Rond 40% van de mbo-studenten van niveau 4 kiest na diplomering voor doorstuderen in het hbo. Een overgang die voor menigeen problemen oplevert. Het percentage uitvallers in het eerste jaar is aanzienlijk. Hoe komt dat, waar liggen de struikelblokken en: wat te doen om die transitie soepeler te laten verlopen? Zijn mbo’ers wel ‘weerbaar en wendbaar’ genoeg voor het hbo?
DOCUMENT
Door robotisering, tekorten op de arbeidsmarkt en de noodzaak tot verduurzaming van de industriële sector zal de inhoud van veel werk veranderen. Wat betekent dat voor de vakmensen die in die sectoren werken? We spraken erover met ruim veertig werknemers van een groot industrieel bedrijf dat bezig is met de transitie naar een meer duurzame en groene productiewijze. De gesprekken gingen over die transitie en de gevolgen ervan voor het werk van de betrokkenen. Doel van de gesprekken was meer te weten te komen over de rol van hr hierbij, in een markt waarin de vraag naar technisch personeel groter is dan het aanbod.
DOCUMENT
Onze sport- en beweegsamenleving is fundamenteel aan het veranderen. Schoolgaande kinderen bewegen steeds minder. De gevolgen van bewegingsarmoede zijn merkbaar. Per generatie nemen de motorische vaardigheden af en neemt het overgewicht toe. In dit artikel een pleidooi voor samenwerking met partners vanuit verschillende perspectieven: boundary crossing.
DOCUMENT
DOCUMENT
In het kader van de Wmo werkplaats Utrecht wordt een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van de transitie AWBZ voor: a) gebruikers van de Wmo wat betreft hun ondersteuningsarrangement, participatie, zelfredzaamheid en mogelijk sociaal isolement; b) de inzet van informele ondersteuning en professionals die hen ondersteunen. In deze literatuurstudie worden de centrale begrippen uit dit onderzoek naar de gevolgen van de transitie AWBZ verder uitgewerkt: wat verstaan wij onder de centrale begrippen, welke relaties veronderstellen we tussen deze begrippen en wat is reeds bekend over de wijze waarop deze begrippen in de onderzoekspraktijk worden geoperationaliseerd?
DOCUMENT
Lectorale rede aangaande de responsieve regio waarbij de concepten tweede demografische transitie, selectieve krimp, leefbaarheid en veerkracht centraal staan.
DOCUMENT
Deze publicatie is een bundeling van de belangrijkste inzichten van het lectoraat ‘Responsief onderwijs voor transitie in agrofood’, uitgevoerd door Aeres Hogeschool Wageningen (AHW). Het lectoraat ontwikkelde tussen 2015 en 2019, samen met vier andere ‘groene’ lectoraten – binnen Aeres Hogeschool Dronten, Has Hogeschool, Hogeschool Inholland en Van Hall Larenstein – het lectoraatsprogramma ‘IMPACT: transitie in agrofood’. Het startpunt van de werkzaamheden in het lectoraat werd gevormd door de uitdagingen waarvoor de agrofood-sector ons stellen. Deze sector staat op het moment onder grote druk om duurzamer te worden, wat gepaard zal gaan met veranderingen. Deze publicatie en het AHW-lectoraat zijn gericht op de onderwijsvraagstukken die hiermee samenhangen, zoals: wat moeten toekomstige professionals kunnen? Hoe ziet het onderwijs dat daarop aansluit eruit? Hoe dient dit ontwikkeld te worden en wat is daarvoor nodig? In deze publicatie wordt een beeld geschetst van hoe het (beroeps)onderwijs voor transitie in agrofood er uit kan zien, gebaserend op de kennis en ervaring die opgedaan is in de onderzoeks- en onderwijspraktijk (op bachelor- en masterniveau), alsook tijdens het gedeelde IMPACT-programma.
MULTIFILE
De circulaire transitie is groots, complex en urgent. Binnen CirCollab, een samenwerking tussen 11 lectoraten van de Hogeschool van Amsterdam, Windesheim en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en ruim 30 praktijkpartners, leveren tientallen professionals elk hun bijdrage aan die transitie. Het CirCollab programmateam helpt hen om de circulaire transitie vanuit transdisciplinariteit te versnellen. Luisterend naar de vragen en behoeften die er in het programma spelen, lijkt één van de grote wensen om meer tot actie over te gaan. Frustratie lijkt veelal te liggen in het uitblijven daarvan. We hebben haast, maar verandering gaat langzaam. Zo gaat dat met transities.Maar bij deze transitie lijkt de context, de gevoelde urgentie en de beeldvorming van substantiële invloed op de mensen die deze proberen te realiseren. De urgentie maakt ons gemotiveerd om een positieve bijdrage te leveren, maar het werken aan de circulaire transitie roept bij velen ook zorgen, sombere gedachten en gevoelens van stress of angst op die ons handelen beïnvloeden. We wilden onderzoeken op welke manier deze eco-emoties, zowel de positieve als de negatieve, een rol spelen bij veranderaars in de circulaire transitie, als consortium kijken hoe deze van invloed zijn op onze acties en wat we als CirCollab daarin kunnen betekenen. Dit achten we belangrijk voor ons als veranderaars in de circulaire transitie om onze visie te realiseren én te begrijpen hoe we anderen meekrijgen in onze behoefte aan positieve bijdrage: van praten naar actie.We onderzochten deze leervraag vanuit het framework van de Griekse tragedie, met de werktitel: ‘de tragedie van het fixen’, met als leidende vraag: Hoe gaan we om met ‘de tragedie van het fixen’ van de opgave van de circulaire transitie, wat betekent dit in ons dagelijks leven en in ons werk als actor in deze transitie?Deelvragen hierbij zijn i) Welke psychologische factoren dragen er aan bij dat activiteiten gericht op het versnellen van de circulaire economie slagen (wanneer is er actie) of verzanden? En ii) Hoe kunnen we deze inzichten toepassen om circulair handelen en samenwerken te bevorderen?De Griekse tragedie als metafoorDe veranderende mens die de circulaire transitie wil versnellen verstoort net als in de Griekse tragedie de orde en roept daarmee wellicht ook het noodlot over zich af. Maar de wens om te veranderen is groot. Onze manier van werken daarbij wordt bewust en onbewust gestuurd, gestimuleerd en beperkt door het maakbaarheidsdenken. Vanuit de wens tot waarheid en moraal willen we voor onze problemen een oplossing vinden. Maar veranderen is vaak ook aanmodderen. De één lijkt dat te accepteren, de ander lijkt er op leeg te lopen, en weer een ander stijgt er bovenuit en weet samen met anderen iets voor elkaar te krijgen.Wanneer leidt het ‘heroïsch lijden’ tot waanzin en wanneer tot inzicht en verzoening? Hoe kan de metafoor van de Griekse tragedie ons helpen, vanuit een ander perspectief dan dat van de maakbaarheid, te leren van wat zich afspeelt in een grote maatschappelijke transitie en bij de groep mensen die daar vanuit of samen met CirCollab iets aan probeert te doen?De actoren in de circulaire transitie zijn de potentiële held in hun eigen verhaal, maar het is geen zaak van individuen: het gaat hier over systemische verandering waarbij actoren iets proberen te veranderen aan een systeem waarvan zij zelf onderdeel zijn. Binnen die institutionele context is het nodig zelf, met het CirCollab netwerk, in de chaos betekenis te scheppen.
DOCUMENT