Uit de Veluwe zijn talrijke sagen afkomstig. Om binnen het Veluwe-op-1-belevingsgebied Veluws Verleden vorm te geven aan de beleving van deze sagen heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheden voor een sagenroute. Dit onderzoek vond plaats binnen het kader van een stage. De eerste stap was een onderzoek naar plaatsgebonden sagen in het onderzoeksgebied, bestaande uit de gemeenten Apeldoorn, Ermelo, Epe, Putten en Nunspeet. Dit resulteerde in een verzameling van 83 volksverhalen. Hierna zijn er door middel van interviews criteria verzameld voor het verloop en de locatie van de route. Beoordeling van locaties en mogelijke routescenario’s door de onderzoeker, gevolgd door een focusgroep met belanghebbenden leidde uiteindelijk tot één fietsroute van circa 50 kilometer waarbij 10 sagen worden gepasseerd. Tenslotte wordt nog aandacht besteed aan de beleving en overdracht van deze sagen.
MULTIFILE
In Nederland wordt het risico op brand steeds groter, zeker op de Veluwe. Het Nederlands lnstituut voor Publieke Veiligheid roept dan ook op om na te denken over de manier waarop we ons landschap zodanig kunnen inrichten dat het gevaar van natuurbranden binnen de perken gehouden kan worden. In dit artikel bekijken Derk Jan Stobbelaar en Freek Rurup, docenten Van Hall Larenstein, dat voor de situatie van de noordwestelijke Veluwe.
MULTIFILE
Hoe ziet de toekomst van de Veluwe eruit? Jacques Vork, Associate Lector City Marketing & Leisure bij Hogeschool Inholland praat u bij. Samengevat is mijn advies kies voor een flexibel samenwerkingsmodel met wisselende teams van specialisten. Niet de organisatiestructuur is leidend, maar het probleem dat opgelost moet worden. Voor de Veluwe kan Veluwe Marketing het voortouw nemen, maar pak het ook lokaal op en als hotelier met een specifieke hobby of interesse kun je ook kijken of je dat netwerk kunt aanspreken. En vergeet niet dat alles staat of valt bij een kwalitatief goed product en persoonlijke service. Een nieuwe gast werven kost 7 keer meer dan een bestaande behouden, dus koester uw gasten.
DOCUMENT
We zetten ons in voor de implementatie van het leefstijlprogramma ProMuscle in de keten van zorg voor (pre)kwetsbare 65-plussers in de regio Noord-Veluwe. Samen met betrokkenen, 65-plussers, zorg- en welzijnsprofessionals, beleidsmakers etc., ontwikkelen en evalueren we activiteiten die de implementatie van ProMuscle verbeteren.
Participatie van kwetsbare burgers en de vermaatschappelijking van de zorg vormen belangrijke beleidsthema’s van landelijke en lokale overheden en van organisaties op het gebied van zorg en welzijn. Ervaringsdeskundigheid, die gebaseerd is op persoonlijke ervaringen met ontwrichting en het herstel daarvan, is in dit kader sterk in opmars. Ervaringsdeskundigen hebben vaak creatieve oplossingen, kunnen vanuit eigen ervaring bemoedigen en verminderen het stigma dat participatie kan blokkeren. GGZ Nederland, het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn van mening dat ervaringsdeskundigheid het herstel en de participatie van ‘verwarde’ en kwetsbare burgers kan bespoedigen. De behoefte aan ervaringsdeskundigen binnen de zorgverlening is groot. HBO-opgeleide zorgverleners met eigen cliënt- of probleemervaringen op het gebied van verslaving of psychiatrie geven aan het moeilijk te vinden om hun ervaringsdeskundigheid een duidelijke en volwaardige plek te geven in hun werk. Veel zorgorganisaties moeten wennen aan het idee dat ook zorgprofessionals ervaringsdeskundig kunnen zijn. Deze zorgprofessionals hebben behoefte aan kennis en praktische handvatten zodat zij hun ervaringsdeskundigheid goed kunnen benutten. In dit praktijkgerichte onderzoeksproject wordt samengewerkt tussen Windesheim en hogeschool Utrecht en vier grote zorginstellingen (GG-Net, RIBW-GO, MEE-IJsseloevers en Trajectum), met cliëntenpopulaties met complexe problematiek. De centrale onderzoeksvraag luidt: Op welke manier kan de ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals een bijdrage leveren aan het persoonlijk en maatschappelijk herstel van mensen met psychiatrische problemen en verslaving? Doelstelling van dit project is het opdoen van nieuwe kennis waarmee zorgprofessionals hun ervaringsdeskundigheid op een professionele en effectieve manier kunnen inzetten. Het onderzoek beoogt hiermee bij te dragen aan het bestrijden van de participatieachterstand van mensen met verslavings- en psychiatrische problemen. Dit project levert naast praktijkverbetering producten voor zorg en onderwijs: handleidingen voor zorgprofessionals-ervaringsdeskundigen (in opleiding); kennis over duurzame positionering en kwalitatieve borging van ervaringsdeskundigheid en tot slot een verzameling inspirerende, gevalideerde exemplarische voorbeelden van de bijdrage van ervaringsdeskundigheid van zorgprofessionals.
Eén van de centrale producten die het project ‘ICT en Domotica bij Transitieplanning voor mensen met autisme’ heeft opgeleverd is een transitieplan voor het begeleiden van jongeren met autisme naar meer zelfstandigheid op de domeinen wonen, leren en werken (van de Wijdeven, 2013; zie: http://www.han.nl/onderzoek/werkveld/onderwerpen/zelfredzamer-door-ict). Het transitieplan diende als basis voor de inzet van de ICT-middelen. De kernvisie was dat men ICT-middelen niet per betrokken organisatie moet inzetten, maar dat de ICT-middelen ondersteunend moeten zijn voor het persoonlijk plan van de jongeren met autisme. Vanuit deze visie is een methodiek ingezet waarmee de jongere met zijn/haar sociale netwerk tot een plan komt dat leidend zou moeten zijn voor de behandel- en ondersteuningsplannen van de betrokken organisaties: Person Driven Planning (PDP). Als uitvloeisel van dit plan is een aansluitende pilot uitgevoerd waarin de visie en methodiek van PDP succesvol is toegepast bij de doorstroom van jongeren van het behandelcentrum Dr. Leo Kannerhuis (LKH) naar het RIBW Arnhem en Veluwe Vallei. In een HAN-lectoraatonderzoek onder medewerkers die met deze nieuwe werkwijze aan de slag gingen kwamen een aantal aanbevelingen naar voren die de PDP-toepassing aanzienlijk zouden verbeteren. Een belangrijk knelpunt was dat medewerkers een aanspreekpunt miste voor de toepassing van de methodiek. Hierover volgde in het eindrapport van de pilot het volgende advies: Kennis en ervaring bundelen en concentreren in een Expertteam van “naturals en learners” uit de betrokken organisaties, met praktische en inhoudelijke ondersteuning van docenten, studenten en onderzoekers van de HAN binnen het concept van de Leerwerkplaats. Het Expertteam dient als vraagbaak en aanspreekpunt voor de medewerkers van LKH en RIBW. Het Expertteam monitort de ondersteunende instrumenten (GAS, ORS & SRS, Quli), ondersteunt medewerkers in het gebruik en ontwikkelt waar nodig. Het Expertteam heeft een trekkersrol vanuit eenzelfde visie op netwerkzorg, toegepast door alle medewerkers van beide organisaties. Het lectoraat Levensloopbegeleiding bij Autisme is betrokken, niet alleen vanuit onderwijsoogpunt, maar ook m.b.t. onderzoek en innovatie. Tevens wordt aanbevolen om de werkwijze uit te breiden naar 1) andere afdelingen binnen de jongerenlijn van het LKH, en 2) andere uitstroompartners van het LKH (zoals Siza, Plurijn, Zorgburo de Liemers, Woonzorgnet, School de Brouwerij, Kristallis school, gemeenten). Voordat dit mogelijk is moet het Expertteam daadwerkelijk worden geformeerd met medewerkers uit de organisaties en docenten, studenten en onderzoekers van de HAN. Er moet tot een gezamenlijke werkwijze van het Expertteam worden gekomen die wordt beschreven in een handleiding, die vervolgens kan worden toegepast bij toetreding van nieuwe netwerkpartners, of in contexten waarin ook met de PDP-methodiek in een zorgnetwerk wordt gewerkt (ook met andere doelgroepen).