Een stripboek helemaal gewijd aan de veldboon! Waarom? In het project Bean me up! is drie jaar onderzoek gedaan naar de vraag: kan de Nederlandse veldboon als eiwitbron de soja uit verre landen vervangen? Is de Nederlandse veldboon geschikt om te verwerken in voedingsmiddelen? De resultaten zijn veelbelovend! Wist je bijvoorbeeld dat studenten nieuwe producten ontwikkelen van veldbonen? Wat dacht je van borrelbonen en kaasvervangers? Maar er is nog veel meer te vertellen over de veldboon. En dat allemaal verpakt in strips, afgewisseld door enkele infographics en interviews. Zie de veldboon schitteren als held die de aarde redt, vind de veldboon die groen ziet bij de dokter, geniet van de veldboon die op zoek gaat naar zijn ideale vrouw voor zijn nageslacht. Ervaar zelf waarom de oer-Hollandse veldboon dit stripboek verdient!
MULTIFILE
In dit rapport worden de resultaten besproken van twee studies die voedseleducatie-interventies op middelbare scholen in Flevoland evalueren. Beide studies hebben gebruik gemaakt van focusgroepen met scholieren. In de eerste studie worden vijf interventies rondom voedsel en gezondheid geëvalueerd, in de tweede studie is onderzocht hoe de leerlingen aankijken tegen de eiwittransitie en of een interventie rondom de veldboon die houding beïnvloedt.
DOCUMENT
Vitaal & Voedzaam is de titel van een glossy magazine dat als bewaarexemplaar wordt aangeboden aan (thuiswonende) ouderen en hun mantelzorgers. Het is een product van het project Preventief Leer- en InnovatieNetwerk Tegen (PLINT) Ondervoeding, waarin Hogeschool Inholland met consortiumpartners zich richt op thuiswonende ouderen met risico op ondervoeding. Na twee jaar intensief samenwerken in het project werd het tijd voor een informatief tijdschrift voor mantelzorgers en (thuiswonende) ouderen over vitaal ouder worden. Het project PLINT Ondervoeding is een samenwerking van professionals, studenten en docenten waarin kennis en informatie is opgedaan en uitgedragen over hoe ondervoeding is te voorkomen of is tegen te gaan. De professionals in het project kwamen van alle kanten aangesneld om een steentje bij te dragen. Professionals in de zorg zoals verzorgenden, verpleegkundigen en diëtisten bijvoorbeeld. Maar ook experts in het bereiden van lekkere en gezonde voeding. Van complete maaltijden tot eiwitrijke tussendoortjes. De studenten hebben in twee jaar tijd veel opgestoken en zijn trots dat ze hebben mogen meehelpen om ondervoeding in de praktijk te voorkomen.
MULTIFILE
Het is misschien wel het grootste vraagstuk van onze eeuw: hoe gaan we om met klimaatverandering? Floris Bogaard weet in ieder geval dat in Nederland de wadi –een wateropnemende en -zuiverende ‘greppel’ in stedelijk gebied – een groot verschil maakt. Hij reist het land door en onderzoekt samen met studenten, bewoners, gemeenten, waterschappen en bedrijven hoe ze dat verschil nog groterkunnen maken.
DOCUMENT
De eiwittransitie is de transitie van het gebruik van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten. Naast de groei van de wereldbevolking en de welvaart, zijn duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijke drijfveren achter deze transitie. De bovengenoemde definitie van eiwittransitie geeft gelijk de grenzen van mijn lectoraat aan. Het gaat over de eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig. Dit sluit het gebruik van insecten als alternatieve eiwitbron uit van het onderzoek binnen het lectoraat. Insecten zijn dieren, wel is waar met een gunstige voederconversie, maar als dierlijk eiwit draagt de consumptie van insecten niet bij aan de eiwittransitie. De tweede afbakening ligt in de toevoeging ‘in voeding’. Hiermee wordt de focus van mijn lectoraat aangegeven. Binnen mijn lectoraat richten wij ons op de toepassing van plantaardige eiwitten in humane voeding en niet op de toepassing van alternatieve of plantaardige eiwitten in diervoeder. Tot slot, richten wij ons op de eiwittransitie in de volle breedte van de voeding, dus op de vervanging van alle dierlijke eiwitten, zoals die uit melk, ei en vlees.
DOCUMENT
Dit boekje is een kleine cultuurgeschiedenis over bonen in Nederland. Het is steeds bekender dat bonen belangrijk zijn binnen de eiwittransitie, maar toch eten Nederlanders amper bonen in vergelijking met andere delen op de wereld. Dat, terwijl bonen heel goed en goedkoop geteeld kunnen worden in Nederland, vezel- én eiwitrijk zijn en daarmee een goed alternatief vormen op dierlijke eiwitten. Nog niet zo lang geleden aten mensen in Nederland veel meer bonen dan nu, maar gedurende de afgelopen eeuw zijn ze steeds meer van ons bord en uit ons landschap verdwenen. Ook het onderzoek van Aeres en het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken laat zien dat veel mensen niet echt meer raad weten met de boon. Dit boekje is een verkenning naar welke rol bonen hebben gespeeld in het verleden en wat hun herwaardering kan betekenen, met als doel te laten zien dat bonen oude bekenden van ons zijn.
DOCUMENT
Deze publicatie beschrijft de 4 jaar van het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken. Dit wordt gedaan aan de hand van de vijf onderzoekslijnen die zijn ontwikkeld, door telkens de focus van de onderzoekslijn toe te lichten, en te vertellen overde projecten die we hebben gedaan, de publicaties die daaruit zijn voortgekomen, en de studenten die erbij betrokken waren.De behandelde thema's zijn: de multiculinaire voedselomgeving, de eiwittransitie, voedselverspilling, voedsel en armoede, eetgedrag en omgeving van jongeren. Het lectoraat werdgefinancierd door de gemeente Almere, dus het lectoraat bestudeerde de voedselstrategie van de gemeente. En omdat er een duidelijke link met onderzoeks- en actielab Flevo Campus was, zijn de doelen en richting van Flevo Campus ook meegenomen.
DOCUMENT
In een tijd waarin de wereld geconfronteerd wordt met een toenemende bevolking en de daaruit voortvloeiende behoefte aan voedsel, staat het lectoraat Eiwittransitie voor een uiterst relevante uitdaging. De groeiende vraag naar eiwitten en de noodzaak om onze consumptiegewoonten in balans te krijgen met natuur en onze gezondheid vormen de kern van de missie van dit lectoraat.
DOCUMENT
Duurzaamheidsbalans: verschillende onderzoeksrapporten laten zien dat Europese grondstoffen voor eiwit in veevoer milieuvriendelijker zijn dan soja uit Zuid-Amerika. Het is daarom vanuit milieu-oogpunt wenselijk om meer regionaal geteeld eiwitrijk veevoer te gebruiken in Nederland.Ketenaanpak: De Raad meent dat voor het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten een ketenaanpak essentieel is. Niet slechts één partij heeft de oplossing. Momenteel ontbreekt verbinding en kennis in de keten. Voor deze verbinding is het nodig dat alle betrokken partijen met elkaar open het gesprek aangaan en elkaar betrekken bij het oplossen van ieders knelpunten.Voornaamste knelpunten 1. HANDEL: Door afspraken zoals Blair House agreement en GATT is eiwit van buiten de EU goedkoop en is een achterstand opgelopen in kennis over en ervaring met Europese eiwitteelt. 2. TEELT: De teelt van eiwitgewassen is relatief onbekend bij Nederlandse boeren, rassen zijn verouderd of onvoldoende beschikbaar en het saldo is in veel gevallen nog te laag, waarbij positieve effecten onbekend of ondergewaardeerd zijn.3. VERWERKING en 4. SCHAAL: Regionaal eiwitrijk veevoer is onvoldoende beschikbaar, vooral omdat verwerkingsmogelijkheden nog beperkt zijn en de kleinere schaal extra kosten met zich mee brengt. Dit maakt tevens investeringen onaantrekkelijk.5. MARKT: Regionaal geteeld eiwit leidt als gevolg van een hogere kostprijs tot duurder veevoer. Het halen van een meerprijs bij de consument voor producten geproduceerd met regionaal veevoer lukt (nog) niet, mede omdat er onvoldoende bewustzijn is over de problematiek. Maatschappelijke organisaties, retail en de overheid spelen hierin een rol.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede van Feike Ruurd van der Leij, uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Health & Food aan Hogeschool Inholland in Amsterdam op 11 oktober 2021
MULTIFILE