De huidige landschapsinrichting komt steeds verder onder druk te staan. Klimaatverandering, weersextremen en langere periodes van nat en droog zorgen voor steeds meer problemen in het landschap en ook een afname in biodiversiteit en de stikstofcrisis eisen hun tol. Zo worden de hogere zandgronden steeds droger en neemt het risico op overstromingen door hevige buien toe. Het huidige landschap lijdt hieronder en vraagt om verandering. Een herinrichting van het landschap op basis van water- en bodemeigenschappen, biedt de oplossing. De casus is uitgevoerd in het Groene Woud, gelegen in de provincie Noord-Brabant. Het Groene Woud is 35.000 hectare groot en bevindt zich tussen ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. Het wordt gekenmerkt door een typisch beekdallandschap met tal van beken en natuur, vaak sterkverweven met agrarische activiteiten. Het doel van de casus Klimaatveerkrachtig landschap – het Groene Woud, is het ontwerpen van een herinrichting van het Groene Woud, waarbij al deze problemen mee worden genomen. De herinrichting is gedaan aan de hand van water- en bodemeigenschappen en biedt zowel landbouw als natuur de kans om zich optimaal te ontwikkelen binnen de grenzen van het Groene Woud.
MULTIFILE
Sinds 2010 produceert Nieuwater ultrapuur water uit effluent van de RWZI Emmen. Dit water wordt als proceswater geleverd aan de NAM in Schoonebeek. Op basis van bijna 10 jaar ervaring kan worden geconcludeerd dat RWZI-effluent een prima bron is voor industriewater, zeker wanneer grond- en oppervlaktewater relatief schaars zijn.
MULTIFILE
Stadsontwerpers werken graag met water. Een van de voordelen zou zijn dat waterelementen hitte in de stad verminderen en de gevoelstemperatuur op straat verlagen. Maar hoe verkoelend is stedelijk water nu echt? Volgensverschillende studies is een verkoelend effect van watervormen zoals vijvers, grachten en sloten nauwelijks merkbaar of zelfs afwezig.
MULTIFILE
De doelstelling van het project is het ontwikkelen van een breed gedragen basis voor samenwerking tussen de partners in het Living Lab Upper Citarum River Basin het opstellen van een breed gedragen Action Plan voor het toepassen van de beginselen van de circulaire economie als basis voor duurzame ontwikkeling van het Upper Citarum River Basin. In november 2016, heeft Hogeschool Van Hall Larenstein namens het Nederlandse Delta Platform een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met University of Technology Bandung (ITB). Hiermee is de totstandkoming van het Living Lab Upper Citarum Basin officieel bekrachtigd. Daarnaast zijn ook andere partijen zoals Telkom University, de Radboud Universiteit en Deltares betrokken en wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de functie van springplank die het Living Lab mogelijk voor het Nederlandse MKB kan bieden. Vlak na de totstandkoming van het Living Lab is afgesproken dat het Living Lab zich zal gaan richten op duurzame ontwikkeling en waterbeheer, waarbij de principes van de circulaire economie als leidend principe zullen worden toegepast. Bovendien is afgesproken om gezamenlijk te werken aan de ontwikkeling van on-derwijsmateriaal. Met dit project zullen tijdens werksessies met de betrokken partners en stakeholders in Bandung de meest veelbelovende kernthema’s voor samenwerking worden geïdentificeerd en verder concreet worden gemaakt. Hiervoor is het noodzakelijk om de ketens van stofstromen in het Citarum River Basin inzichtelijk te maken en hierbij kansen te identificeren voor het Nederlandse bedrijfsleven (MKB). In eerste instantie wordt hierbij ge-dacht aan bouwen met bagger, bouwen met plastic afval, building with nature, drinkwatervoorziening, afwate-ring en afvalwaterzuivering.
Achtergrond en vraagarticulatie Door klimaatverandering en toenemende vervuiling staat de beschikbaarheid van schoon grondwater en oppervlaktewater steeds meer onder druk. Tegelijkertijd stijgt de vraag naar schoon water, voor drinkwaterproductie, industrie en landbouw. Hergebruik van gezuiverd rioolwater (effluent) kan een oplossing bieden. De maatschappelijke winst door het vergaand zuiveren en hergebruiken van effluent is veelzijdig, zowel ecologisch als economisch, maar sterk afhankelijk van locatie-specifieke situaties. Keuzes met betrekking tot hergebruik vereisen zorgvuldige en integrale afweging van verschillende belangen, kosten en baten. Onderzoeksvraag en doel De centrale onderzoeksvraag luidt: “Hoe leiden in locatie-specifieke situaties, het watersysteem, sociaaleconomische factoren, en de inzet van waterzuiveringstechnologie tot maatschappelijk verantwoorde keuzes m.b.t. (her)gebruik van RWZI-effluenten voor ecologie en economie”? Het projectdoel is om een afwegingskader te ontwikkelen dat waterschappen en drinkwaterbedrijven rationele onderbouwing biedt bij de maatschappelijke verantwoording van keuzes over de bestemming van (additioneel-gezuiverd) effluent. Aanpak en resultaat Voor de ontwikkeling van het afwegingskader wordt in verschillende casusgebieden de watervraag- en aanbod in kaart gebracht en worden knelpunten rond de (toekomstige) beschikbaarheid van water voor de diverse belanghebbenden geanalyseerd. Vervolgens wordt onderzocht hoe effluentlozingen doorwerken op de kwaliteit van grondwater en oppervlaktewater en met welke technieken deze kwaliteit duurzaam verbeterd kan worden. Tot slot wordt een model ontwikkeld, dat de basis vormt voor een integraal afwegingskader, waarmee in specifieke situaties rationele grondslag wordt geboden aan keuzes rond de inzet van effluent ten behoeve van een robuuste watervoorziening. Via multi-criteria-analyse wordt onderzocht in welke situaties en op welke manier vergaande zuivering en hergebruik van effluent het meest kansrijk is. Consortium In dit project werken hogescholen, waterschappen en drinkwaterbedrijven op een unieke manier samen, waarmee de interactie tussen praktijk, onderzoek en onderwijs, wordt gestimuleerd. De kwaliteit en doorwerking naar beroepspraktijk, onderzoek en onderwijs wordt vergroot door samenwerking met vertegenwoordigers van kennisinstellingen, overheden, industrie, natuur en landbouw.
Deze aanvraag heeft tot doel een haalbaarheidsstudie uit te voeren voor een unieke vinding die op de Haagse Hogeschool is gedaan van een nieuw soort waterzuiveringsapparaat dat met zeer weinig energie zout uit zilt water haalt. De toepassingen zijn: zuivering van te zout lozingswater van tuinbouwbedrijven, drinkwatervoorziening in aride gebieden met te zout grondwater, en irrigatie in deze gebieden voor kleine land- en tuinbouwbedrijven. Voor de productie en marketing worden twee start-up bedrijven opgezet. Het project verkent de mogelijkheden van productie en marketing door inzet van lectoren, docenten en studenten van de Haagse Hogeschool.