Waarom groene waterzuivering, en welke plaats neemt groene waterzuivering in de waterketen in? Verder is de vraag belangrijk wanneer we voor technische en wanneer we voor groene waterzuivering kiezen. In hoofdstuk 1 zal dit besproken worden. In hoofdstuk 2 zetten we een aantal aspecten van waterzuivering op een rij, en bespreken we hoe groene resp. technische waterzuivering hierop scoren. Om de plaats van groene waterzuivering in de tijd aan te geven, schetsen we in hoofdstuk 3 een korte geschiedenis van de waterzuivering en geven we de ontwikkelingen daarin aan. In hoofdstuk 4 volgen de aspecten en doelen van groene waterzuivering. We laten andere technieken buiten beschouwing, zoals membraanfiltratie, chemische technieken enz. Nadrukkelijk krijgt hier beleving en biodiversiteit een plaats. Het beleid en wet- en de regelgeving worden hier ook behandeld. Van belang is de probleemanalyse van (afval)waterstromen en stoffen helder te hebben. Dan weten we van welk systeem we gebruik moeten maken. Dit komt in hoofdstuk 5 aan de orde. In hoofdstuk 6 worden de systemen van groene waterzuivering uitgelegd. Gestart wordt met een matrix waarin per systeem duidelijk wordt voor welke afvalstromen dit geschikt is. Van elk systeem worden de volgende aspecten beschreven: - technische beschrijving + foto + doorsnede; - zuiveringsrendementen per stof; - dimensionering (min./max. omvang); - toepassingsgebied; - beheer; - aanleg- en beheerkosten; - bijdrage biodiversiteit/beleving; - aandachtspunten/randvoorwaarden voor het ontwerp, waarin beheer en kosten een rol spelen. In hoofdstuk 7 komt de monitoring aan bod. Ten slotte wordt in hoofdstuk 8 het Handboek afgesloten met praktijkvoorbeelden.
DOCUMENT
Hogeschool Van Hall Larenstein focust met onderwijs en praktijkgericht onderzoek op het realiseren van transities met betrekking tot landbouw, voedsel, water, klimaat en leefomgeving. De klimaat-, biodiversiteit- en wateropgaven in Nederland hebben onvoldoende voortgang, omdat we vastzitten in het bestaande landbouwsysteem. De kosten die zijn gekoppeld aan transformatie naar een eigentijds, volhoudbaar landbouwsysteem worden onterecht bij de boer neergelegd. We komen hierdoor niet in transitie.
DOCUMENT
In de gemeente Oostzaan is een opvangbekken voor regenwater gerealiseerd waarbij het regenwater vertraagd, via een ‘zuiverende dijk’, in het oppervlaktewater terecht komt. De dijk maakt deel uit van een innovatief watersysteem, dat is aangelegd op het nieuwe bedrijvenpark De Bombraak in de gemeente Oostzaan. Speciale steensoorten in de dijk en het wateropvangbekken zuiveren het regenwater, zodat de kwaliteit van het oppervlaktewater op peil blijft.
DOCUMENT
In Nederland en omringende landen zijn in de afgelopen jaren en decennia verschillende projecten gerealiseerd rond decentrale innovatieve concepten voor afvalwaterbehandeling en gebruik van re-genwater. Om gemeenten, waterschappen en andere belanghebbenden een rationele grondslag te bieden voor keuzes m.b.t. de inrichting van de stedelijke waterketen (wel of niet decentraal, wel of niet brongescheiden), is in dit KIEM project de potentie en beperkingen onderzocht van nieuwe en circulaire sanitatieconcepten, zoals brongescheiden sanitatie en lokaal (her)gebruik van regenwater op woonwijk schaal. De vraag is wat we kunnen leren van ervaringen bij gerealiseerde projecten, en welke rationele basis er is om, met name bij nieuwbouwplannen, een trendbreuk teweeg te brengen in de richting decentrale oplossingen voor waterzuivering en waterhergebruik op wijkniveau, als al-ternatief voor de huidige, centrale systemen. Daartoe zijn negen verschillende gerealiseerde pro-jecten, operationeel op praktijkschaal, verkend aan de hand van literatuurstudie, data-analyse, inter-views, enquêtes en scenarioberekeningen. Verschillende prestatie-indicatoren, o.a. met betrekking tot terugwinning van grondstoffen, waterkwaliteit, hergebruik en kosten zijn inzichtelijk gemaakt. Bo-vendien is onderzoek gedaan naar de acceptatie van burgers m.b.t. governance structuren (top-down versus bottom-up) als het gaat om de stedelijke waterketen en diensten m.b.t. waterlevering en wa-terbehandeling.Uit dit verkennende onderzoek is gebleken dat alternatieve systemen (brongescheiden sanitatie met vacuümriolering en lokaal gebruik van regenwater) voor toiletspoeling, evt. tuin en wasmachine tot substantieel minder gebruik van drinkwater leiden. Bovendien wordt met separate inzameling en be-handeling van zwart- en grijswater de terugwinning van nutriënten (N, P, C) gestimuleerd en is er bij decentrale behandeling van grijswater jaarrond aanvoer van schoon water wat met name in droge periodes meerwaarde heeft. Daarentegen leiden systemen op wijkschaal, mede vanwege de relatief kleine schaal, tot relatief hoge financiële kosten, d.w.z. in vergelijking met de kosten voor aanleg en beheer van reguliere systemen. Daarbij wordt benadrukt dat vergelijking van kleine, decentrale sys-temen met de huidige, grootschalige centrale (afval)watersystemen lastig is vanwege de relatief ge-ringe hoeveelheid data die beschikbaar is m.b.t. prestatie-indicatoren van decentrale systemen. We kunnen daarom slechts voorlopige en minder harde uitspraken doen over een aantal prestaties van decentrale concepten, bijv. m.b.t. waterkwaliteit. Bovendien is de beoordeling van prestatie-indicato-ren problematisch vanwege ongelijksoortigheid. De huidige grootschalige systemen zijn goeddeels uit-ontwikkeld (innovatie was gericht op kostenefficiency), terwijl decentrale, nieuwe vormen van sani-tatie nog volop in ontwikkeling zijn, met duurzaamheid als drijfveer.Aandachtspunten en vragen liggen met name op het gebied van governance. In de huidige inrichting en organisatie van de waterketen zijn de verantwoordelijkheden, beleidsontwikkeling en operatie in-stitutioneel geborgd en sectoraal verdeeld (waterbedrijf, gemeente en waterschap). Nieuwe vormen van sanitatie en gebruik van regenwater op wijkschaal brengen de noodzaak tot vergaande samen-werking en nieuwe vraagstukken met zich mee.Om de prestaties van grootschalige, centrale systemen m.b.t. afvalwaterbehandeling en watervoor-ziening beter te kunnen vergelijken met decentrale systemen op wijkschaal wordt aanbevolen om gelijktijdig te innoveren op beide schalen, waarbij de innovatie (ook op grote, centrale schaal) gericht is op klimaatadaptatie en aansluiting bij de circulaire economie. Belangrijk daarbij is langjarige data-verzameling en monitoring, zodat de integrale prestaties van concepten en systemen kunnen worden gevolgd, beoordeeld en verbeterd, in de context van integrale duurzaamheid. Daarnaast wordt aan-bevolen om, indien mogelijk, decentrale (afvalwater)systemen op wijkniveau op te schalen naar een grootte van minimaal 3.000 inwoners, om het (op berekeningen gebaseerde) veronderstelde break-evenpoint (kosten decentraal vergelijkbaar met grootschalige, centrale systemen) in de praktijk te ve-rifiëren. Gerealiseerde projecten, bijv. Reitdiep in Groningen of Waterschoon in Sneek, kunnen wor-den benut voor verdere innovatie gericht op kringloopsluiting en circulaire economie.
DOCUMENT
Studenten van de opleiding Realisatie van Hogeschool Van Hall Larenstein onderzoeken al jaren ongebaande paden om voor complexe problemen innoverende oplossingen te vinden en daarmee aansprekende projecten te realiseren. In deze projecten staat eco-engineering centraal, het ontwerpen met natuurlijke technieken. Dit boek geeft een beschrijving van de zoektocht naar nieuwe opdrachten vanuit de major Realisatie. Met ideeën en experimenten met olifantsgras bij Schiphol, het Dobberend bos en de ontaarde boom, die in detail worden beschreven.
DOCUMENT
Het nieuwe bedrijventerrein Bombraak in de gemeente Oostzaan heeft sinds kort een wateropvangbekken. Op zich niet zo bijzonder, maar de invulling ervan is dat des te meer. Het bekken fungeert als proefstation voor het zuiveren van regenwater. Speciale stenen moeten ervoor zorgen dat het water gezuiverd naar het oppervlaktewater stroomt.
LINK
Klimaatverandering in combinatie met verstedelijking heeft tot gevolg dat riolering de hevige regenval steeds minder goed aankan, wat voor toenemende overlast zorgt. Om dit tegen te gaan is Eduard van Vliet met behulp van Jeroen Meulenkamp een product, genaamd 'de Stadsspons', aan het ontwikkelen dat in stedelijke omgeving bijdraagt aan waterretentie van hemelwater en daarnaast gezuiverd water aanbiedt aan omwonenden, waarbij het simultaan sociale functies vervult. Dit rapport dient om advies te geven over op welke manieren die functies het beste ingevuld kunnen worden voor de ontwikkeling en het latere gebruik van de Stadsspons.
DOCUMENT
Terwijl de bevolkingsontwikkeling in Europa stagneert, groeien steden nog steeds. Ze bieden immers een hoog voorzieningenniveau en de economische activiteiten concentreren zich daar steeds meer. Waar veel van deze activiteiten in het verleden aan een plek gebonden waren door lokale beschikbaarheid van grondstoffen of verkeersvoorzieningen, is dat tegenwoordig niet meer het geval. Nabijheid van relevante kennis en contacten, en een aantrekkelijk klimaat voor het personeel spelen daardoor meestal de hoofdrol bij locatiekeuzes. Steden consumeren meer energie en grondstoffen dan het platteland. Dat is merkwaardig, want door de kortere afstanden zouden allerlei voorzieningen in de stad juist efficiënter tot stand kunnen worden gebracht.Steden hebben ook stevige ambities m.b.t. klimaat en grondstoffenkringloop. Duurzame energie en recycling zijn daarvoor belangrijke middelen, maar ook het optimaal gebruik maken van mogelijkheden tot symbiose van infrastructuren mag hierin niet worden onderschat. Dit laatste is echter vaak ingewikkeld: technieken zijn niet op elkaar afgestemd, en organisaties die infrastructuren beheren, stellen hun eigen autonomie erg op prijs. Ook de politiek werkt niet altijd mee: met innovaties in de stedelijke infrastructuur kan veel mis gaan, en als dat gebeurt, heeft een verantwoordelijk wethouder erg veel uit te leggen. En wat valt er te winnen? Geld in de grond leidt tot weinig zichtbaarheid. Blame avoidance is dus een belangrijke hindernis. Toch moet er iets gebeuren: klimaatproblematiek en schaarste van grondstoffen dreigen. Groene innovatie die infra-systemen bij elkaar brengt, vraagt om gezamenlijk nadenken en constructief vormgeven aan de toekomst van de stad. Scenario’s kunnen helpen om deze creativiteit los te maken en grotere groepen van de bevolking te engageren. Het lectoraat Stedelijk Metabolisme ontwikkelt strategieën waardoor slimme oplossingen mogelijk worden voor een efficiëntere stad. Het richt zich vooral op toekomstbestendige infrastructuur: wegen, kabels, buizen, kanalen, railverbindingen en de systemen waar zij deel van uit maken.
DOCUMENT
Cobouw, 10 mei 2013 over het project 'Op weg naar de goede vraag'
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Duurzame Watersystemen aan hogeschool Van Hall Larenstein op vrijdag 1 november 2019. Voldoende en schoon zoetwater is van levensbelang. Toch is het niet vanzelfsprekend. Door intensivering landbouw, groei van bevolking en welvaart, neemt het gebruik van schoon zoetwater toe. Tegelijkertijd komen grond- en oppervlaktewater meer onder druk te staan van vervuiling, zoals nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen, geneesmiddelen en andere microverontreinigingen. Bovendien leidt klimaatverandering tot een nieuwe dynamiek in verdamping en neerslag. Dit spanningsveld is het werkveld van het lectoraat Sustainable water systems. Via toegepast onderzoek draagt het lectoraat bij aan het veiligstellen van voldoende schoon zoetwater voor drinkwater, natuur, landbouw, recreatie en industrie.
DOCUMENT