Aan de hand van een concrete les over spaarvormen proberen de auteurs theorie over zelfstandig leren te ordenen en te verhelderen door middel van twee visuele voorstellingen: een ijsberg en een ladekast. Vervolgens worden zeven stappen (ADA-stappenplan)onderscheiden om in de praktijk didactische situaties en lesmaterialen te evalueren en te optimaliseren in het perspectief van zelfstandigheidsbevordering. De auteurs zien zelfstandig leren leren als een relatief begrip: het type leerling en de onderwijscontext is bepalend voor de mate en snelheid van (afnemende) sturing door de docent en ook voor de (bewuste) keuze van aspecten van zelfstandigheid waaraan gewerkt wordt met leerlingen. Zelfstandig leren bevorderen staat niet glijk met leerlingen alles zelf laten doen.
DOCUMENT
Aan de hand van recente bevindingen van hersenonderzoek en research rond ontwikkelingstheorieën wordt de vraag beantwoord: in hoeverre zijn jongeren toegerust voor het nieuwe leren en in staat tot zelfsturing? Op basis hiervan worden aanbevelingen geformuleerd voor de onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Handreiking van het Lectoraat Goede Onderwijspraktijken aan de Educatieve Academie van Hogeschool Viaa, om het debat over leren in de wereld te stimuleren. Dit doet het lectoraat door de kennis en ervaringen te delen vanuit de vraag hoe leren en de wereld samengaan in levenswaardig leren. Met deze handreiking wil het lectoraat het gesprek op de scholen over hun visie op goed onderwijs en leren stimuleren in verbinding met de wereld. Uit onderzoeken en praktijkervaring is het beeld ontstaan dat de onderwijspraktijk en de wereld waarin het onderwijssysteem haar plaats heeft, lang niet altijd met elkaar in verbinding staan. Steeds meer kinderen vallen uit op school en het aantal jonge thuiszitters neemt toe (Mulckhuyse & Paalman-Dijkenga, 2023). In een wereld die razendsnel verandert op zoveel verschillende dimensies, lijkt het ondoenlijk voor het onderwijs om te volgen en op tijd een passend antwoord te formuleren. De vraag dringt zich op of het onderwijs zoals dat nu georganiseerd is, nog past bij de snel veranderende samenleving. Het lectoraat wil vanuit een nieuw kader kijken naar het onderwijs en dit meer in verbinding brengen met de snel veranderende wereld. Het doel is voorwaarden te scheppen om levenswaardig leren te creëren waarmee het kind, de jongere en de wereld geholpen zijn.
DOCUMENT
Door heel Nederland worden sociale wijkteams ingevoerd om de sociale transformatie in gemeenten gestalte te geven. Het gaat hierbij niet alleen om een verandering in beleid of om het opnieuw en anders te organiseren van het werk, maar ook om een verandering in denken en doen. Essentieel is dat leden van deze teams betekenis geven aan de transformatie, en deze toepassen in hun werk en beroepsmatig handelen. Gesproken wordt van een “cultuurverandering’die te bereiken is wal wijkprofessionals reflectieve praktijken ontwikkelen waarbij ze leren van de nieuwe werkelijkheid.
DOCUMENT
Inleiding: De werkwijze 1Gezin1Plan (1G1P) is gericht op een gezamenlijk plan in de hulp en ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problematiek, waarbij meerdere personen en instanties betrokken zijn. In dit artikel gaan we in op de samenwerking tussen verschillende partijen binnen 1G1P, in het bijzonder op de rondetafeloverleggen met al die partijen. Methode: Dit artikel is gebaseerd op een mixed method-onderzoek dat is uitgevoerd in drie regio’s die al langere tijd met 1G1P werkten. Het onderzoek bestond uit een vragenlijstonderzoek onder professionals, verdiepend casusonderzoek op gezinsniveau en reflectieve groepsgesprekken met professionals en beleidsmakers. Resultaten: Rondetafeloverleggen kunnen volgens dit onderzoek bijdragen aan verbinding tussen alle betrokkenen, aan domeinoverstijgend werken en aan een breed gedragen plan van aanpak voor het gezin. Ook cliënten zijn doorgaans positief over rondetafeloverleggen: zij voelen zich gezien en gehoord. Problemen in de samenwerking komen vaker voor wanneer de veiligheid in het gezin in het geding is, of wanneer 1G1P onvoldoende ingebed is in de houding en werkwijze van (medewerkers van) betrokken organisaties. Conclusie: Voor goede samenwerking is het cruciaal dat professionals blijven afstemmen met het gezin en dat alle betrokken partijen de kennis en tijd krijgen om zich de visie van 1G1P eigen te maken en de samenwerking structureel te evalueren. “This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in 'JGZ Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg'. The final authenticated version is available online at: https://doi.org/10.1007/s12452-019-00198-z. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
MULTIFILE
De zorg voor jeugd is enorm in beweging vanwege de transitie en transformatie van de jeugdhulp. Met de transitie wordt bedoeld dat sinds 1 januari 2015 gemeenten verantwoordelijk zijn voor alle zorg voor jeugd. Deze verandering is ingezet om de grote druk op gespecialiseerde zorg terug te dringen en de verkokerde manier van werken binnen de jeugdhulp aan te pakken. Tijdens de inaugurele rede gaat dr. Janneke Metselaar in op effectief werken in de zorg voor jeugd en hoe het lectoraat een bijdrage wil leveren aan de kennisontwikkeling op dit gebied. De sessies van het symposium variëren van onderwerpen als richtlijnen in de jeugdhulp tot digitale tools en de regie van zorg. Lectorale rede in verkorte vorm uitgesproken op 29 januari 2016, NHL Hogeschool
DOCUMENT
Het lectoraat wil de rol en de bijdrage van technologie aan zorg in onze ouder wordende samenleving onderzoeken vanuit een persoonsgerichte visie. Met de titel Technologie, onze zorg geef ik uitdrukking aan mijn relationele mensbeeld binnen de zorgpraktijk. Hierin wordt houdbare zorg gecreëerd door een combinatie van zelfzorg, mantelzorg, zorg door vrijwilligers én professionele zorg. Persoonsgerichtheid is essentieel om recht te doen aan eenieder die hierin is betrokken. Technologie biedt kansen om in deze ‘samenzorg’ een bemiddelende rol te spelen. Voorbeelden zijn surveillance-, zelfredzaamheidsondersteunende-, belevingsgerichte-, informatie- en communicatietechnologie. De implementatie van deze vormen van technologie vraagt om een aanpak op verschillende niveaus: Micro-niveau: het betekent voor het primaire proces, daar waar zorgvraag en zorgaanbod elkaar ontmoeten, dat we denken en handelen vanuit wederzijds respect en gedeelde besluitvorming; Meso-niveau: via regionale samenwerking tussen zorg-, onderwijs- en onderzoeksorganisatie en bedrijfsleven kunnen we ván en mét elkaar leren; Macro-niveau: overheidsbeleid kan randvoorwaarden scheppen om een persoonsgerichte benadering van technologie in samenzorg te stimuleren.
MULTIFILE
ICT is veel meer dan een hulpmiddel bij onderwijs en opleiding: zij provoceert een voortdurend nieuwe kijk op de essentie van leren en daarmee ook op het leraarschap. Opvallend is dat ICT in onderwijs penetreert nog voordat er enig model of theorievorming over haar bijdrage gevormd is; dat is pragmatisch en opportunistisch. Sterker nog: als we achteraf kijken naar hervormingen van onderwijsopvattingen, dan worden ze vaak aangedreven door technologische innovaties op dat moment: de entree van de boekdruk, telecommunicatie, computersystemen en virtuele realiteit. Binnenkort zullen we ingrijpende invloeden zien vanuit de biotechnologie, genetische modificatie, nanotechnologie etcetera. De huidige stap van laptop naar het veelkunnende mobieltje is er slechts één van de lange rij ICT-hulpmiddelen die er nog aan gaan komen. Als we de trend van ICT in onderwijs doortrekken, dan valt te verwachten dat 'mobiel leren' vooral zal leiden tot 'ubiquitous learning': overal- en voortdurend leren. Het begrip 'learning by heart' krijgt opnieuw betekenis: niet alleen het 'van buiten' leren, maar het opbouwen van een relatie met het onderwerp dat je bestudeert. De persoon van de docent wordt nog belangrijker dan hij nu al is. Mobiele communicatie gaat haar eerste vruchten afwerpen bij het 'voortdurend leren' van de docent. Het mobieltje en de on-line PDA gaan hierin een cruciale rol spelen. De Fontys lerarenopleidingen nemen met enthousiasme deze voortrekkersrol op zich. Het lectoraat Educatieve Functies van ICT begeleidt docenten en promovendi hierbij.
DOCUMENT
De zorg voor ouderen verandert en wordt steeds meer in de wijk georganiseerd. Mensen worden niet alleen ouder, ook de complexiteit van hun zorgbehoefte neemt toe. Dit geldt met name voor ouderen die meerdere chronische ziekten en aandoeningen hebben. Vaak zijn diverse disciplines tegelijkertijd betrokken bij deze doelgroep. Voor goede zorg en ondersteuning is interprofessionele samenwerking tussen professionals uit het medisch en sociaal domein in de wijk noodzakelijk. Om de samenwerking in de wijk te versterken, hebben de Hogeschool Utrecht, Universitair Medisch Centrum Utrecht en Stichting Volte, in cocreatie met het veld en de doelgroep (professionals in de wijk) een interprofessionele training ontwikkeld voor professionals in de wijk. De training wordt op wijkniveau aangeboden en omvat een mix tussen online, face-to-face en on the job leren. In dit artikel beschrijven we hoe de training in nauwe samenwerking met de praktijk en experts uit de verschillende domeinen is ontwikkeld.
LINK
De Haagse Hogeschool wil haar studenten competenties laten verwerven om in een internationaal en cultureel gedifferentieerde omgeving te kunnen werken (HHS, 2013). De gezondheidszorg is immers geen nationaal geïsoleerd fenomeen meer (Van der Hulst, 2011). Globalisering dwingt ons tot het verbreden van onze blik en het aangaan van samenwerkingsrelaties om kennis en ervaringen uit te wisselen. Niet alleen met andere landen, maar ook binnen ons eigen land, omdat de huidige en toekomstige Nederlandse arbeidsmarkt steeds internationaler wordt. Voor de huidtherapeuten, diëtisten en verpleegkundigen van de Academie voor Gezondheid betekent dit bijvoorbeeld dat zij in toenemende mate zorg verlenen in een internationale context: met collega’s en patiënten uit verschillende landen en met een diversiteit van culturele achtergronden. Toekomstige diëtisten, huidtherapeuten en verpleegkundigen moeten daarom beschikken over de nodige competenties om in deze international omgeving te functioneren. Maar: hoe richt je het onderwijs zo in dat studenten werkelijk de gelegenheid krijgen deze competenties te ontwikkelen? In studiejaar 2013-2014 is de Academie voor Gezondheid gestart met een pilot voor het internationale programma ‘New Interconnected Citizens for Global Health’. Deze pilot wordt volgend jaar uitgebreid en vanaf studiejaar 2015-2016 volgen alle studenten van de academie dit programma. In dit artikel wordt ingegaan op hoe dit programma tot stand is gekomen, hoe het in de praktijk gestalte kreeg en is geëvalueerd. Wij besluiten het artikel met een vooruitblik op het volgend studiejaar. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/froukje-jellema-78733a63/ https://www.linkedin.com/in/anita-ham-53297921/ https://www.linkedin.com/in/dorien-voskuil-9b27b115/
DOCUMENT