Hoewel het hiervoor beschreven studentonderzoek niet ontworpen werd om het CLEAR-model op validiteit te toetsen, lijkt het, afgaande op de antwoorden die bewoners in de interviews gaven, dat het model de belangrijke begrippen rondom participatie goed heeft beschreven. Zo sluit bijvoorbeeld de vaak genoemde opmerking met betrekking tot de tijd voor participatie aan bij de L van CLEAR. Het niet kennen van participatiemogelijkheden refereert naar de E en de A: wie de participatiemogelijkheden niet kent, kan ook niet meedoen. Hoe je wordt gevraagd speelt een grote rol. Dat de terugkoppeling een grote rol speelt bij de motivatie voor verdere participatie (de R) blijkt ook uit de antwoorden van de respondenten, die juist dit als verbeterpunt noemden. Dit model kan daarom voor gemeenten ook bruikbaar zijn als leidraad voor nieuwe stappen die gezet kunnen worden om daar waar sprake is van een kloof in een wijk te werken aan het dichten van die kloof.
DOCUMENT
In dit artikel worden de belangrijkste oorzaken beschreven van problemen bij het bepalen van en het omgaan met risico’s in het veiligheidsdomein: beperkte gecijferdheid en structurele denkfouten (biases). Aan de hand van een procesmodel wordt inzichtelijk gemaakt waar in het analyse- en besluitvormingsproces de schoen wringt. Het model brengt daarbij bestaande modellen van risicomanagement terug tot de twee fasen die voor het analyseren van problema-tische risicobeslissingen cruciaal zijn: de fase van risicoanalyse en die van risicobeslissing. Waar in de subdomeinen fysieke en sociale veiligheid doorgaans geheel eigen analysemodellen en -methoden gangbaar zijn, biedt het hier gepresenteerde procesmodel een generiek toepasbare benadering van problemen met risicobesluitvorming in het domein van de integrale veiligheid als geheel. Het overzicht van knelpunten is opgesteld aan de hand van de onderzoeksliteratuur en wordt geïllustreerd met behulp van praktijkvoorbeelden. Aan het eind van het artikel wordt stilgestaan bij de vraag of er voor de gesignaleerde problemen een remedie kan worden ont-wikkeld.
MULTIFILE
Full text via link. In mei 2016 is na ruim 2 jaar een einde gekomen aan onderzoeksproject The Next Level. De lectoraten Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) en Regie van Veiligheid (Hogeschool Utrecht) werkten hierin samen met professionals uit het communicatie- en veiligheidsdomein. Centrale vraag in dit onderzoek was: hoe kan bij crisis beïnvloed door sociale media effectief vorm worden gegeven aan crisiscommunicatie en crisismanagement? In dit magazine blikken betrokken onderzoekers en professionals terug op The Next Level en de resultaten daarvan, die onder meer bestaan uit trainingen voor professionals op het gebied van crises & social media. Bijdragen van Menno van Duin, Annette Klarenbeek, Jan Eberg, Karen Hilhorst, Maartje Harmelink, Petra Sneijder en Reint Jan Renes.
DOCUMENT
De Thematafel Veiligheid heeft in de loop van 2023 een hernieuwde, krachtige impuls gekregen, in 2024 sloten ook het NIPV en de Politieacademie zich aan en met Defensie is het gesprek aangegaan. Vanuit deze bestuurlijke basis ziet de Thematafel voor de jaren 2025-2026 een bijzondere uitdaging door de snel veranderende geopolitieke situatie en de implicaties hiervan voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving. De Thematafel zet stevig in op de verdere strategische ontwikkeling van het hbo-onderzoek, in verbinding met de betrokken lectoren, met Europese collega’s en in nauwe samenwerking met organisaties in het brede palet van het Nederlandse veiligheidsdomein.
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische én neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische én neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.Wat? De Brainstormmodule behandelt negen thema’s: drie basisthema’s over ontwikkelingscriminologie en zes neurobiologische thema’s. Binnen elk thema wordt in een kennisclip kort basiskennis samengevat. Links naar de kennisclips zijn hieronder te vinden. Met bijbehorende opdrachten (zie docentenhandleiding) kan deze kennis verder worden verdiept. Uitgangspunt van de module is het biopsychosociale perspectief: het wetenschappelijk model waarbij neurobiologische, psychologische en sociale factoren op elkaar inwerken. De kennisclips: 1. Wat is crimineel en antisociaal gedrag? 2. Psychische stoornissen en antisociaal gedrag 3. Hoe wordt iemand crimineel? 4. Ontwikkelingspaden van crimineel gedrag 5. Biopsychosociaal model 6. Hersenen en antisociaal gedrag 7. Puberbrein en antisociaal gedrag 8. Neuropsychologie en antisociaal gedrag 9. Fearlessness & sensation seeking 10. Hufters of helden 11. Genetica en antisociaal gedrag Voor wie? De Brainstormmodule is ontwikkeld voor professionals die zich bezighouden met antisociaal of crimineel gedrag in welke vorm dan ook (beleid, toezicht, interventie en preventie etc.). De module kan zowel bij hbo-bacheloropleidingen en post-initiële (master)opleidingen als voor professionals in-company, gebruikt worden. Ontwikkeling Brainstorm Brainstorm is ontwikkeld door dr. Evelien Platje en dr. Andrea Donker van het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en dr. Lucres Nauta-Jansen van het AmsterdamUMC. Zij hebben veel onderzoek- en onderwijservaring op het gebied van neurobiologie van antisociaal en crimineel gedrag. Brainstorm is het eindproduct van het ZonMW-project ‘Onbekend maakt Onbemind. Leren werken met neuropsychobiologische kennis van en met jongeren met antisociaal gedrag’, een samenwerkingsproject met het lectoraat Jeugd van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De kennisclips zijn vormgegeven door Bureau Nauta. Voor de ontwikkeling van de kennisclips zijn er feedbackmomenten geweest met zowel studenten als docenten van de opleidingen Social Work, Integrale Veiligheidskunde en Sociaal Juridische Dienstverlening van Hogeschool Utrecht.