In een tijd waarin kwetsbare mensen (tijdelijk) basisvaardigheden ontberen om voor zichzelf te zorgen, verward en eenzaam zijn, soms voor overlast zorgen of op straat belanden, is assertieve en outreachende zorg noodzakelijk. Een zorgzame bemoeienis. Bemoeizorg is de afgelopen decennia uitgegroeid tot een volwaardige methodiek, die in de praktijk succes heeft. Er is evidentie dat bemoeizorg werkt! In dit boek wordt bemoeizorg beschreven van A tot Z. Zowel de methodiek als de praktijkervaringen komen aan bod, voor alle beroepsgroepen die cliënten benaderen met ernstige en complexe problemen, die moeilijk bereikbaar zijn. In dit boek zetten uitvoerders en onderzoekers samen de kennis over assertieve outreachende zorg op een rij. De organisatie van de bemoeizorg komt aan de orde, met de verschillende modellen waarin bemoeizorg wordt aangeboden: toeleidingsteams, vangnet- en adviesteams, (F)ACT teams en de sociale wijkteams. Naast de Nederlandse bemoeizorg, wordt ook ingegaan op de manier waarop deze zorg in omringende landen er uit ziet. Bemoeizorg van A tot Z is geschreven voor hulpverleners, leidinggevenden in zorg en welzijn en gemeenten. De auteurs hebben veel ervaring in het werkveld van bemoeizorg. Gerard Lohuis als sociaal psychiatrisch verpleegkundige en docent, Simone van de Lindt als onderzoeker en opleider en Diana Roeg als onderzoeker op het terrein van de (O)GGz. Lia van Doorn als lector met expertise op het sociale domein.
LINK
Decennialang hebben onderzoekers uitgezocht hoe je een expert wordt. De vragen hierbij waren hoe je een briljante natuurkundige wordt, de alleswetende advocaat, de financieel specialist die snel en accuraat data analyseert, of de chef-kok die sublieme gerechten maakt. De laatste jaren buigen mensen zich echter steeds meer over de vraag hoe je een expert blijft, want wat je moet weten en kunnen, verandert voortdurend. Hoe word je een flexibele expert, iemand die zichzelf steeds weer weet te vernieuwen? Dit behelst een proces van continu aanpassen in een omgeving die experts een voedingsbodem en vangnet biedt om flexibel te kunnen en willen zijn. Dan krijg je flexperts die steeds weer nieuwe expertise ontwikkelen binnen en buiten hun oorspronkelijke vakgebied en dit van waarde maken voor anderen en voor zichzelf. Deze ‘flexpertise’ maakt de loopbanen van experts duurzaam. In dit artikel leggen we uit wat iemand tot een (fl)expert maakt en geven we tien tips voor het ontwikkelen van flexpertise.
Actuele ontwikkelingen maken dat er vanuit verschillende gremia hernieuwde aandacht is voor kansenongelijkheid tussen regio’s in Nederland. Het advies "" Elke regio telt" (2023) vormde hier een belangrijke aanzet toe. Echter, een inventarisatie van de focus bij het onderzoek en het onderwijs aan hogescholen binnen het sociaal-ruimtelijke domein laat zien dat er (nog) weinig expliciete aandacht is voor het platteland en haar bewoners. Netwerken, curriculaonderdelen en lectoraatsgroepen richten zich grotendeels op steden en wijken. In dit opiniërend artikel pleiten wij, gezien de stapeling van vraagstukken waarmee plattelandsregio’s en de gemeenschappen te maken krijgen voor meer aandacht voor het platteland vanuit de hbo’s. Gezien de (on) mogelijkheden van lokale dorpsgemeenschappen om hier een bepalende, lange termijn rol in tespelen, is er ook vanuit deze invalshoek meer aandacht nodig van (toekomstige) sociaal werkers en daarmee opleidingen Social Work en aanverwant praktijkonderzoek.
MULTIFILE
Dit Professional Doctorate-traject zal zich richten op het doorontwikkelen van de sociaal werk interventie vangnetwerken, een interventie die is beschreven en onderzocht, op vier door de praktijk gearticuleerde issues : ● Methodische verdieping ● Samenwerking tussen GGZ en sociaal werk ● De rol van ‘coaching on the job’ bij het aanleren van de methode ● Duurzame financiering van sociaal werk interventies. De betrokken werkveldorganisatie is welzijnsorganisatie ContourdeTwern. Deze organisatie wil gedurende het traject 4 bestaande vangnetwerken doorontwikkelen en 2 nieuw op te zetten. Binnen het traject wordt gebruik gemaakt van participatieve methoden, zoals participatief actie-onderzoek en professional development. De activiteiten binnen het traject zijn in de eerste plaats gericht op lokale praktijkversterking. In de tweede plaats worden ervaringen die in het traject worden opgedaan verbreed naar andere interventies voor de doelgroep. Ten derde worden de ervaringen in het traject benut om landelijk te agenderen. Tot slot levert het traject een bijdrage aan kennisontwikkeling voor het sociaal werk.