Notitie over het zelfbeeld van hogescholen als kennisinstelling.
DOCUMENT
Ik ben niet muzikaal', zeggen veel startende pabostudenten. Dat klinkttamelijk negatief, hoe kan dat omgevormd worden tot een positievermuzikaal zelfbeeld? Wie is de pabostudent muzikaal gezien en hoe kan hijdaarin groeien?
DOCUMENT
Vaktherapie werkt aan tekorten/problemen met betrekking tot vier kerngebieden:zelfbeeld, emoties, cognitie en interactie. De vaktherapie richt zich op het opheffen of verminderen van tekorten met betrekking tot dynamisch criminogene factoren, anders gezegd: op risicofactoren uit de SAVRY (12‐18 jarigen) die een relatie hebben met de vier kerngebieden: ? voor het kerngebied zelfbeeld betreft dit de risicofactoren omgang met delinquente leeftijdsgenoten en negatieve opvattingen; ? voor het kerngebied emotie gaat het om de risicofactoren ervaren stress en copingvaardigheden, riskant gedrag/impulsiviteit en problemen bij omgaan met boosheid; ? voor het kerngebied interactie betreft het de risicofactoren omgang met delinquente leeftijdsgenoten, afwijzing door leeftijdsgenoten en gebrek aan berouw/empathie; ? voor het kerngebeid cognitie tenslotte gaat het om de risicofactoren afwijzing door leeftijdsgenoten, negatieve opvattingen en aandachtstekort hyperactiviteitprobleem
DOCUMENT
266 woorden Op school kan de situatie zich voordoen dat de leerkracht onvoldoende tegemoet kan komen aan de extra ondersteuning die leerlingen met autisme nodig hebben. De klas kan te groot zijn, de leerkracht kan handelingsverlegen zijn, etc.. In dit projectplan wordt onderbouwd wat de relevantie is voor de dagelijkse praktijk van de leerkracht en de leerling met autisme en daaraan gerelateerde problemen. Tevens wordt onderbouwd waarom beeldende therapie theoretisch en empirisch kan bijdragen als creatieve oplossing voor kinderen met aan autisme gerelateerde problemen die in de klas extra aandacht vragen. Deze kinderen hebben een andere manier van informatie verwerken, kunnen zich vaak verbaal moeilijk uiten en hebben vaak sociale problemen. Deze kinderen lopen risico op verslavingsproblematiek (33%) en eenzaamheid, angst en depressie op volwassen leeftijd (80%). Kunstvormen in een leeromgeving bieden andere mogelijkheden voor kinderen om zich te uiten en om samen te werken. In dit projectplan wordt beschreven waarom het zinvol is te onderzoeken wat de effectiviteit is van beeldende therapie voor kinderen met autisme in primair (speciaal) onderwijs, ter preventie van risicogedrag. Het behandelprogramma ‘Zelf in beeld, beeldende therapie voor kinderen met autisme (bijlage 1) lijkt veelbelovende resultaten op te leveren (Schweizer, 2020). Om een indruk van de resultaten van praktijkgericht onderzoek naar ‘Zelf in beeld’ te krijgen kunt u de korte animatie bekijken (3 min): https://youtu.be/cVAAzRHZnb0 In dit vervolgproject wordt verkend in hoeverre ‘Zelf in beeld’ van toegevoegde waarde van kan zijn voor kind, leerkracht en ouders, binnen de setting van Speciaal Onderwijs. Dit project heeft een innovatief karakter omdat er een nieuwe vorm van (preventief) werken binnen passend onderwijs wordt toegepast en onderzocht.
Fitphone is een onderzoeksprojecttraject van Herm Kisjes (Fontys Hogeschool Mens en Gezondheid) die een aanpak beoogt te ontwikkelen voor (mentale) gezondheidsproblemen als gevolg van overmatig en/of ongezond smartphonegebruik. Het gebruik van de smartphone heeft naast veel voordelen in ons dagelijks leven ook nadelen. Deze nadelen, die zich manifesteren als stressklachten, slaapproblemen, negatief zelfbeeld, stemmingsklachten, angstklachten, aandachts- en concentratieproblemen en verwaarlozing van dagelijkse bezigheden (Busch & McCarthy, 2021; Cheung et al., 2019; Gligor & Mozoș, 2018; Wilmer et al.,2017), zijn geassocieerd met een toename van psychische klachten bij jongeren in Nederland (Stevens et al., 2023: CBS, 2021; Dopmeijer et al., 2020: Van Huisseling et al., 2017). Jongeren zijn ‘verslavingsgevoelig’ door een nog niet volledig ontwikkeld brein. Impulsiviteit en gevoeligheid voor beloningen op korte termijn spelen een grote rol (Crone, 2018). Bij het gebruik van smartphone bestaat er een reciproke relatie tussen mentale klachten en het smartphonegebruik. Smartphone wordt gebruikt als coping om stress te verminderen maar omgekeerd neemt stress ook toe bij meer smartphonegebruik (Calis & Kisjes, 2013; Samaha & Hawi, 2016; Wunsch, Kasten & Fuchs, 2017; Van Deursen et al., 2015). Samenvattend is er een sterke behoefte aan interventies om, in dit digitale tijdperk, gezond gedrag onder jongeren te bevorderen bij het maken van hun keuzes in smartphonegebruik. Het is van belang dat jongvolwassenen leren regie te nemen over de smartphone in plaats van omgekeerd. Hiervoor wordt een preventieprogramma ontwikkeld bij jongvolwassenen bij Fontys Hogeschool en VIGO (GGZ) met persoonsgerichte, preventieve ondersteuning, samen met jongeren, voor het bevorderen van ‘gezond’ smartphonegebruik.
EHealth en mHealth maakt het mogelijk om fysiotherapiepatiënten meer bij hun behandeling te betrekken in de tijd tussen behandelingen bij de fysiotherapeut. Tussentijdse dataverzameling en terugkoppeling kan leiden tot meer betrokkenheid en zelfregie bij de patiënt, en bij de behandelaar meer inzicht in de effectiviteit van behandelingen en invloed van leefstijl daarop. Dit maakt beter gepersonaliseerde zorg mogelijk. Een patiënt heeft echter voldoende datageletterdheid nodig om gepresenteerde informatie goed te kunnen aflezen, en voldoende gezondheidsgeletterdheid om ook te kunnen begrijpen wat dit betekent voor de eigen gezondheid en mogelijke te ondernemen acties. Daarnaast heeft hoe data wordt gepresenteerd ook effect op het zelfbeeld van de patiënt-in-herstel, wat weer impact heeft op motivatie en dus op de effectiviteit van de behandeling. Binnen dit project onderzoeken we (1) in focusgroepen met fysiotherapeuten en artrosepatiënten wat hun eisen en wensen zijn voor een dergelijke oplossing en (2) wat voor maten op gebied van leefstijl, behandeling en uitkomsten relevant, bewezen en haalbaar zijn voor deze doelgroep. (3) Op basis van deze opgehaalde behoeften uit de praktijk en ontwerprichtlijnen voor datageletterdheid, gezondheidsgeletterdheid en effect op zelfbeeld vanuit de literatuur worden ontwerprichtlijnen opgesteld voor de terugkoppeling van data in health apps, en (4) komen we via speculative design co-creatiesessies met de stakeholders tot paper prototypes, op basis waarvan de design guidelines nog verder worden aangescherpt. In een vervolgaanvraag zal deze lijn verder worden doorgezet in appontwikkeling (of -uitbreiding), validatie van verschillende maten, inzet van data science t.b.v. decision support, verdere terugkoppeling naar patiënt en fysiotherapeut, en evaluatie van de gebruikerservaring in de praktijk t.b.v. verbetering van de app en de design guidelines. Hiermee willen we het maken van betere behandelbeslissingen ondersteunen door fysiotherapeuten en patiënten via inzicht in behoeften en mogelijkheden, en willen we ontwikkelaars van health apps ondersteunen met ontwerprichtlijnen t.b.v. datageletterdheid, gezondheidsgeletterdheid en gedragsverandering.