full text via link. Deze bundel met topartikelen is al de zevende in de succesvolle reeks met winnende artikelen in de jaarlijkse artikelenwedstrijd van vierdejaars studenten van de sociale opleidingen van de HU. Wearables en hulpverlening Charlotte Lina van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening won met haar artikel over Wearables in het gezondheids- en welzijnsdomein de eerste prijs van haar opleiding. Charlotte stelt dat wearables, apparaten die je op je lichaam kunt dragen om je gezondheid in de gaten te houden, het hulpverleningsproces doelmatiger kunnen maken. Data van de wearable kunnen in een hulpverleningsgesprek gebruikt worden om te vergelijken met persoonlijke ervaringen van de cliënt. Het is, zoals Charlotte zegt, “een aanvullende informatiebron naast zelfrapportage en contextuele informatie”. Door metingen met de wearable wordt het voor de cliënt makkelijker oorzaak en gevolg te achterhalen en patronen te ontdekken. De cliënt participeert actief en reflecteert op de eigen resultaten. Zo wordt de eigen regie vergroot. Chantal van Schalm Stemrecht verstandelijk gehandicapten Chantal van Schalm won de eerste prijs van haar opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening met een mooi artikel over de vergeten groep van mensen met een verstandelijke beperking die geen gebruik maakt van hun stemrecht. Chantal meent, vanuit het idee van een inclusieve samenleving, dat er gezocht moet worden naar manieren om deze mensen te steunen om hun stem uit te brengen, zodat zij op een gelijkwaardige manier maatschappelijk participeren. In haar artikel gaat ze in op de rol die sociaal werkers kunnen hebben in het uitoefenen van stemrecht van mensen met een verstandelijke beperking. Evi den Uijl Ervaringsdeskundigen voor vechtscheidingen Evi den Uijl won de tweede prijs van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening met haar vernieuwende artikel ´Ervaring is de beste leermeester´ over de omvang van vechtscheidingen en de gevolgen ervan. Evi stelt dat ervaringsdeskundigheid nog onvoldoende wordt ingezet op het gebied van vechtscheidingen, terwijl deze deskundigheid zich al bewezen heeft in de verslavingszorg en de geestelijke gezondheidszorg. Zij ziet mogelijkheden door preventieve inzet van ervaringsdeskundige ouders die zelf een complexe scheiding hebben meegemaakt. Daarnaast schrijft zij over het koppelen van ervaringsdeskundige jongvolwassenen aan kinderen die met een scheiding te maken krijgen.
MULTIFILE
Een veel gehoorde klacht is dat de samenleving alsmaar verhardt. Conflicten worden uitvergroot, mensen raken snel in de ‘vechtmodus’ en sociale media zoeken de grenzen van het toelaatbare op. Echtscheidingen worden ‘vechtscheidingen’ met nadelige gevolgen voor alle betrokkenen. Deze verharding gaat samen met een toenemende roep om straffen en repressieve maatregelen. Ook wordt met de mond beleden dat er meer aandacht voor slachtoffers moet komen. De noodzaak van verzoening en heling raakt hierdoor op de achtergrond. Dit boek staat stil bij de spanning tussen verharding, vechten en straffen aan de ene kant, en de noodzaak tot bemiddeling, conflictbeslechting en heling aan de andere kant. Hoe uit zich dat in de mediationpraktijk? Biedt dit soms ook nieuwe mogelijkheden voor mediation? Hoe zou transformatieve mediation hierbij een rol kunnen spelen? Hoe kunnen de slachtoffers worden bijgestaan? Naast deze problematiek worden in het boek ook andere actuele thema’s op het terrein van mediation uitgediept, zoals geschiloplossing in familiebedrijven, het nieuwe ontslagrecht en exit-mediation, nalatenschapsmediation, mediation in de zorg, en het belang van mediation bij de rechtenstudie.
LINK
Zeker in een tijd waarin steeds meer pubers psychisch kwetsbaar zijn, is het zaak om hun eerste vertrouwenspersonen op VO-scholen optimaal toe te rusten om ook daadwerkelijk die vertrouwenspersoon te kunnen zijn. Dat vraagt om professionalisering bij alle schoolbesturen en op alle scholen waar dat nog onvoldoende gebeurt. Door gericht cursusaanbod, door mogelijkheden voor reflectie en intervisie, door het mogelijk maken van uitwisseling over leerlingen tussen mentoren die elkaar opvolgen in de begeleiding van groepen en door actieve steun vanuit de zorgstructuren op scholen. En door daartoe via het scheppen van adequate randvoorwaarden aan bij te dragen. Daartoe zijn bestuurders en directies aan zet, en daartoe roepen wij hen met kracht op.
MULTIFILE
Openbare les Dr. Saskia A.M. Wijsbroek. Verschuivende ideeën over ontwikkeling en identiteit van jeugdigen kunnen voortvarender geïntegreerd worden in het denken en handelen binnen het jeugddomein. Bestaande concepten en werkwijzen dienen daartoe verder ontwikkeld te worden, om zo meer ruimte te maken voor het combineren van kennis uit drie kennisbronnen: wetenschappelijke kennis, ervaringskennis van burgers en praktijkkennis van professionals. Dit proces wordt optimaal zichtbaar in de alliantie tussen professional, jeugdige en gezinsleden.
DOCUMENT
Openbare les Dr. Saskia A.M. Wijsbroek & Prof.Dr. Micha de Winter. Veel verhandelingen over jeugdhulp of jeugdzorg beginnen met de constatering dat het met de meeste kinderen en jongeren in Nederland over het algemeen goed gaat. In allerlei internationale vergelijkingen komt de Nederlandse jeugd er gemiddeld gezien goed af, of het nu gaat om hun gezondheid, welbevinden, onderwijskansen of kwaliteit van leven (Bot e.a. 2013; De Looze e.a. 2014; UNICEF Office of Research 2013). Onmiddellijk na deze constatering volgt dan meestal de schaduwzijde: lang niet alle kinderen en jongeren delen in deze feestvreugde. Zo komt 10 tot 15% van de jeugdigen1 tussen 0 en 18 jaar in aanraking met jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering, groeit bijna 10% op in gezinnen die leven onder de armoedegrens, en neemt het aantal kinderen en jongeren dat verslaafd is aan genotsmiddelen of lijdt aan overgewicht al jaren toe (CBS 2017a, 2017b; Clarijs 2017; De Looze e.a. 2014). Afhankelijk van de bedoelingen die de auteurs van zulk soort teksten hebben, leiden ze vaak tot heel uiteenlopende conclusies. Wie graag wil onderstrepen dat het Nederlandse jeugdbeleid deugt, zal vreugdevol vaststellen dat het goed gaat met de jeugd. Wie echter vindt dat er van alles misgaat in datzelfde jeugdbeleid, en dat bijvoorbeeld de recente bezuinigingen op de professionele jeugdzorg veel te ver zijn gegaan, zal vooral de nadruk willen leggen op de groep die problemen ondervindt. In het nieuwe lectoraat Jeugd, ingesteld door de provincie Utrecht en Hogeschool Utrecht (HU), vervangen we deze ogenschijnlijke tegenstelling (gaat het nu goed of slecht met de Nederlandse jeugd?) door een benadering die kwaliteit van leven van álle kinderen en jongeren centraal stelt. Immers, in een samenleving waarin mensen steeds dichter op elkaar leven en in steeds meer opzichten afhankelijk van elkaar zijn, is de verdeling van levenskwaliteit een zaak van algemeen, gedeeld belang aan het worden
DOCUMENT
Openbare les Prof. Micha de Winter Wat wij tegenwoordig jeugdzorg (of jeugdhulp) noemen, maakt deel uit van een veel bredere maatschappelijke opdracht: de zorg voor jeugd. De woorden lijken erg op elkaar, maar als we het over ‘jeugdzorg’ en ‘zorg voor jeugd’ hebben gaat het over heel verschillende werelden, die in de praktijk weinig verbinding met elkaar lijken te hebben. De jeugdzorg is een afgebakend terrein dat gaat over de professionele hulp voor gezinnen waarin de opvoeding van kinderen stagneert of ontspoort. Een echte maatschappelijke ‘sector’ dus, waarbij professionele opleidingen horen, kwaliteitsstandaarden, indicatiecriteria, protocollen en wetenschappelijk onderzoek dat bepaalt wat wel of niet effectief is. ‘Zorg voor jeugd’ is daarentegen een veel breder begrip, dat gaat over het geheel van onze maatschappelijke inspanningen om nieuwe generaties kinderen en jongeren groot te brengen en toe te rusten voor een volwassen bestaan. Het zijn weliswaar heel verschillende werelden, maar ze beïnvloeden elkaar enorm. Ze vormen communicerende vaten. Als de samenleving tekortschiet in de manier waarop zij kinderen en jongeren veiligheid en kansen weten te bieden, dan zullen we dat terugzien in de aard en hoeveelheid van problemen die we in de jeugdzorg tegenkomen. Als die samenleving er daarentegen in zou kunnen slagen om ouders en kinderen voldoende hoop en perspectief op een bevredigende en uitdagende toekomst te geven, dan zal het aantal klanten van de jeugdzorg aanmerkelijk afnemen.
DOCUMENT
Het doel van dit project was om samen met alle betrokkenen te komen tot een gedragen adviesprogrammering voor het urban sportpark Zuilense Vecht, dat ligt op de gemeentegrenzen van Utrecht en Stichtse Vecht. Allereerst zijn geleerde lessen opgemaakt naar aanleiding van interviews met professionals die betrokken waren bij andere urban sportparken. Deze lessen zijn meegenomen naar het vervolg van dit project, waarbij we hebben gewerkt aan een adviesprogrammering in co-design met alle betrokkenen (sport- en welzijnsprofessionals uit de wijken, professionals uit urban sports en de MBO sportacademie; én kinderen en jongeren zelf).
DOCUMENT
U wordt meegenomen in de weerbarstige wereld van kinderen en jongeren, die opgroeien in onze moderne tijd. Ook wordt de maatschappelijke context geschetst, wat zijn we eigenlijk voor een samenleving? En in hoeverre en in welk opzicht is die anders dan die van voorgaande generaties? Deze rede gaat vooral ook over het opvoeden in de huidige tijd en over opvoeden in de toekomst, ook al weten we helemaal nog niet hoe die eruit zal zien. Wie denkt dat er pasklare antwoorden komen voor allerlei opvoedingsdilemma’s, komt bedrogen uit. In dit verhaal zullen juist veel vragen doorklinken. Vragen die het afgelopen jaar zijn opgehaald in het pedagogisch veld, bij ouders en bij professionele opvoeders, maar ook bij kinderen en jongeren. Af en toe worden uitstapjes gemaakt naar sociologische, psychologische en filosofische perspectieven op opgroeien en opvoeden en tevens wordt voortgebouwd op inzichten uit eigen studies naar talentontwikkeling van jongeren.
DOCUMENT
Full text via link. Wie vecht om het vechten kan geen vrede brengen. Wie vecht voor zichzelf ook niet. Je moet weten voor wie je het doet en wat dat waard is. Geen peloton kan zonder zachte, verstandige, waarde-gedreven mensen. Sociaal werkers, aanvallen!
LINK
Waterschap Velt en Vecht neemt deel aan het Samenwerkingsverband Modelinstrumentarium Vecht (SMV) dat een instrument ontwikkelt waarmee (hoog)waterstanden in de Vecht kunnen worden voorspeld. Dit instrument zal door meerdere instanties in Nederland en Duitsland worden gebruikt. Over het gebruik, beheer en onderhoud van dit instrument moeten afspraken worden gemaakt. De heer J. van der Molen, penvoerder van het SMV, heeft het lectoraat Gebiedsontwikkeling en recht van Saxion verzocht om hierover advies uit te brengen. Het advies is tot stand gekomen na een interview met de heer J. van der Molen en de heer T. Renner door middel van deskresearch, waaronder een inventarisatie van juridische constructies en een vergelijking van bestaande overeenkomsten.
MULTIFILE