In deze publicatie wordt de invloed van digitalisering op drie beroepen (kapitein, wijkverpleegkundige en manager operations ICT) in beeld gebracht aan de hand van drie portretten. De focus ligt op de veranderingen die plaatsvinden op de werkvloer in het werk dat de beroepsbeoefenaars uitvoeren en de kennis en kunde (21st century skills) die noodzakelijk zijn om het werk te kunnen blijven doen. Een aantal belangrijke conclusies zijn dat het werk complexer wordt, meer coördinatie vereist en meer interactie vereist met de omgeving (klant, cliënt, opdrachtgever). Over ICT valt op dat digitalisering niet alleen van invloed is op de aard van het werk, maar ook op de manier en frequentie van communiceren én op de administratieve en regeldruk. Het heeft een zichzelf versterkend effect. Verder is er veel variatie in hoe en waar men leert. Hierbij speelt ook de aard van het werk een rol. Tenslotte wordt het werk interessanter maar stelt het ook hogere eisen omdat er vele ballen ind e lucht moeten worden gehouden. Deze publicatie behoort bij het filmpje maar kunnen los van elkaar beschouwd worden.
MULTIFILE
Artikel in tijdschrift: TVZ-Verpleegkunde in praktijk en wetenschap Verpleegkundigen in de eerstelijns palliatieve thuiszorg werken samen met huisartsen, maar onvoldoende met paramedici. Om multidisciplinaire palliatieve thuiszorg te bevorderen, zijn verwachtingen van zorgvragers en hun zorgverleners rondom samenwerking verwerkt in een programma van eisen. Samenvatting ➜ In Oost-Nederland zijn twee palliatieve thuiszorggroepen (PaTz-groepen) gestart met een bijzondere samenstelling van (wijk)verpleegkundigen, huisartsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, diëtisten en geestelijk verzorgers. ➜ Via participatief actieonderzoek is de meerwaarde van deze PaTz-groepen onderzocht. ➜ De verwachte meerwaarde is dat de kwaliteit van palliatieve zorg verbetert, omdat de zorgvrager centraal staat, de zorg is afgestemd op zijn/haar wensen en behoeften en omdat de zorgverleners elkaar én de zorgvrager informeren. Korte lijnen, het leren van elkaar en een betere organisatie van zorg worden ook genoemd ➜ De eisen voor de inrichting van de PaTz-groepen zijn een positieve teamattitude, afspraken over de structuur en (digitale) ondersteuning
DOCUMENT
Wijkverpleegkundigen staan op de voorgrond in het proces van kwaliteitsverbetering binnen het eigen team. Dit vereist leiderschap. Het project Nurses in the Lead richt zich op het versterken van leiderschapscompetenties van wijkverpleegkundigen bij het implementeren van evidence-based innovaties gericht op het stimuleren van zelfredzaamheid bij ouderen.
DOCUMENT
Beschouwing op de impact van de Covid-19-pandemie op situatie van de wijkverpleging in Nederland.
LINK
Samenvatting Complexe interventies bestaan uit meerdere componenten waarbij verschillende organisaties of zorgverleners betrokken zijn. In dit hoofdstuk worden complexe interventies toegelicht aan de hand van de Cardiologische Zorgbrug. In deze verpleegkundig gecoordineerde interventie voor kwetsbare, oudere cardiologische patienten zijn het cardiologische en geriatrische team in het ziekenhuis betrokken en werken de wijkverpleegkundige, de fysiotherapeut en een apotheker samen in de thuissituatie. Het doel is om heropname en overlijden te verminderen binnen zes maanden na ontslag. Complexe interventies vragen om een uitgebreidere aanpak in uitvoering en evaluatie dan interventies met een component. Hiervoor wordt vaak gebruikgemaakt van het Medical Research Council (MRC)-framework. Dit framework bestaat uit vier fases: de ontwikkeling, pilot, evaluatie en implementatie. Daarnaast is het bij complexe interventies belangrijk dat, naast het onderzoeken van de effectiviteit, ook inzicht wordt verkregen in de werkzaamheid van de interventiecomponenten in de praktijk.
LINK
Er is behoefte aan meer kennis en ondersteuning bij het implementeren van effectieve valpreventieinterventies in de wijk, waar ouderen zelfstandig thuis wonen. Omdat vallen een multifactorieel probleem is en er vele soorten valpreventie-interventies bestaan, is interprofessionele samenwerking gewenst. Door literatuuronderzoek en in focusgroep-bijeenkomsten met verschillende professionals is onderzocht wat bevorderende en belemmerende factoren zijn bij succesvolle interprofessionele samenwerking op het gebied van valpreventie, en welke strategieën effectief zijn. De belangrijkste conclusie is, dat voor het bevorderen van interprofessionele samenwerking coördinatie, communicatie en informatie cruciale factoren zijn. Daarnaast is ook uitwisseling van evidence based kennis en samenwerking met andere stakeholders belangrijk.
DOCUMENT
Uit praktijkonderzoek blijkt dat werk verandert, maar dat de beroepsbeelden die breed leven, hier niet in mee veranderen: er zijn veel verouderde beelden. Terwijl de patronen die spelen over sectoren en organisaties heen, zich duidelijk aftekenen: meer cross overs, meer werken in netwerken en ketens en veel meer samenwerken en communiceren. Bovendien moet je je als medewerker blijven ontwikkelen. Samenwerkend leren, met collega's én met samenwerkingspartners is een must. Maar we moeten voorkomen dat dit niet uitmond in 'samen vergaderen'. Dat risico zit er in omdat managers (en HRM-ers) nog onvoldoende geëquipeerd zijn om werkomgevingen zo in te richten dat het een vruchtbare omgeving is om in te leren.
DOCUMENT
Background: The Nurses in the Lead (NitL) programme consists of a systematic approach and training to 1) empower community nurses in implementing evidence, targeted at encouraging functional activities of older adults, and 2) train community nurses in enabling team members to change their practice. This article aims to describe the process evaluation of NitL. Methods: A mixed-methods formative process evaluation with a predominantly qualitative approach was conducted. Qualitative data were collected by interviews with community nurses (n = 7), focus groups with team members (n = 31), and reviewing seven implementation plans and 28 patient records. Quantitative data were collected among community nurses and team members (N = 90) using a questionnaire to assess barriers in encouraging functional activities and attendance lists. Data analysis was carried out through descriptive statistics and content analysis. Results: NitL was largely executed according to plan. Points of attention were the use and value of the background theory within the training, completion of implementation plans, and reporting in patient records by community nurses. Inhibiting factors for showing leadership and encouraging functional activities were a lack of time and a high complexity of care; facilitating factors were structure and clear communication within teams. Nurses considered the systematic approach useful and the training educational for their role. Most team members considered NitL practical and were satisfied with the coaching provided by community nurses. To optimise NitL, community nurses recommended providing the training first and extending the training. The team members recommended continuing clinical lessons, which were an implementation strategy from the community nurses. Conclusions: NitL was largely executed as planned, and appears worthy of further application in community care practice. However, adaptations are recommended to make NitL more promising in practice in empowering community nurse leadership in implementing evidence.
DOCUMENT
Aims and objectives To gain insight into the perceived added value of a decision support App for district nurses and case managers intended to support a problem assessment and the provision of advices on possible solutions to facilitate ageing in place of people with dementia, and to investigate how they would implement the App in daily practice. Background District nurses and case managers play an important role in facilitating ageing in place of people with dementia (PwD). Detecting practical problems preventing PwD from living at home and advising on possible solutions is complex and challenging tasks for nurses and case managers. To support them with these tasks, a decision support App was developed. Methods A qualitative study using semi‐structured interviews was conducted. A photo‐elicitation method and an interview guide were used to structure the interviews. The data were analysed according to the principles of content analysis. Results In five interviews with seven district nurses and case managers, the added value was described in terms of five themes: (a) providing a broader/better overview of possible solutions; (b) providing a guideline/checklist for problem assessment and advice on solutions; (c) supporting an in‐depth problem assessment; (d) being a support tool for unexperienced case managers/district nurses; and (e) providing up‐to‐date information. The participants regarded the App as complementary to their current work procedure, which they would use in a flexible manner at different stages in the care continuum. Conclusions The participants valued both parts, the problem assessment and the overview of possible solutions. An important requisite for the usage would be that the content is continuously updated. Before implementation of the App can be recommended, an evaluation of its effectiveness regarding decision‐making should be conducted. Relevance to clinical practice This study underpins the need of nurses and case managers for decision support with regard to problem assessment and providing advices on possible solutions to facilitate ageing in place of PwD. There results also show the importance of listening to users experience and their perceived added value of decision support tools as this helps to explain the lack of statistically significant effects on quantitative outcome measure in contrast to a high willingness to use the App in a previous study.
DOCUMENT