BACKGROUND: It is generally unknown to what extent organ transplant recipients can be physically challenged. During an expedition to Mount Kilimanjaro, the tolerance for strenuous physical activity and high-altitude of organ transplant recipients after various types of transplantation was compared to non-transplanted controls.METHODS: Twelve organ transplant recipients were selected to participate (2 heart-, 2 lung-, 2 kidney-, 4 liver-, 1 allogeneic stem cell- and 1 small bowel-transplantation). Controls comprised the members of the medical team and accompanying family members (n = 14). During the climb, cardiopulmonary parameters and symptoms of acute mountain sickness were recorded twice daily. Capillary blood analyses were performed three times during the climb and once following return.RESULTS: Eleven of the transplant participants and all controls began the final ascent from 4700 meters and reached over 5000 meters. Eight transplant participants (73%) and thirteen controls (93%) reached the summit (5895m). Cardiopulmonary parameters and altitude sickness scores demonstrated no differences between transplant participants and controls. Signs of hyperventilation were more pronounced in transplant participants and adaptation to high-altitude was less effective, which was related to a decreased renal function. This resulted in reduced metabolic compensation.CONCLUSION: Overall, tolerance to strenuous physical activity and feasibility of a high-altitude expedition in carefully selected organ transplant recipients is comparable to non-transplanted controls.
DOCUMENT
In dit webinar 'Weerbare planten telen is het nieuwe normaal' van de collegereeks ‘What about Soil’ leggen we de focus op de urgentie van een gezonde bodem voor het verkrijgen van een gezond gewas. In een 1 uur durend webinar deelt Pius Floris, directeur/adviseur bij Plant Health Cure (PHC), ruim 35 jaar ervaring met het wereldwijd verbeteren van de bodemkwaliteit. Hij laat zien dat in de ‘gangbare’ manier van bodembewerking nog een wereld te winnen is.
LINK
Het Nieuwe Telen (HNT) heeft in haar theoretisch kader de teeltprocessen ingedeeld in zes balansen. De energiebalans, de waterbalans en de assimilatenbalans van de plant en de CO2 balans, de vochtbalans en de energiebalans van de kas. In dit project is onderzocht of de mineralenbalans, de ecologische balans en de hormoonbalans nuttige aanvullingen zijn op de bestaande balansen van HNT. Aanbevelingen: faciliteer onderzoek naar metingen die het mogelijk maken de status van de plant te volgen m.b.t. de mineralenbalans en ecologische balans.
DOCUMENT
De glastuinbouw blinkt uit in innovaties. Maar hier en daar komt er nog handwerk aan te pas. Zo wordt de groei van gewassen handmatig bijgehouden, met een lineaal of schuifmaat. Fotonica moet daarin verandering brengen. Deze optische technologie meet met precisie stengels en bladeren, zonder planten te beroeren.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt als lector Green Biotechnology aan Hogeschool Inholland te Amsterdam op 20 mei2015 door dr. C.M. Kreike
DOCUMENT
The increased cultivation of highly productive C4 crop plants may contribute to a second green revolution in agriculture. However, the regulation of mineral nutrition is rather poorly understood in C4 plants. To understand the impact of C4 photosynthesis on the regulation of sulfate uptake by the root and sulfate assimilation into cysteine at the whole plant level, seedlings of the monocot C4 plant maize (Zea mays) were exposed to a non-toxic level of 1.0 µl l−1 atmospheric H2S at sulfate-sufficient and sulfate-deprived conditions. Sulfate deprivation not only affected growth and the levels of sulfur- and nitrogen-containing compounds, but it also enhanced the expression and activity of the sulfate transporters in the root and the expression and activity of APS reductase (APR) in the root and shoot. H2S exposure alleviated the establishment of sulfur deprivation symptoms and seedlings switched, at least partly, from sulfate to H2S as sulfur source. Moreover, H2S exposure resulted in a downregulation of the expression and activity of APR in both shoot and root, though it hardly affected that of the sulfate transporters in the root. These results indicate that maize seedlings respond similarly to sulfate deprivation and atmospheric H2S exposure as C3 monocots, implying that C4 photosynthesis in maize is not associated with a distinct whole plant regulation of sulfate uptake and assimilation into cysteine.
DOCUMENT
Een proef met biostimulanten om de opname van ijzer in een organisch teeltsysteem met circulaire meststoffen te bevorderen is uitgevoerd voor het Fieldlab circulaire meststoffen. De proef heeft aangetoond dat ijzerchelaat niet eenvoudig te vervangen is door ijzersulfaat en biostimulanten. De gebruikte middelen, die niet allen specifiek voor deze toepassing zijn ontwikkeld, konden zich niet voldoende vestigen onder de omstandigheden van deze paprikateelt op substraat. Meer onderzoek is nodig, niet alleen naar de keuze, maar ook naar de toepassingswijze en aanpassing aan het teeltsysteem. Na training van de AI met data uit de proef kunnen de Vivent biosensoren ijzerstress vroegtijdig signaleren. Dit biedt voor zowel onderzoek als praktijk mogelijkheden om de ijzerstatus van de plant te volgen. De beschikbaarheid in het wortelmilieu van ijzer in minerale vorm, is in een teeltsysteem zonder ijzerchelaat geen maat voor de opname. In combinatie met grote verschillen in ijzergebrek binnen de behandelingen biedt dit perspectief voor vervolgonderzoek in het vervolg van het project.
DOCUMENT
De leerrouteplanner is een intranetapplicatie voor de toekomstige student een student die actief de eigen studie plant in het vraaggestuurd onderwijs. De student kan met de applicatie keuzes maken voor vakken, informatie opvragen over studie-onderdelen, studieresultaten bekijken en een eigen individuele leerroute samenstellen. Met de back-office van de applicatie kan de onderwijsorganisatie grip houden op de toenemende complexiteit van de onderwijsorganisatie. De applicatie biedt mogelijkheden voor het monitoren van studenten en tevens voor capaciteitsbewaking.
DOCUMENT
Plant parasitaire aaltjes (nematoden) zijn een groot probleem in de land- en tuinbouw. Chemische bestrijding is niet langer gewenst. Biologische bestrijding van aaltjes is een welkom alternatief. Het Afrikaantje (Tagetes erecta) is een biologische bestrijder van het uiterst schadelijke wortellesie aaltje Pratylenchus penetrans, dat veel schade in de bollen- en aardappelteelt veroorzaakt. De inzet van Tagetes wordt beperkt door de hoge teeltkosten zonder dat daar een oogstbaar product tegenover staat. Tagetes wordt na teelt in zijn geheel in de bodem als groenbemester ingewerkt. De bloemen van Tagetes zijn rijk aan de carotenoïde inhoudstoffen luteïne en zeaxanthine. Luteïne heeft een actieve werking onder andere bij het voorkomen van leeftijd gerelateerde netvlies degeneratie (ARMD) en als anti-aging ingrediënt bij huidverzorgende cosmetica. Luteïne is een krachtig antioxidant en beschermt de huid tegen schadelijke UV-stralen. Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een circulair ontwerp voor het duurzaam bestrijden van plant parasitaire aaltjes met Tagetes vanggewassen waarbij restproducten van de biologische bestrijding benut worden voor creëren van producten met extra toegevoegde waarde voor anti-aging cosmetica. Op deze wijze ontstaat een nieuwe productieketen die een volwaardig alternatief is voor chemische grondontsmetting waarbij tegelijkertijd hoogwaardige consumententoepassingen mogelijk zijn. Luteïne is met superkritische CO2 als groen extractie middel in zeer zuivere vorm uit de bloemen van Afrikaantjes geëxtraheerd. Mogelijke verbetering is door ook plantaardige olie (zonnebloemolie) te gebruiken. Luteïne extracten zijn in-vitro en in-vivo getest. Luteïne voorkwam collageen afbraak in huidcellen. Gebruik van luteïne rijke cosmetische crèmes door vrijwilligers verhoogde huidhydratie en huid elasticiteit.Kosten-Baten analyse van het circulaire luteïne productieproces met superkritisch CO2 extractie liet zien dat deze keten in principe rendabel kan zijn als plantaardige al mede-oplosmiddel gebruikt wordt. Hiermee is in principe een duurzaam circulair proces te creëren voor zowel biologische betrijding van planteziekten als voor hoogwaardige consumentenproducten.
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken op 9 mei 2019 door Dr. J.E. (Judith) van de Mortel bij de benoeming tot lector “Gezonde plant op een vitale en duurzame bodem” aan HAS Hogeschool Venlo. De krant werd uitgegeven ter ere van de inaugurele rede. Dit deed ze op een bijzondere manier: alle genodigden gingen met een denkbeeldige tijdmachine vooruit naar het jaar 2030 waar ze Judith ontmoetten. Judith keek vervolgens terug naar het jaar 2019 en stelde dat ze hoopt dat de sector in de tussenliggende jaren bereikt heeft dat alle agrarische bodems in Nederland duurzaam beheerd worden door verschillende aanpakken te combineren. Om dit te illustreren schetste ze een beeld van hoe de agrarische onderneming er in 2030 uitziet. Met het lectoraat wil ze hieraan bijdragen. De krant is dan ook geschreven alsof het 9 mei 2030 is.
MULTIFILE