Op vrijdag 14 mei 2004 heeft de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk een internationaal symposium over 'Leiderschap en Diversiteit' georganiseerd. Het symposium handelde over de dynamiek van gender, nationale cultuur en etniciteit in moderne organisaties. Door de diversiteit van medewerkers, klanten en afzetmarkten worden nieuwe eisen gesteld aan de leidinggevende en is de bedrijfscultuur blijvend veranderd. Veel bedrijfsactiviteiten strekken zich uit tot buiten de landsgrenzen. Leidinggeven in of in samenwerking met bijvoorbeeld vestigingen in Zuid-Amerika of Aziatische landen vergt een andere leiderschapsstijl. Kennis van elkaars achtergronden, ofwel transcultureel inzicht, is nodig om optimaal te kunnen samenwerken. Internationaal gerenommeerde sprekers zijn ingegaan op: leiderschap in de Arabische wereld. leiderschap, gender en etniciteit. leiderschap en culturele dynamiek in organisaties. leiderschap en nationaliteit. Na de inleidingen van de gastsprekers werd in vier werkgroepen over deze thema's verder met de gastsprekers van gedachten gewisseld. Het symposium werd afgesloten met een gezamenlijke forumdiscussie en een borrel. Dit verslag is tevens het startsein voor verdere studie over het thema leiderschap en diversiteit binnen het HRM lectoraat. De leden van de HRM Kenniskring gaan verder onderzoek doen en hun kennis over dit thema overdragen in de dagelijkse onderwijspraktijk aan de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk.
De tijdschriften en blogs op internet en sociale media staan er bol van: de digitale transformatie van organisaties. De veranderingen in de wereld om ons heen volgen elkaar in zo’n snel tempo op dat geen enkele organisatie zich het nog kan permitteren om zich niet af te vragen wat de digitalisering voor zijn bedrijf betekent. Het lijkt er hierbij op dat digitale transformatie een doel op zich wordt. De digitalisering vormt echter slechts een onderdeel van een brede maatschappelijke verandering die al veel langer aan de gang is.
LINK
Het aantal risico's dat kan leiden tot crises in onze samenleving neemt toe. Of we het willen of niet, technologische risico's horen bij het leven in de industriële samenleving en ongelukken zijn 'normale' ongelukken geworden (Beck, 1992). Maar ook de mondige consument, de kritische journalist, toenemende media-aandacht en een verscherpte toonzetting in de berichtgeving zijn voorbeelden van triggers die de dynamiek van een crisis sterk kunnen beïnvloeden. Het onderzoek naar oorzaken van crises vraagt om een interdisciplinaire benadering (Kiser &Ostrom, 1982). Op het microniveau zou een crisisbenadering zich op de rol van individuen concentreren. Mensen construeren zelf, ook in interacties, de risico's die zij ervaren. In dit artikel wordt een microbenadering voorgesteld specifiek voor de communicatiefunctie en wel vanuit een lekenperspectief.
Gebruikt frituurvet kan worden hergebruikt als biobrandstof. Hergebruik bespaart fossiele brandstoffen en vermindert de CO2-uitstoot. Om gebruikt frituurvet te kunnen hergebruiken moet het wel gescheiden ingezameld worden. Gebruikt frituurvet dat in het riool terecht komt, zorgt voor verstoppingen en die kosten de samenleving veel geld. Daarom bespaart gescheiden inzameling en hergebruik tevens maatschappelijke kosten. De Campagne ?Vet, recycle het!? van MVO (de ketenorganisatie van oliën en vetten) is gericht op het verbeteren van het inzamelen van frituurvet (ten behoeve van recycling) door particulieren. MVO geeft aan behoefte te hebben aan meer inzicht in de diepere drijfveren voor consumenten om al of niet vet in te zamelen, en heeft behoefte aan onderbouwde handvatten waarmee eventuele belemmeringen kunnen worden weggenomen of mogelijke positieve triggers worden bevorderd. Samen met MVO is de basis gelegd voor een voorstel voor ontwerpend onderzoek met als doel om nieuwe inzichten op te leveren vanuit het perspectief en de context van gebruikers. Deze inzichten leveren aanknopingspunten op om de huidige campagne te verbeteren en publiciteit te genereren rondom het inzamelen van vet. Naar aanleiding van de opgedane inzichten worden conceptrichtingen voor overige interventies ontwikkeld waarbij de basis voor een samenwerking wordt gelegd met de relevante stakeholders die noodzakelijk zijn bij het realiseren van deze conceptrichtingen. De onderzoeksvraag is hierbij als volgt: Hoe kunnen bestaande kennis en inzichten rond gedragsveranderend ontwerpen worden toegepast in de context van frituurvet recycling, en in samenwerking met relevante stakeholders uitgewerkt worden in concepten die bijdragen aan het vergroten van het aandeel gerecycled frituurvet? Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden wordt in dit project samengewerkt tussen ketenorganisitie MVO, het frituurvetinzamelbedrijf Rotie (waarmee een directe link naar de huidige praktijk van vetinzameling wordt gelegd), Hogeschool Utrecht (voor de koppeling van kennis rond ontwerpen voor gedragsverandering en het co design van mogelijke concepten in samenwerking met relevante stakeholders en met gebruikmaking van creatieve verkenningen door studenten) en het creatief bureau Design Innovation Group (voor het uitvoeren van kwalitatief gebruikersonderzoek en kennis rond het toepassen van tools voor ontwerpen voor gedragsverandering). Ook wordt in dit project een eerste verkenning gedaan van een vervolgonderzoek rond gedrag en ontwerp in de circulaire economie waarin de resultaten verder kunnen worden uitgebouwd. De sleutel in gebruikersgerichte oplossingen ligt vaak achter de voordeur (gedragsverandering!) en dat is juist een moeilijke plek om te komen. Het huidige consortium kan hiertoe deel uitmaken van een groter consortium.