In het eerste van de 2 onderzoeken in het kader van RUIT-4 (studiejaar 2015-2016) werd onderzocht in hoeverre er sprake is van zelfredzaamheid bij brand van ouderen die zelfstandig wonen in een seniorencomplex in het werkgebied van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Met dit project is inzicht gekregen in het kennisniveau van zelfstandig wonende ouderen (65+) over brand, de mate waarin deze doelgroep ook daadwerkelijk preventie maatregelen heeft getroffen en de manier waarop we deze doelgroep het beste kunnen bereiken om het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten. Tweedejaars studenten Integrale Veiligheidskunde hebben in groepjes van 4 studenten bewoners geïnterviewd. In totaal hebben 12 groepen 450 respondenten gesproken verdeeld over de 12 door Woonzorg Nederland toegewezen complexen. Hiervoor is gebruik gemaakt van een gestructureerde vragenlijst (mondelinge enquête). De informatie uit de vragenlijsten werd verwerkt met SPSS. Op de voorpagina staat vermeld: Integrale Veiligheid Praktijkonderzoek jaar 2
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
Expectations are high with regards to smart home technology. In particular, smart home technology is expected to support or enable independent living by older adults. This raises the question: can smart home technology contribute to independent living, according to older adults themselves? This chapter aims to answer this question by reviewing and discussing older adults’ perspectives on independence and their views on smart home technology. Firstly, older adults’ opinions on independence and aging in place are discussed. Secondly, this chapter will review to what extent smart home technology can support older adults’ independence. Thirdly, it will be explained how community-dwelling older adults’ concept of independence entails three distinct types or modes, and how these modes are related to their perceptions and acceptance of technology. In the last section of this chapter, an overview of key points is presented, and recommendations for technology designers, policy makers, and care providers are postulated.
LINK
Een beroerte is de belangrijkste oorzaak van invaliditeit in Nederland. Revalidatie van mensen die een beroerte hebben gehad, is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving te laten functioneren. Vaak zijn er na de revalidatie nog altijd gevolgen van een beroerte, die het zelfstandig functioneren bemoeilijken. Mensen die een beroerte overleven houden er vaak chronische gevolgen aan over, zoals loop- en balansproblemen, verhoogd valrisico, vermoeidheid en depressie. Deze problemen bij thuiswonende mensen met een beroerte resulteren vaak in een inactieve leefstijl. Dit leidt tot een neerwaartse spiraal waarin de fysieke activiteit steeds verder afneemt, patiënten steeds verder deconditioneren, de verzorgingsbehoefte toe- en de mate van zelfstandigheid afneemt en het risico op een volgende beroerte toeneemt. Studies laten zien dat fysieke activiteit een positief effect op gezondheid heeft van patiënten na beroerte. De technologie om fysieke activiteit betrouwbaar en valide te meten is aanwezig en er is inzicht in belemmerende en faciliterende factoren voor fysieke activiteit. Er is echter nog geen bewezen effectieve interventie voor het aanleren en behouden van een fysiek actieve leefstijl voor patiënten na beroerte. Omdat alle richtlijnen voor beroerte aangeven dat het belangrijk is dat patiënten na beroerte fysiek actief zijn, vragen fysiotherapeuten zich af hoe krijgen en houden wij patiënten na een beroerte actief, dus hoe krijgen wij een actieve leefstijl bij een patiënt? Deze praktijkvraag is “vertaald” naar de volgende onderzoeksvraag: Wat is het effect van een beweegstimuleringsinterventie bij thuiswonende patiënten na beroerte op fysieke activiteit en aerobe capaciteit? Deze onderzoeksvraag wordt in drie stappen uitgewerkt: 1. Het ontwikkelen van een veldtest om aerobe capaciteit te meten in de praktijk, 2 Het ontwikkelen van een interventie gericht op het (langdurig) bevorderen van een fysiek actieve leefstijl; 3. Het testen van de feasibility van de interventie in een pilot studie.
Ouderen worden steeds ouder en wonen steeds langer thuis. Een goede voedingstoestand, en de keuze van de juiste eiwitrijke voedingsproducten, dragen bij aan behoud van gezondheid en vitaliteit van thuiswonende ouderen. Uit eerder onderzoek is bekend dat enerzijds de eiwitbehoefte van ouderen verhoogd is, terwijl anderzijds de eiwitinname van thuiswonende ouderen veelal insufficiënt is. Bovendien hebben ouderen onvoldoende kennis over het belang van eiwit voor het behoud van hun vitaliteit. Bij ouderen is daarom onvoldoende bewustzijn dat zij, door voldoende eiwitten te eten, zélf een bijdrage kunnen leveren aan een gezonde en vitale oude dag. Zowel gezondheidsprofessionals als voedingsmiddelenbedrijven zijn zich bewust van de belangrijke rol van eiwit. Deze boodschap heeft de oudere consument echter nog niet bereikt. Intussen zijn voedingsmiddelenbedrijven wel al bezig hun assortiment aan te passen aan de verhoogde eiwitbehoefte van ouderen. Middels dit subsidievoorstel wordt in kaart gebracht wíe de oudere burger is die extra eiwit nodig heeft, welke kennis hij heeft en welke kennislacunes er nog zijn, aan welke informatie en aan welke producten hij behoefte heeft, en via welke communicatiekanalen hij het best geïnformeerd kan worden. Parallel hieraan wordt met producenten en oudere consumenten getest welke producten het best passen bij ‘de eiwitrijke keuze’. In dit onderzoek combineren HAN en HAS Hogeschool hun complementaire disciplines: Voeding & Diëtetiek (HAN) en Marketing & Communicatie (HAS) en werken samen met het voedingsmiddelenbedrijfsleven aan het oplossen van een concreet probleem. Nieuwe communicatiestrategieën worden ontworpen en getoetst om de oudere consument meer bewust te maken van het belang van eiwit. Resultaten worden gedissemineerd via kanalen zoals Platform Patiënt en Voeding, KBO-PCOB, het Voedingscentrum en de Stuurgroep Ondervoeding.
In Nederland zijn tienduizenden mensen die leven met dementie ondervoed. Het merendeel van deze mensen woont thuis. Ondervoeding leidt tot gezondheidsproblemen, een sneller ziekteverloop, eerdere opname in een verpleeghuis en een toename van ziekenhuisbehandelingen. Voedingsinterventies zouden op maat ingezet moeten worden, rekening houdend met persoonlijke wensen en behoeften van de personen met dementie en hun omgeving. Het KIEM-hbo project “COOK3R” onderzoekt hoe zelfstandig wonende mensen met (beginnende) dementie en hun omgeving zo goed mogelijk kunnen worden ondersteund bij het bereiden van warme, gebalanceerde maaltijden. Hiertoe wordt een slimme, interactieve kookplaat (de COOK3R) ontwikkeld, die hen op een ‘empathische’ manier bij het kookproces begeleidt. De COOK3R zich kan aanpassen aan en anticiperen op de persoonlijke wensen en behoeften van de diverse groep gebruikers bij het koken. De COOK3R kan op deze manier bijdragen aan het tegengaan van ondervoeding van mensen met (beginnende) dementie, hun zelfredzaamheid vergroten en zorgprofessionals en mantelzorgers ontlasten bij hun zorgtaak voor deze kwetsbare doelgroep. Het onderzoeksdesign is gebaseerd op het conceptueel kader voor het verrichten van onderzoek naar een empathische woonomgeving: In een vier-stappenproces worden (1) de behoeften van de doelgroep verkend, deze worden (2) vertaald naar passende ontwerp-strategieën om vervolgens in een proces van co-creatie met de doelgroep, mantelzorgers en zorgprofessionals te worden (3) verwerkt tot een experimenteel prototype van de COOK3R. Dit prototype wordt ten slotte (4) gevalideerd in de dagelijkse praktijk. In deze fase wordt nagegaan of het systeem technisch functioneert en aansluit bij de eerder geformuleerde behoeften van de doelgroep. De opgedane inzichten worden direct gebruikt om handreikingen te doen voor de ontwikkeling van hulpmiddelen bij voedselbereiding voor mensen met (beginnende) dementie in de thuissituatie. Hierdoor draagt het project bij aan het verbeteren van hun kwaliteit van leven en het verminderen van de zorglast voor deze groep.