Bedrijfsoverdrachten leiden tot innovatie en groei in het mkb. In 2011 is voor het eerst onderzoek gedaan naar de economische gevolgen van bedrijfsoverdrachten (Van Teeffelen, 2012). Wat is de situatie eind 2014, begin 2015? Steekproef vergelijkbaar met 2011 Er is een random steekproef van 4350 ondernemers getrokken in drie rondes. 2428 ondernemers hebben deelgenomen aan het onderzoek. De dataset is goed vergelijkbaar met de trekking in 2011. Kwaliteit en aantal bedrijven in overdracht is toegenomen Het aantal bedrijven in de verkoop is sterk gestegen: van 23.500 in 2011 naar 55.700 bedrijven nu. 10% van alle bedrijven met personeel staat nu te koop, een verdrievoudiging in vergelijking tot 2011. De kwaliteit van de bedrijven is toegenomen. Bedrijven zijn gegroeid in personeelsleden van 5,8 naar 7,3 fte. Het zijn vooral familiebedrijven die nu in de verkoop staan. Verkopende ondernemers beschikken over meer aan- of verkoopervaring, de bedrijven zijn minder afhankelijk van de ondernemer, de vraagprijs bij verkopende ondernemers lijkt realistischer. Verkopende ondernemers exporteren meer. Het percentage bedrijven dat kansrijk is bij verkoop is gestegen van 44% naar 53%. Punt van zorg is de toename van de ondernemersleeftijd bij verkoop: van begin vijftig in 2011 naar zestig jaar in 2014/15. Kwaliteit en aantal bedrijven in opheffingen afgenomen Het aantal bedrijven in opheffing is afgenomen van bijna 59.000 in 2011 naar 53.000 in 2014/2015. De kwaliteit van de bedrijven in opheffing is sinds 2011 achteruit gegaan. Zij zijn in personeelsomvang gekrompen en lopen achter qua innovaties. Ook zijn bedrijven in opheffing minder kansrijk geworden bij een eventuele verkoop. Bij opheffingen gaan jaarlijks 2,0% van alle banen in Nederland verloren. Economische effecten van bedrijfsoverdrachten fors gestegen. Bij overdrachten staan nu 7,1% van alle voltijdsbanen op het spel. Het afbreukrisico voor de Nederlandse economie is sterk toegenomen. Het werkgelegenheidsverlies als gevolg van mislukte overdracht is in vergelijking tot 2011 verdubbeld, de omzetderving en kapitaalvernietiging zijn verviervoudigd.
DOCUMENT
Doelstelling en resultaatToen we in 2012 startten met de voorbereidingen voor het onderzoek ‘Waarderen van inkoop door MKB’ (W!M), wilden we ondernemers helpen de crisis door te komen. Het idee was de ondernemers te voorzien van praktische oplossingen om de inkoopresultaten en daarmee de bedrijfsresultaten te verbeteren. Daar was best behoefte aan, want op dat moment gingen dagelijks 70 midden- en kleinbedrijven failliet.Onze oorspronkelijke ambitie was dan ook om inkoopinstrumenten te ontwikkelen waarmee de ondernemers tot betere inkoopprestaties konden komen. Deze ambitie was verwoord in de volgende doelstelling:MKB ondernemingen te ondersteunen in het verbeteren van hun bedrijfsresultaten door middel van het ontwikkelen en aanreiken van evidence based inkoopinstrumentarium geënt op de primaire taken van de Inkoopfunctie, zoals die in de inkooppraktijk van het MKB voorkomen.De eerste fase van het onderzoek leerde ons, dat we deze ambitie moesten verbreden: van het specialisme ‘Inkoop’ naar bedrijf breed Verkoop – Inkoop managementinstrumentarium. Immers, tijdens de eerste fase van het onderzoek werd duidelijk dat een midden en klein bedrijf niet functioneert op basis van specialistische functies, maar functioneert als een klantgerichte keten van activiteiten. Een te ontwerpen managementinstrument zou deze wijze van werken dienen te ondersteunen. Een managementinstrument ondersteunt per slot de werkwijze van een bedrijf en niet dat die werkwijze fundamenteel wordt aangepast om een instrument te kunnen laten functioneren. De ambitie om de effectiviteit van deze instrumenten in de praktijk bij bedrijven te testen, is dezelfde gebleven. De functie van dit onderdeel van het onderzoek, de test in de praktijk, is om het ontwerp van het managementinstrumentarium ‘op maat van het MKB’ te krijgen. Dat betekent: gebruiksvriendelijk (zonder hulp van buitenaf bv. externe adviseurs), en passend bij de bestaande werkwijze van het MK-bedrijf.Samen met ondernemers en medewerkers uit zestien MKB’s en met studenten en docent/onderzoekers van de Hogeschool Windesheim en Hanzehogeschool Groningen hebben we hier de afgelopen jaren aan gewerkt. Drie prototypen instrumenten hebben we daadwerkelijk ontwikkeld en zijn bij MK-bedrijven getest. De testresultaten zijn inmiddels verwerkt. Zeven ideeën voor instrumenten liggen nog op de plank. In dit verslag rapporteren we over de ontwikkeling van de management instrumenten: LOOP, VC en FIT.
DOCUMENT
De EU verbiedt vanaf 2035 de verkoop van personenauto’s en bestelbusjes met een ouderwetse verbrandingsmotor. Deze maatregel is onderdeel van de ‘Fit-for-55’-afspraken waarmee de CO2-uitstoot met 55% naar beneden moet gaan, zo legt VVD-Europarlementariër Jan Huitema uit aan Brusselse Nieuwe. Over ruim tien jaar mogen nieuwe auto’s niets meer uitstoten en dat betekent ook het einde van hybride exemplaren. Die veroorzaken immers nog steeds uitstoot.
MULTIFILE
Colleges and universities of applied sciences are involved in a wide range of activities related to international business education. International collaborations have always raised concerns because the participants in theseactivities coming from various jurisdictions also bring certain security and legal risks. The universities and their SME partners are therefore subject to the rules of deemed export. Multinational companies have internal regulations, trainings and processes to ensure compliance with export control rules. The Members of the COMMITTED consortium found that many European universities and partnerSMEs involved in international business education lack such internal regulations, trainings and processes. The Manual on Deemed Export in Academia for International Business Educators has been developed as a guide to support compliance critical thinking and due diligence in handling public security issues.
DOCUMENT
In deze openbare les geef ik in vogelvlucht een overzicht van recente kennis, onderzoek en (inter)nationaal beleid op het gebied van bedrijfsoverdracht. In hoofdstuk 1 baken ik het domein en de theorieen af en formuleer ik een onderzoeksagenda. In hoofdstuk 2 ga ik in op het belang van bedrijfsoverdrachten voor nationale economieen in Europa en op een kader voor beleid bij bedrijfsoverdrachten. Hoofdstuk 3 bespreekt het profiel van overnemers en opvolgers in vergelijking tot starters en de effecten van hun profiel op de bedrijfsresultaten. In hoofdstuk 4 zet ik de aandachtspunten voor de 'body of practice' uiteen, waaronder het gebruik van de Opvolgingsscan, een instrument waarmee ondernemers kunnen zien hoe zij ervoor staan in de aanloop naar verkoop van het bedrijf.
DOCUMENT
'Lock-in of corporate customers and consumers', zo beoordeelde Zhou (2006) het businessmodel van Microsoft dat ten grondslag ligt aan de verkoop van het webserviceplatform .NET.
DOCUMENT
Urban areas provide a promising context for upcycling due to the concentration of consumers and existence of bulky waste resources. Hence, upcycling initiatives emerge across European cities, but little is known about their manifestations. Building on interviews with twenty-four stakeholders from the urban upcycling ecosystem and three focus groups sessions, a morphological model was created with internal and external business model characteristics to analyse a database of 172 collected Dutch urban upcycling initiatives in the furniture and interior sector. The morphological analysis led to eleven urban upcycling manifestations with distinct business model characteristics that make up five generic categories and a landscape of urban upcycling which facilitate future research into the topic. A research agenda to study quantitative implications, regional differences, collaborative experimentation and scaling strategies of urban upcycling is proposed. Practically, the typology may facilitate policy makers and practitioners to create, scale or accelerate urban upcycling initiatives.
MULTIFILE
Rapport IEBB (Integrale Energietransitie Bestaande Bouw) De energietransitie vraagt de komende jaren een grondige renovatie van de bestaande woningvoorraad. Wooncomplexen die in bezit zijn van woningcorporaties lenen zich in principe goed voor grootschalige aanpak voor verduurzaming. In de loop der jaren is echter ook een gedeelte van het woningbezit van woningcorporaties verkocht. Deze verkoop heeft geleid tot een gespikkeld woningbezit. Dit belemmert grootschalige woningrenovatie. Het project Energietransitie in Gespikkelde wijken richt zich op deze problematiek en vormt onderdeel van het IEBB-project te weten activiteit 4 van deelproject 7.2. Het valt binnen Thema 7 Keteninnovatie en binnen onderdeel 7.2 Eenduidige vraag- en vraag-aanbodbundeling. Voor het project is een afbakening gemaakt naar grondgebonden woningen (dus zonder VvE-structuur) die voorheen eigendom waren van woningcorporaties. Het gaat dus om wijken met voormalige sociale huurwoningen (destijds in bezit van woningcorporaties); veelal rijtjeshuizen en veelal geschakelde woningen. De afbakening houdt in dat complexen en appartementen met een VvE-structuur niet de focus hebben. Ook verkocht eigendom dat voorheen in bezit was van institutionele beleggers vormt niet de focus in dit project.
DOCUMENT
Hoewel consumenten aangeven duurzame aspecten van kleding belangrijk te vinden, vertaalt dit zich niet direct in de aankoop van meer duurzame kleding. Uit een enquête van TMO Fashion Business School onder de klanten van mkb multi-brand fashionretailers (steekproefgrootte= 363) blijkt dat 61% van de ondervraagden niet weet welke merken duurzaam zijn en behoefte hebben aan transparantie hierover. Daarnaast vindt 71% de communicatie van verkoopmedewerkers over duurzaamheid slecht (Van der Laan, 2022). Wat kunnen mkb multi-brand fashionretailers doen om hun assortiment duurzame kleding beter te verkopen? Om antwoord te geven op bovenstaande vraag is Next Fashion Retail (NFR) opgericht; een SIA onderzoeksproject van De Haagse Hogeschool, TMO Development Center, Cube Retail en branchepartners Modint, Inretail en Euretco. Next Fashion Retail onderzoekt hoe moderetailers de online en offline retailomgeving kunnen inzetten om de verkoop van duurzame kleding te stimuleren (Van der Laan, 2022). Het onderzoeksproject van NFR is gestart met de onderzoeksvraag: Hoe kunnen mkb multi-brand fashion retailers hun customer journey inrichten om de verkoop van duurzam(er)e kleding te vergroten? In het voorjaar van 2022 zijn op basis van deze eerste onderzoeksresultaten innovaties ontwikkeld door designstudenten, die retailers helpen hun duurzame mode-aanbod beter te verkopen (Van der Laan, 2022). Het winnende design idee van het NFR onderzoek zijn de informatieve hangers van Maaike Roos: Deze zogenaamde ‘conversation pieces’ stimuleren de dialoog tussen medewerkers en klanten over duurzaamheid en zorgen ervoor dat zowel medewerkers als klanten meer informatie over duurzamere keuzes krijgen. Er zijn 3 categorieën geformuleerd met 6 vragen, vijf op de hangers en éen op de ‘give away’ bij de kassa. De drie categorieën zijn: materialen, makers en care. De categorie materialen bestaat uit de materialen: katoen, polyester, viscose en wol. De categorie ‘ makers’ bestaat uit een shelftalker en een hanger eveneens de categorie ‘care’. Het onderzoek is zowel on- als offline: het offline gedeelte wordt uitgevoerd door studenten van TMO Fashion Business School en zal worden uitgevoerd bij negen retailers in de periode van 14 oktober tot 9 december 2022 (zie tabel 1.0). Het online gedeelte wordt uitgevoerd door studenten van de opleiding Ondernemerschap en Retailmanagement van de Haagse Hogeschool.
DOCUMENT
De verkoop van Essent aan het Duitse RWE is om meerdere redenen zeer onverstandig. Prof Hans Schenk heeft overtuigend aangetoond dat Essent en ook Nuon kwa grootte goed renderen en bestaansrecht hebben. Het algemeen belang moet niet verkwanseld worden.
DOCUMENT