De wereld verandert snel. Hoe moeten wij ons op de toekomst voorbereiden? Dat begint met een goed begrip van hoe de wereld feitelijk in elkaar zit, wat de drijvende krachten zijn, hoe machtspolitiek van de grote mogendheden op andere landen inwerkt en aan welke eisen van volkenrecht en politieke ethiek goed beleid hoort te voldoen. Ook de werking van de mondiale economie en van internationale organisaties als de VN, de NAVO en de EU is erg belangrijk. Dit studieboek geeft een inleiding in de leer van de internationale betrekkingen. Deskundigen leggen helder uit hoe de huidige politieke wereld is ontstaan, wat er op de agenda van het buitenlands beleid staat, en in welke richting de mondiale problematiek zich ontwikkelt. Wat is het risico op nieuwe oorlogen? Zou de Europese Unie uiteen kunnen vallen? Waarom is er ontwikkelingssamenwerking? Hoe op te treden tegen agressie en schendingen van het volkenrecht en de rechten van de mens? Hoe kunnen kleine, maar welvarende en moderne landen als Nederland en België zich staande houden en voor een veilige toekomst helpen zorgen? Horen we vooral het nationale belang te behartigen of moeten we ons als echte wereldburgers opstellen? Hoe is er opbouwende invloed uit te oefenen, als burger, kiezer, politicus, belangenbehartiger of activist voor goede doelen? Dat zijn relevante vragen die steeds opnieuw, kritisch nadenkend, moeten worden beantwoord om betere resultaten te boeken. Wereld in Beweging is een handreiking daarvoor. Dit is de 2de druk van deze publicatie. De 3de druk is in 2021 verschenen: https://www.boomdenhaag.nl/webshop/wereld-in-beweging-2
MULTIFILE
In de afgelopen jaren wordt er in toenemende mate samengewerkt in lokale en regionale kennisnetwerken rondom het thema senior- of leeftijdsvriendelijkheid. Deze regionale en lokale netwerken leveren een bijdrage aan het versterken van ecosystemen van onderzoek, beleid en praktijk rond maatschappelijke opgaven (Faasse & Koens, 2017). Een treffend voorbeeld van zo'n regionaal netwerk is het Kennisplatform Seniorvriendelijk Den Haag.
MULTIFILE
De onderzoeksvraag die centraal stond was: Welke specifieke uitdagingen of factoren beïnvloeden de ervaren seniorvriendelijkheid van thuiswonende ouderen in de wijk Leidschenveen-Ypenburg van de gemeente Den Haag? Dit naar aanleiding van de eerste stadsmeting in 2020 waaruit bleek dat de wijk Leidschenveen-Ypenburg het laagst scoorde op seniorvriendelijkheid vergeleken met de andere wijken binnen de gemeente Den Haag (van Hoof et al., 2022). De ervaren seniorvriendelijkheid wordt zowel positief als negatief beïnvloed door vier thema’s: steun van het sociale netwerk, fysieke beperkingen, financiële situatie en copingstrategieën.
MULTIFILE
Mensen die niet zelfstandig kunnen leven, zoals ouderen en mensen met een ernstige psychische aandoening, hebben vaak intensieve en langdurige zorg nodig, waaronder thuisverpleging en begeleid wonen. Voor deze zorgafhankelijke mensen is het lastig om een mondzorgverlener te raadplegen, terwijl deze groep een grotere kans heeft op het krijgen van mondziekten, zoals cariës, tandvleesaandoeningen en/of mondkanker: de behoefte aan preventieve en curatieve mondzorg is dus groot. Zowel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vinden het belangrijk dat de zorg rondom de patiënt effectief georganiseerd wordt. Digitale technologieën die (mond)zorg op afstand (buiten de klinische omgeving) mogelijk maken kunnen de toegang tot zorg vergroten, de zorg doelmatiger organiseren, interprofessionele communicatie verbeteren, mondziekten tijdig detecteren en de (mond)gezondheid verbeteren. Ondanks alle voordelen en het ruime aanbod van digitale technologieën ter verbetering van de mondzorg, zijn digitale technologieën om (mond)zorg op afstand te leveren nauwelijks in Nederland geïmplementeerd. De centrale onderzoeksvraag voor de onderzoeksactiviteiten luidt: “Hoe kunnen digitale technologieën om mondzorg op afstand te leveren binnen de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg effectief worden geïmplementeerd?” Om dit te onderzoeken voert de postdoc een literatuuronderzoek uit om effectieve digitale technologieën die mondzorg op afstand leveren te inventariseren. Vervolgens voert de postdoc een kwalitatief onderzoek uit onder potentiële gebruikers (zoals (mond)zorgverleners, cliënten en mantelzorgers) en deskundigen om de opvattingen over de toepasbaarheid van nieuwe digitale technologieën binnen geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg te onderzoeken. De bevindingen van het postdoctoraal onderzoek worden in een adviesrapport en wetenschappelijk publicaties verwerkt. Het adviesrapport voorkomend uit het onderzoek wordt ter consultatie aan verschillende beroepsorganisaties aangeboden.
Ondanks het feit dat de luchtvervuiling in verloop van de jaren in Europa is teruggebracht, overschrijden de fijnstofconcentraties en stikstof gerelateerde verbindingen nog altijd de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Op het moment is veel aandacht voor het reduceren van de uitstoot van fijnstof door het wegverkeer in Nederland en Duitsland. Nationale en Europese overheden hebben ingezet op twee routes om uitstoot van fijnstof en stikstofdioxide te verminderen. Ten eerste wil men luchtverontreiniging preventief reduceren bij de bron. Een voorbeeld is het verbieden van het rijden met vervuilende auto’s in steden, het verlagen van maximale snelheden op wegen en het terugbrengen van het vee op boerderijen. De tweede route is het reinigen van fijnstof uit de lucht met behulp van mechanische, chemische en natuurlijke technieken. Op dit moment bestaan er echter geen energiezuinige methoden die significant bijdragen aan het reinigen van schadelijke stoffen uit de lucht. Micro-organismen bieden interessante mogelijkheden voor een energiezuinige vermindering van schadelijke stoffen op basis van bioremediation principes. Het doel van dit onderzoek is om potentiële mogelijkheden te verkennen om luchtverontreinigende stoffen door middel van micro-organismen te verminderen.