Er is behoefte aan meer kennis en ondersteuning bij het implementeren van effectieve valpreventieinterventies in de wijk, waar ouderen zelfstandig thuis wonen. Omdat vallen een multifactorieel probleem is en er vele soorten valpreventie-interventies bestaan, is interprofessionele samenwerking gewenst. Door literatuuronderzoek en in focusgroep-bijeenkomsten met verschillende professionals is onderzocht wat bevorderende en belemmerende factoren zijn bij succesvolle interprofessionele samenwerking op het gebied van valpreventie, en welke strategieën effectief zijn. De belangrijkste conclusie is, dat voor het bevorderen van interprofessionele samenwerking coördinatie, communicatie en informatie cruciale factoren zijn. Daarnaast is ook uitwisseling van evidence based kennis en samenwerking met andere stakeholders belangrijk.
DOCUMENT
Wereldwijd vergrijst de bevolking in een rap tempo. Wanneer we naar Nederland kijken, dan is de prognose dat binnen 25 jaar een kwart van de bevolking zal bestaan uit 65-plussers. Nieuwe technologie kan het leven van deze ouderen een stuk aangenamer maken, maar technologie kan ook ingewikkeld zijn, en zorgen voor ongemak. Tegenwoordig wordt er veel verwacht van technologie als hulpmiddel om ouderen te helpen bij het zelfstandig wonen. Maar wat zorgt er nu voor dat een ouder iemand technologie in huis neemt of krijgt? En wat zorgt ervoor dat hij of zij technologie wil en kan gebruiken? In dit document wordt de laatste wetenschappelijke kennis op dit vlak op een toegankelijke manier besproken.
DOCUMENT
De algemene gezondheidstoestand van de bevolking wordt veelal gemeten met de RAND-36 item Health Survey. De afkorting RAND verwijst naar de Amerikaanse onderzoeksorganisatie voor ‘Research and Development’ die de vragenlijst ontwikkelde. In 2012 is door Fontys en partners een longitudinaal veldonderzoek gestart met als doelstelling het in kaart brengen van factoren die van invloed zijn op het gebruik van technologie ter bevordering van het zelfstandig wonen door ouderen. In totaal worden 50 deelnemers van 70 jaar of ouder, vier jaar lang elke acht maanden geïnterviewd. Tevens worden er enkele vragenlijsten afgenomen waaronder twee vragen uit de RAND-36 waarvan een item luidt: ‘Ik ben net zo gezond als andere mensen die ik ken’. Tijdens dit onderzoek is gebleken dat sommige deelnemers die zichzelf gezonder vinden dan andere mensen die zij kennen, de stelling ontkennend beantwoorden maar daarmee onbedoeld een antwoordcategorie invullen die zich vertaalt in een lagere score voor de ervaren gezondheidstoestand. Het op deze manier invullen van dit item kan daardoor leiden tot een onderschatting van de algemene gezondheidstoestand van ouderen.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
The aim of this report is to give an overview of current state of the art in the occurrence and policies regarding affordable age-friendly and eco-friendly solutions in the partner countries. The report consists of the findings from the literature review, the comparative analysis and the reporting of good practices. It aims for the consortium as a whole to gain an understanding of the state of the art and on affordable age and eco-friendly solutions in partner countries and particularly the home and community fields, and to present that knowledge in the form of a written report. The literature review, the analysis of barriers and facilitators, and the survey on existing or even planning good practices in the project countries, will help the partners to build and update a strong knowledge base in these fields. To be closer to the practical issues that define the adaptability of eco and age-friendly solutions in community, the consortium decided to use mostly grey literature and websites for tools and advice, such as governmental pages. Common grey literature publication types include reports (annual, research, technical, project, etc.), working papers, government documents, white papers and evaluations, which will help all partners to reach conclusions around the common field between age and eco-friendly developments. Barriers and facilitators found in each project country will be used for stipulating the right consequence of actions needed, to propose a sound methodology that could – in combination with other actions and stakeholders – promote the implementation of age and eco-friendly principles into the public and private sphere of care for older people. Finally, the selection of good representative practices by each project country can be the basis for a report, and a publication, that depicts the level of maturity and progress of the notions of age-friendliness and eco-friendliness, as well as their impact on the care of older people.
DOCUMENT
In het project MOVe WITh: Met Ouderen Vooruit Wandelen met Interactieve Technologie is de interactieve beweegroute ‘Walk in the ParQ’ (WITP) geëvalueerd en zijn mogelijkheden voor verbetering van de route geïnventariseerd met ouderen, zorgprofessionals en andere stakeholders. Het onderzoek is uitgevoerd met onderzoeksubsidie van Regieorgaan SIA (KIEM projectnummer KIEM.SP.02.007). De resultaten zijn samengevat in een infographic die inzicht biedt in manieren om het gebruik van WITP te stimuleren en welke stappen nodig zijn voor het implementeren van de beweegroute in andere settingen. Uit observaties en interviews onder 19 ouderen woonachtig in een verpleeghuis en een afdeling voor geriatrische revalidatie komt naar voren dat de interactieve beweegroute bewegen stimuleert en dat de bijbehorende oefeningen duidelijk zijn. Ouderen wonend in het verpleeghuis hebben wel ondersteuning nodig van een professional bij het uitvoeren van de oefeningen en het scannen van de QR-codes. Voor sommige ouderen stimuleerde de beweegroute ontmoeting met anderen. Middels een vragenlijst en focusgroep zijn in totaal 24 professionals bevraagd. Professionals zien de potentie van de route voor beweegstimulering en het verminderen van eenzaamheid onder ouderen. Belemmeringen die professionals ervaren zijn een gebrek aan tijd en kennis hoe de route in te zetten. Zij geven aan onvoldoende bekend te zijn met de route. Andere ervaren belemmeringen zijn weersomstandigheden en digitale vaardigheden van de oudere en de professional. Professionals hebben behoefte aan instructies en promotiematerialen en willen de route verder testen in de praktijk. Uit een focusgroep met 11 stakeholders komt naar voren dat een veilige omgeving, goede begeleiding en aanbod op maat belangrijk zijn voor beweegstimulering van ouderen in de buitenruimte. Er is meer aandacht nodig voor bewegen in verpleeghuizen en het bereiken van kwetsbare groepen. Ook kan meer samenwerking met het sociale domein helpen. Volgens de stakeholders kunnen digitale middelen zoals de WITP-applicatie met QR-codes ontmoeting in de wijk stimuleren, mits de locatie passend is. Concluderend zijn er een aantal belemmerende en bevorderende factoren op het niveau van betrokken professionals, stakeholders en omgeving om succesvolle implementatie van WITP te kunnen waarborgen en zo ouderen te helpen bij een actieve leefstijl.
DOCUMENT
Voor het lectoraat staat het beantwoorden van de volgende vraag centraal: hoe kunnen professionals, werkzaam in de praktijk, de gezondheid en het welzijn van kwetsbare ouderen bevorderen? Door antwoorden te zoeken op deze vraag draagt het lectoraat bij aan een gezonde samenleving, een profilerend thema voor Hogeschool Inholland dat richting geeft aan de inrichting van het onderwijs en onderzoek. De Gezonde Samenleving verwijst naar een integrale benadering van zorg en welzijn, waarin de mens zelf centraal staat en niet de afzonderlijke problemen waar hij of zij tegenaan loopt.
DOCUMENT
In het eerste van de 2 onderzoeken in het kader van RUIT-4 (studiejaar 2015-2016) werd onderzocht in hoeverre er sprake is van zelfredzaamheid bij brand van ouderen die zelfstandig wonen in een seniorencomplex in het werkgebied van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Met dit project is inzicht gekregen in het kennisniveau van zelfstandig wonende ouderen (65+) over brand, de mate waarin deze doelgroep ook daadwerkelijk preventie maatregelen heeft getroffen en de manier waarop we deze doelgroep het beste kunnen bereiken om het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten. Tweedejaars studenten Integrale Veiligheidskunde hebben in groepjes van 4 studenten bewoners geïnterviewd. In totaal hebben 12 groepen 450 respondenten gesproken verdeeld over de 12 door Woonzorg Nederland toegewezen complexen. Hiervoor is gebruik gemaakt van een gestructureerde vragenlijst (mondelinge enquête). De informatie uit de vragenlijsten werd verwerkt met SPSS. Op de voorpagina staat vermeld: Integrale Veiligheid Praktijkonderzoek jaar 2
DOCUMENT
Voor het meten van de mobiliteit bij geriatrische patiënten en bij patiënten met evenwichtsstoornissen is in 1986 door Mathias de Timed Up and Go test (TUG) ontwikkeld. Deze oorspronkelijk Engelstalige versie van de test werd in 2000 in het Nederlands vertaald door De Jong. Het meetinstrument is zowel evaluatief als inventariserend en wordt aanbevolen in de KNGF-richtlijnen ‘Osteoporose’, ‘Beroerte’ en ‘Ziekte van Parkinson’.
DOCUMENT
Hoe kan sensortechnologie worden gebruikt om thuiswonende ouderen te ondersteunen bij het dagelijks functioneren?Margriet Pol promoveerde op 5 februari 2019 met haar proefschrift ‘Sensor monitoring to measure and support activities of daily living for independently living older persons’ aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is docent en onderzoeker aan de opleiding Ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Dit artikel is een samenvatting van haar onderzoek. Het proefschrift is ontwikkeld in een samenwerking van het lectoraat ‘Participatie en omgeving’ van de opleiding Ergotherapie (dr. Margo van Hartingsveldt), het lectoraat ‘Digital Life’ (prof. Ben Kröse) en de afdeling ouderengeneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Amsterdam-AMC (prof. Bianca Buurman).
DOCUMENT