stand gekomen in twee ontwikkelwerkplaatsen, een in Utrecht en een in Amsterdam. Hierin werkten cliënten, verwanten, ervaringsdeskundigen en begeleiders samen met onderzoekers en ontwerpers van Hogeschool Utrecht. In deze werkplaatsen werden kennis en ervaringen gedeeld rond de vraag wat belangrijk is voor gelijkwaardige samenwerking. Tevens werden (spel)vormen ontwikkeld die bijdragen aan goede communicatie en samenwerking. Binnen de de ontwikkelwerkplaatsen hebben we de fasen van de zogenaamde dubbele diamant doorlopen. Er is inzicht gekregen in de wijze waarop gewerkt kan worden aan een betere samenwerking in de driehoek van cliënten, begeleiders en naasten, welke factoren hierbij van belang zijn. Uit de thematische analyse van de procesdata (observaties, projectdocumenten en informele gesprekken met betrokken actoren) zijn de volgende factoren gevonden die gelijkwaardige samenwerking in de gehandicaptenzorg mogelijk maken: 1. Ruimte bieden voor intrinsieke motivatie en het delen van persoonlijke interesses en ervaringen. 2. Het bevorderen van echt contact tussen deelnemers en het bieden van veiligheid. 3. Activiteiten afstemmen op de beschikbaarheid en veerkracht van deelnemers. 4. Aan de slag gaan met samenwerken en leren: doen en samen iets creëren/maken in plaats van alleen praten. In het proces van co-creatie zijn 4 (prototypes van) tools ontwikkeld die bijdragen aan (meer) gelijkwaardige communicatie en samenwerking. 3 tools zijn in kleine oplage geproduceerd en beschikbaar. Van elke tool hebben de betrokken deelnemers een filmpje gemaakt waarin ze toelichting geven over het doel en gebruik van de tool. Klik op de links om de video’s te bekijken. Team voor Taal (hu.nl) Rad van Gesprek (hu.nl) wist je dat? (hu.nl) Bekend maar niet zichtbaar (hu.nl) - Er is een toepassing beschreven van de methodiek Steunend Relationeel Handelen (SRH) voor begeleiders, dat gebruikt kan worden om goede begeleiding vorm te geven in samenwerking met 7 cliënten en hun netwerk. Het boekje is open access beschikbaar, zowel gedrukt als digitaal) boekje als een middel voor co-creatie van zorg gericht op kwaliteit van (samen)leven binnen de gehandicaptenzorg. Via de projectpagina is een PDF-bestand van het boekje te downloaden. Er is een training beschikbaar die implementatie van producten in onderwijs en praktijk ondersteunt. Er is een concept handreiking geschreven over de methode van de ontwikkelwerkplaats om te werken aan gelijkwaardige samenwerking. De intentie is om deze methode verder uit te werken en te testen in een vervolgproject. Er zijn netwerken ontstaan van begeleiders, naasten en mensen met een verstandelijke beperking die binnen hun eigen zorgorganisatie en/of regio met behulp van de tools samen meer gelijkwaardige samenwerking demonstreren. Alle producten zijn te vinden via https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/inclusief-samenwerken-rond-mensen-met-een-verstandelijke-beperking
DOCUMENT
Visiestuk: De wijze waarop onderwijs, onderzoek en beroepenveld elkaar kunnen versterken
DOCUMENT
Vier jaar geleden is het IMPACT-lectoratenprogramma goedgekeurd en gesubsidieerd door het ministerie van Economische Zaken (EZ) . Dit gezamenlijke hoger agrarisch onderwijs (HAO)-brede lectoraatsprogramma is ontwikkeld in een samenwerking tussen EZ en de HAO-instellingen: Aeres Hogeschool Wageningen, Dronten, Hogeschool Inholland, HAS Hogeschool en Van Hall Larenstein. Focus: transities in het agro-food domein. In deze uitdagende context stelde IMPACT een aantal cruciale vragen, zoals: hoe werkt transitie in het agro-food domein en wat is er voor nodig in het onderwijs? Hoe stimuleren we fundamentele systeemveranderingen, wat is daarvoor nodig? Wat werkt, wat niet? Bovenstaande vragen zijn leidend geweest in het onderzoek van de afgelopen vier jaar. Deze vraagstukken zijn vanuit vijf verschillende invalshoeken benaderd en bestudeerd: vanuit ondernemerschap met de zoektocht naar betekenisvolle alternatieve (circulaire) bedrijfsmodellen (Aeres Hogeschool Dronten, HAS Hogeschool), vanuit het doorgronden van processen van sociale innovatie als motor voor transitie (Inholland), vanuit de zoektocht naar gezonde en duurzame voeding als preventiemiddel voor welvaartsziekten (Van Hall Larenstein) en vanuit het onderwijs, het zoeken naar hoe we de ontwikkeling van mensen in de dynamieken van duurzaamheidstransitie het beste kunnen ondersteunen, en hoe het leren en het onderwijs er dan uit zou kunnen zien (Aeres Hogeschool Wageningen). Hoewel elk van de lectoraten binnen IMPACT een specifieke focus had zijn er na vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein veel algemene lessen te trekken. Op deze algemene lessen, die gedurende het gehele traject steeds in gezamenlijkheid zijn opgehaald en besproken, is deze post-ambule gebaseerd. We kijken hier terug op vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein in het kader van IMPACT en geven wij een beeld van hoe wij binnen IMPACT als hbo-kennisprogramma het werken aan transitie in het groene domein hebben ervaren. We beginnen ons artikel met de achtergrond van IMPACT; een schets van de problemen in het agro-food domein en transitie in deze context. Daarna volgt vanuit elk van de vijf lectoraten een casus die relevant is in het licht van werken aan transitie in een hbo-kennisprogramma, vanuit deze cases trekken we algemene lessen waarmee we deze post-ambule ook tevens afsluiten.
DOCUMENT
Vier jaar geleden is het IMPACT-lectoratenprogramma goedgekeurd en gesubsidieerd door het ministerie van Economische Zaken (EZ) . Dit gezamenlijke hoger agrarisch onderwijs (HAO)-brede lectoraatsprogramma is ontwikkeld in een samenwerking tussen EZ en de HAO-instellingen: Aeres Hogeschool Wageningen, Dronten, Hogeschool Inholland, HAS Hogeschool en Van Hall Larenstein. Focus: transities in het agro-food domein. In deze uitdagende context stelde IMPACT een aantal cruciale vragen, zoals: hoe werkt transitie in het agro-food domein en wat is er voor nodig in het onderwijs? Hoe stimuleren we fundamentele systeemveranderingen, wat is daarvoor nodig? Wat werkt, wat niet? Bovenstaande vragen zijn leidend geweest in het onderzoek van de afgelopen vier jaar. Deze vraagstukken zijn vanuit vijf verschillende invalshoeken benaderd en bestudeerd: vanuit ondernemerschap met de zoektocht naar betekenisvolle alternatieve (circulaire) bedrijfsmodellen (Aeres Hogeschool Dronten, HAS Hogeschool), vanuit het doorgronden van processen van sociale innovatie als motor voor transitie (Inholland), vanuit de zoektocht naar gezonde en duurzame voeding als preventiemiddel voor welvaartsziekten (Van Hall Larenstein) en vanuit het onderwijs, het zoeken naar hoe we de ontwikkeling van mensen in de dynamieken van duurzaamheidstransitie het beste kunnen ondersteunen, en hoe het leren en het onderwijs er dan uit zou kunnen zien (Aeres Hogeschool Wageningen). Hoewel elk van de lectoraten binnen IMPACT een specifieke focus had zijn er na vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein veel algemene lessen te trekken. Op deze algemene lessen, die gedurende het gehele traject steeds in gezamenlijkheid zijn opgehaald en besproken, is deze post-ambule gebaseerd. We kijken hier terug op vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein in het kader van IMPACT en geven wij een beeld van hoe wij binnen IMPACT als hbo-kennisprogramma het werken aan transitie in het groene domein hebben ervaren. We beginnen ons artikel met de achtergrond van IMPACT; een schets van de problemen in het agro-food domein en transitie in deze context. Daarna volgt vanuit elk van de vijf lectoraten een casus die relevant is in het licht van werken aan transitie in een hbo-kennisprogramma, vanuit deze cases trekken we algemene lessen waarmee we deze post-ambule ook tevens afsluiten.
DOCUMENT