Bedrijventerreinen hebben grote potentie als het gaat om de urgente transitievraagstukken van nu, zoals verduurzaming en de leefbaarheid van steden. En dat is nog los gezien van de bijdrage aan de werkgelegenheid en (circulaire) economie. Toch blijft de politiek veel te eenzijdig inzetten op woningbouw, constateert Cees-Jan Pen. Het verduurzamen van bedrijventerreinen is een gezamenlijke opgave, stelt John van Veen, die met PVB Nederland oplossingen dichterbij wil brengen. ‘Energyhubs kunnen een belangrijke rol gaan spelen in het energienetwerk van de toekomst.
LINK
As a consequence of climate change and urbanization, many cities will have to deal with more flooding and extreme heat stress. This paper presents a framework to maximize the effectiveness of Nature-Based Solutions (NBS) for flood risk reduction and thermal comfort enhancement. The framework involves an assessment of hazards with the use of models and field measurements. It also detects suitable implementation sites for NBS and quantifies their effectiveness for thermal comfort enhancement and flood risk reduction. The framework was applied in a densely urbanized study area, for which different small-scale urban NBS and their potential locations for implementation were assessed. The overall results show that the most effective performance in terms of flood mitigation and thermal comfort enhancement is likely achieved by applying a range of different measures at different locations. Therefore, the work presented here shows the potential of the framework to achieve an effective combination of measures and their locations, which was demonstrated on the case of the Sukhumvit area in Bangkok (Thailand). This can be particularly suitable for assessing and planning flood mitigation measures in combination with heat stress reduction.
DOCUMENT
Bijna één op de vijf Nederlandse huishoudens heeft problematische schulden of een risico daarop (Westhof, De Ruig & Kerckhaert 2015). Het aantal huishoudens met financiële problemen is sinds het begin van de economische crisis steeds verder gegroeid. In 2017 lijkt deze groei te stoppen. Maar doordat actuele en betrouwbare cijfers over alle schulden tezamen ontbreken, kunnen geen harde uitspraken gedaan worden over het aantal huishoudens dat op dit moment in de schulden zit. Het lijkt erop dat het aantal huishoudens met financiële problematiek niet meer stijgt (BKR 2017; NVVK 2017), maar het is nog te vroeg om echt een trendbreuk te kunnen constateren. Duidelijk is dat de problematiek nog steeds zeer actueel is en vele Nederlanders direct en indirect treft.
DOCUMENT
Deze notitie beoogt een bijdrage te leveren aan de discussie over sociale integratie in Limburg in het algemeen en aan de emancipatie en integratie van enkele (doel)groepen in de provincie Limburg, te weten: jongeren, allochtonen en homoseksuelen in het bijzonder.
DOCUMENT
De reclassering werd recent geconfronteerd met Kamerstuk 32 319, nr. 5, vergaderjaar 2010-2011. Het betreft een 'Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling'. Het gaat hier onder meer om aanpassing van artikel 14g en 14h Wetboek van Strafrecht (Sr) en van de voorwaardelijke invrijheidstelling, waarvoor enkele onderdelen van artikel 15 Sr opnieuw worden vastgesteld. Uit de voorgestelde wijzigingen blijkt dat - als ze worden ingevoerd - er een grote mate van 'strengheid' zal worden doorgevoerd bij de uitvoering van voorwaardelijke straffen en de voorwaardelijke invrijheidstelling
DOCUMENT
Reclasseringswerkers leveren een belangrijke bijdrage aan de samenleving. Zij werken met burgers die worden verdacht of zijn veroordeeld voor strafbare feiten. Zij verminderen naar beste vermogen het risico op herhaling van een delict. En zij stimuleren het veranderingsproces dat nodig is voor het ombuigen van de criminele loopbaan. De praktijk van reclasseringswerkers is veelvormig. Zij doen onderzoek en geven advies, ze organiseren werkstraf en houden toezicht, zij voeren gedragsinterventies uit en leiden toe naar zorg. Deze taken worden vaak uitgevoerd door verschillende reclasseringswerkers, specialisten op een taakgebied. Maar deze specialisten kunnen niet zonder elkaar. Zij delen allen dezelfde maatschappelijke opdracht en dezelfde unieke toegevoegde waarde in de justitieketen. Zij putten uit een gezamenlijk kennisdomein en zijn dragers van een gezamenlijk vakmanschap. Het vakmanschap van de reclasseringswerker. Tijdens het congres staat de verdere ontwikkeling van dit vakmanschap centraal. Reclasseringswerkers voeren een professionele dialoog, met elkaar en met andere betrokkenen. Een vruchtbare en open dialoog heeft structuur nodig. Net zoals als professionele ruimte richting en betekenis krijgt dankzij een kader. De dialoog vindt plaats aan de hand van een ideaaltypisch model waarin de essenties van professionaliteit – zoals gevonden in internationale literatuur – een plaats krijgen. Dit model wordt in deel I van deze bundel uiteengezet
DOCUMENT
Deze richtlijn is erop gericht verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg en in verpleeg- en verzorgingshuizen handvatten te geven om met geagiteerd gedrag om te gaan om agitatie en hiermee samenhangend probleemgedrag bij dementerende ouderen te verminderen. Hierdoor wordt naar verwachting een toename van de kwaliteit van leven van de dementerende ouderen en haar omgeving gerealiseerd. Het pakket bestaat uit een theoretisch deel en meerdere praktische bijlagen die u in de praktijk meteen kan toepassen: de richtlijn zelf is uitgewerkt in drie boekjes: een instructieboekje, een boekje met invulbladen en een boekje met Interventies. Daarnaast is een handzame interventiekaart ontwikkeld waarop op overzichtelijke wijze beschreven kan worden welke interventies worden uitgevoerd bij de geagiteerde oudere.
MULTIFILE
De lichamelijke gezondheid van patiënten met een ernstige psychische aandoening (EPA) verdient veel aandacht. Zij hebben een sterk verhoogd risico op verschillende lichamelijke aandoeningen. Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en andere hulpverleners kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een betere lichamelijke gezondheid van deze patiënten. Dit artikel beschrijft hoe hieraan systematisch kan worden bijgedragen door de inzet van e-health. Na het lezen van dit artikel: • kent u de belangrijkste gezondheidsrisico’s voor patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening; • kunt u beschrijven welke factoren bijdragen aan deze gezondheidsrisico’s; • kunt u de belangrijkste onderdelen voor een somatische screening beschrijven; • kent u de stappen voor het uitvoeren van een leefstijlanamnese; •weet u hoe u samen met de patiënt een leefstijlplan kunt opstellen en monitoren; •weet u hoe e-health u kan ondersteunen bij het werken aan een betere lichamelijke gezondheid van de patiënt.
DOCUMENT
In onderwijs- en arbeidsorganisaties bestaan grote problemen op het gebied van loopbaanontwikkeling. Veel scholieren en studenten vallen uit of switchen vroeg of vaak van opleiding. Veel arbeidsrelaties zijn voor werknemer of werkgever onbevredigend, maar duren toch voort. Uit onderzoek blijkt dat goede loopbaanbegeleiding helpt om dergelijke problemen te voorkomen of op te lossen. Hoewel hiermee in materiële en immateriële zin veel te verdienen valt, is goede loopbaanbegeleiding zeldzaam. Hoe komt dit? Er zijn de laatste jaren in het beroepsonderwijs grote investeringen in studieloopbaanbegeleiding gedaan. Waarom leveren deze inspanningen niet meer op? Waarom wordt in arbeidsorganisaties niet meer aan loopbaanbegeleiding gedaan? Hoe kan het beter? Dit zijn enkele van de vragen die in deze oratie aan de orde komen. Voor een deel wordt de stagnatie verklaard door de versnippering van het vakgebied. Daarnaast speelt het voortbestaan van hardnekkige, inadequate, maar dominante beelden een rol, zoals het beeld van 'de goede keuze', die het individu moet maken door informatie te verzamelen en na te denken. Wat is daar misleidend aan? Wat zijn de consequenties? Hoe kunnen we dit beeld bijstellen? Onder meer de risico's van reflectie komen aan de orde.
DOCUMENT
“Ik ben benieuwd hoelang het zal duren voor men ook kan schrijven: er is een tijd geweest dat men voor een pedofiel contact de gevangenis in ging. Iemand om die reden in voorarrest houden en een gevangenisstraf opleggen berust naar mijn overtuiging op een afschuwelijke vergissing, die rechtstreeks voortvloeit uit een taboe. Niet de rechter, maar de wetgever en dus wij allen blijven daar debet aan. Graag voeg ik mij bij mevrouw Mr. H. Singer-Dekker, waar zij schrijft dat ook zedendelinquenten vermoedelijk steeds meer gezien worden als mensen aan wie schuld ontbrak en die alleen behandeling behoeven.” 2 Wie het hier te bespreken onderzoek Gevangene van het verleden leest, weet dat de bovenstaande voorspelling (of is het hoop?) uit een publicatie uit 1970 maar zeer ten dele is uitgekomen. Behandeling en begeleiding in een justitieel kader zijn zeker gangbare reacties op gedrag van zedendelinquenten. Maar dat zedendelinquenten in onze tijd worden gezien als mensen aan wie geen schuld is toe te rekenen of die niet in de gevangenis terecht behoren te komen en slechts behandeling behoeven, is zeker niet gangbaar geworden. Integendeel, in het hier beschreven rapport wordt, in navolging van de Engelse criminoloog Stanley Cohen, in verband met zedendelinquenten geschreven in termen als ‘folk devils’ en ‘moral panic’. Deze begrippen zijn met name aan de orde als een ex-zedendelinquent vanuit de gevangenis of de TBS terugkeert in de samenleving. Het gaat daarbij niet om stigmatiserende begrippen maar om een analyse van de huidige situatie. Volgens Cohen, stellen de onderzoekers, worden politici, beleidsmakers, bestuurders, burgers, enzovoort soms door paniek bevangen wanneer zij worden geconfronteerd met regelovertredingen van personen, zoals voetbalvandalen, drugsgebruikers, pedofielen of straatrovers, die zij als een ernstige bedreiging zien voor de samenleving (p. 28).
LINK