Doel Overzicht geven van de literatuur over het effect van smartphone-apps en activiteitsmeters op een gezonde leefstijl. Opzet Systematische review. Methode In PubMed, de Cochrane Library, Embase en CINAHL zochten we naar relevante artikelen. Inclusiecriteria waren: (a) de interventie was een mobiele app of activiteitsmeter; (b) die bewegen en gezonde voeding stimuleerde; (c) bij volwassen mensen met een ongezonde leefstijl die nog geen aandoening hadden; (d) gericht op preventieve gezondheidszorg, gezondheidsbevordering of gezond gedrag; en (e) waarin het effect op fysieke activiteit, voeding of gewicht werd gemeten. Resultaten We includeerden 17 onderzoeken, waarvan 13 met apps en 4 met activiteitsmeters. Het effect van de apps op fysieke activiteit bij mensen met overgewicht of obesitas was in 6 onderzoeken positief en in 3 afwezig. Er was een positief effect op voeding dat in 3 onderzoeken significant en in 2 niet-significant was. Het effect op gewicht was in 6 onderzoeken positief en in 5 afwezig. De bewijskracht van de onderzoeken met apps was matig tot laag. Activiteitsmeters leken fysieke activiteit te kunnen verhogen, maar de kwaliteit van deze onderzoeken was laag. De effecten op gewicht waren tegenstrijdig en de effecten op voeding zijn niet onderzocht. Conclusie Apps hebben een globaal positief effect op de fysieke activiteit. Het effect op voeding en gewicht is onduidelijk, maar de trend is dat ze het voedingspatroon verbeteren. Ook activiteitsmeters kunnen de fysieke activiteit verhogen. Om gebruik van apps en activiteitsmeters te kunnen aanbevelen is echter grootschaliger onderzoek nodig, met beter uitgebalanceerde controlegroepen en een langere follow-upduur.
DOCUMENT
In dit review wordt een overzicht gegeven van effect van mobiele applicaties en activity trackers op een gezonde leefstijl. 17 artikelen werden geïncludeerd. De effecten van apps op beweeggedrag lijken positief. Het effect van apps op voeding en gewicht was wisselend. Maar er leek een trend te zijn voor verbetering van het voedingspatroon. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar effect van activity trackers op leefstijl, maar eerste resultaten laten een positieve invloed zien op beweeggedrag. Voor apps aanbevolen kunnen worden, is verder onderzoek nodig. Hiervoor is grootschalig onderzoek nodig met uitgebalanceerde controlegroepen en lange termijn follow-up testen.
DOCUMENT
Het Europese project Sport Empowers Disabled Youth (SEDY) heeft als doel een bijdrage te leveren aan het verhogen van sportparticipatie van kinderen met een beperking door de sportwens en het aanbod beter bij elkaar te brengen. De sportparticipatie van kinderen met een beperking blijft achter bij hun leeftijdgenoten zonder beperking (Von Heijden et al, 2013). Deelnemen aan sportactiviteiten heeft een positief effect op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen met een beperking (Crawford, 2015). Voor dit kwantitatieve onderzoek is een enquête afgenomen op drie sportdagen in Nederland voor cluster 3 en 4 scholen (n=89). Gemiddelde leeftijd was 14 jaar (SD 2,2). 65% tevreden is over het huidige sportaanbod, 48% zegt genoeg keus te hebben en 54% zegt dat sporten meer zelfvertrouwen geeft. Als ze een sport zouden willen doen in je vrije tijd dan blijkt dat 62% in een groep wil sporten en 55% wil sporten voor het plezier.
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 6 waarin wordt beschreven hoe de ontwikkelde leefstijlapp is geëvalueerd in een pilotstudie.
DOCUMENT
Objective: Patients with chronic limb threatening ischemia (CLTI) are at high risk for amputation and other cardiovascular adverse events. Nutrition-related symptoms and malnutrition are common in the CLTI population, and lead to worse clinical outcomes. Understanding of the factors influencing nutritional intake is required to determine whether optimization of nutritional intake in this population requires interventions. Therefore, this study aimed to describe perceptions and experiences on nutrition of patients with CLTI, and to identify perceived barriers and facilitators influencing their nutritional intake.Methods: In this phenomenological qualitative study, individual semi-structured, face-to-face interviews were conducted with patients with CLTI who lived independently. Interviews were transcribed verbatim, and reflexive thematic analysis was performed.Results: Twelve participants were interviewed. Five themes were generated: (1) lack of nutritional risk perception, (2) role of nutrition for health, functioning and surviving, (3) multiple factors influencing nutritional intake, (4) limited nutritional advice, and (5) no intention to change current nutritional intake.Conclusion: Patients with CLTI perceive nutritional intake as a necessity to survive and function. Patients express limited risk perception regarding adequate nutritional intake and undernutrition. Nutritional intake is mainly based on non-health related factors, as habits and taste, and multiple barriers hinder nutritional intake. Patients received no or only limited nutritional advice. Together this leads to an expressed lack of intention to change nutritional intake. Findings of this study stress the urgency for patient-centered nutritional support, to increase nutrition-related knowledge and motivation, to prevent or treat undernutrition, and may improve clinical outcomes in patients with CLTI.
DOCUMENT
Mensen met een lage sociaaleconomische status en/of een niet-Nederlandse achtergrond hebben een groter risico op leefstijlgerelateerde aandoeningen als hart- en vaatziekten en diabetes; leefstijlinterventie is vaak geïndiceerd. Om hen te ondersteunen bij gedragsverandering kunnen mHealth-toepassingen (gezondheidsapplicaties voor telefoon of tablet) mogelijkheden bieden. Voorwaarde is wel dat de toepassing persoonlijk is afgestemd op de doelgroep.1 In deze kwalitatieve studie is onderzocht welke mogelijkheden Hindoestanen zien voor het gebruik van dergelijke mHealth-toepassingen. Deze doelgroep heeft van nature een verhoogd risicoprofiel voor leefstijlgerelateerde ziekten. https://ntvd.media/artikelen/mhealth-voor-leefstijlinterventie-bij-hindoestanen/ Linkedin: https://www.linkedin.com/in/luka-van-der-veken-ab5532188/ https://www.linkedin.com/in/machteldvanlieshout/ https://www.linkedin.com/in/jacqueline-langius/
MULTIFILE
Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof. dr. H.R.B.M. Kummeling, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 1 december 2023 des middags te 12.15 uur.
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 4 waarin de programmamaterialen zijn ontwikkeld, getest en geproduceerd.
DOCUMENT
Purpose: To systematically review literature on nutritional intake, nutritional status and nutritional interventions, and to study their association with short- and long-term clinical outcomes in people with a major dysvascular lower limb amputation. Methods: PubMed, Ovid, CINAHL, and The Cochrane Library were searched. Studies were included if nutritional intake, nutritional status, or nutritional interventions in people with a major dysvascular lower limb amputation were analyzed. Results: Of the 3038 unique papers identified, 30 studies were included. Methodological quality was moderate (1 study) or weak (29 studies). Limited information was available on nutritional intake (2 studies) and nutritional interventions (1 study). Nutritional intake and nutritional status were assessed by diverse methods. The percentage of people with a poor nutritional status ranged from 1% to 100%. In some studies, measures of poor nutritional status were associated with adverse short- and long-term clinical outcomes. Conclusions: The percentage of people with a poor nutritional status is inconclusive in the major dysvascular lower limb amputation population, because of the heterogeneity of the assessment methods used. Some included studies reported a negative association between poor nutritional status and clinical outcomes. However, these results should be interpreted with caution, because of the limited quality of the studies available. Studies high in methodological quality and high in hierarchy of evidence are needed.IMPLICATIONS FOR REHABILITATION The proportion of people with a poor nutritional status in the major dysvascular lower limb amputation population is inconclusive. Poor nutritional status seems to affect clinical outcomes negatively. More uniformity in assessment of malnutrition in the major dysvascular lower limb amputation population is needed.
DOCUMENT
In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
DOCUMENT