Doel van onderzoek is herontwerpen en testen van leereenheid Jeugdzorg op basis van inzet ‘samenwerkend leren, ondersteund door technologie’. Ogenschijnlijk is er ‘tevredenheid’ over de uitgevoerde leereenheid waarin studententeams een gezamenlijk product moeten opleveren, maar tegelijkertijd wordt slechts een deel van het onderwerp door studenten onderzocht. Het ‘samenwerkend leren’ is meestal beperkt tot verdelen taken en bijdragen op later moment samenvoegen. Ook worden mogelijkheden voor ondersteuning van het leerproces door technologie niet benut. In een herontwerp kan ‘werkelijk’ samenwerkend leren worden vormgegeven, door technologie ondersteund, met de student in de actieve modus. Hierdoor is het mogelijk om ‘samenwerkend leren’ aan bod te laten komen bij alle genoemde deelaspecten van het onderwerp. Na onderzoek naar het hoe het herontwerp eruit zou moeten zien, werden Moodle, de Teamtester, een samenwerkingscontract en peerreview ingezet. Na de module is gekeken of de gestelde doelen behaald zijn. Over het algemeen werd door zowel studenten als docenten effectievere samenwerking ervaren. De rol van de separaat ingezette onderdelen is ook onderzocht en staat beschreven in dit rapport.
De jeugdzorg is regelmatig in het nieuws. Heel positief is dat meestal niet. Er zijn inmiddels door allerlei partijen rapporten en adviezen uitgebracht over de jeugdzorg. Een kernprobleem dat in alle publicaties genoemd wordt is de behoefte aan wat ‘hoogwaardige jeugdzorg’ genoemd wordt, met toepassing van actuele kennis en effectieve interventies. Toepassing van actuele kennis en effectieve interventies vergt consequente en systematische aandacht voor implementatie. Deze rede gaat in op de vraag hoe we dit kunnen aanpakken. Na introductie van de context van de jeugdzorg, wordt onderbouwd hoe kwalitatief goede toepassing van centrale bouwstenen van jeugdzorg, de effectiviteit kan verhogen. Kwalitatief goede toepassing van de centrale bouwstenen gaat niet vanzelf en vergt een effectief implementatieproces en een context die implementatie faciliteert. Het mogelijk maken van leren op de werkvloer is de basis van goede implementatie en in de rede komen de stappen aan de orde die dat mogelijk maken.
Curious Hands for Educational Labs is een onderzoek naar het ontwerp van onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie. Een onderzoek waarin maken als een materieel proces wordt gezien dat bijdraagt aan een belichaamde manier van leren. Dit artikel is een vervolg op Het belang van ruimte en materialiteit voor leren in de kunsten (Kunstzone 04, 2021).
Er vindt een grootschalige technologische transformatie plaats, waarbij gebouwen en gebouwonderdelen steeds ‘slimmer’ gemaakt kunnen worden. Echter, deze technologische vooruitgang gaat gepaard met een verandering, niet alleen in de manier waarop gebouwen functioneren, maar ook in de manier waarop deze ontwikkeld en gebouwd worden. Naast grote technologische veranderingen vinden er ook invloedrijke maatschappelijke veranderingen plaats, vergrijzing en een grotere grijze druk zijn daar twee van. Dit project wil een interactief bouwdeel ontwikkelen wat mensen met dementie helpt langer zelfstandig thuis te wonen. Hiervoor is het ondersteunen van de zelfstandigheid belangrijk voor de quality of life van deze groep. De te ontwikkelen interactieve woonkamer heeft als doel om te ondersteunen en stimuleren bij ADL, mobiliteit en oriëntatie. Deze interactieve woonkamer wordt ontwikkeld door verschillende MKB partijen die technologie hebben die op een of andere manier een bijdrage kan leveren aan het bovenstaande doel. Daarnaast zijn de HAN, HvA en TU/e betrokken als kennispartners bij het project. Het doel is om een aanpak voor de ontwikkeling van interactieve bouwonderdelen en één innovatieve en interactieve ruimte (de interactieve woonkamer) in twee living labs te testen. Het eerste living lab zal als technische test dienen waarin het eerste prototype verbeterd kan worden. Het tweede living lab zal zijn in DrieGasthuizenGroep, waar een tweede prototype geïnstalleerd wordt en waar de reactie, acceptatie en effect op bewoners, zorg en mantelzorg bekeken kan worden. Deze publieke partner wordt betrokken bij het gehele design proces, zodat de input en behoeften van deze verschillende stakeholders al vroeg in het proces ingebracht worden. Dit iteratieve proces zal uiteindelijk niet alleen leiden tot een interactieve woonkamer die beter bij de behoefte van de gebruiker aansluit, maar ook tot een betere acceptatie bij implementatie in de praktijk.
De coronacrisis heeft aanleiding gegeven tot het project ‘Sociaal Aanraken Op Afstand’. Ingrijpende maatregelen van de overheid zijn afstand houden tot elkaar (de ‘anderhalve meter maatschappij’) en het zoveel mogelijk vermijden van lichamelijk contact. In verpleeghuizen, thuiszorg, ziekenhuizen instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking zijn zorgverleners met schrijnende situaties geconfronteerd: cliënten mochten niet meer bezocht of aangeraakt worden, in de palliatieve fase moest op afstand afscheid genomen worden en zijn er mensen alleen gestorven zonder de nabijheid van hun naasten. Professionals staan voor het vraagstuk hoe de fysieke anderhalve meter-afstand te overbruggen wanneer sociale aanraking niet of verminderd mogelijk is? Dit heeft geleid tot de vraagstelling: ‘Met welke effectieve en toegankelijke toepassingen of interventies, al dan niet ondersteund met technologie, kan sociaal aanraken voor mensen met een palliatieve zorgbehoefte 1) mogelijk blijven, met inachtneming van veiligheidsvoorschriften; 2) op afstand gesimuleerd worden en/of 3) vervangen worden?’ In een samenwerkingsverband is expertise gebundeld op het gebied van zorg, sociale aanraking, technologie en ethiek. Het project is geïnitieerd vanuit de Saxion Academie Gezondheidszorg, lectoraat Verpleegkunde, en de zorgorganisaties Zorgaccent en Gelre Ziekenhuizen, waarbij verbinding is gezocht met relevante lectoraten binnen de hogeschool (Industrial Design, Ambient Intelligence, Sustainable & Functional Textiles, Technology Health & Care en Ethiek & Technologie) en een MKB-onderneming. De complexiteit van het vraagstuk maakt dat bestaande opties zorgvuldig gewogen of aangepast moeten worden, of dat er multidisciplinair gericht nieuwe oplossingsrichtingen ontwikkeld moeten worden. Deze KIEM-aanvraag levert hiertoe een aanzet, op basis waarvan een meer gerichte vervolgaanvraag kan worden geschreven. De innovatievraag blijft actueel, ook na de COVID-19 pandemie, indien zorgvragers om andere redenen geïsoleerd verzorgd dienen te worden, bijvoorbeeld door besmetting met de MRSA-bacterie of andere infectieziekten.
Het probleem dat deze projectaanvraag adresseert is de hoge werkdruk van zorgprofessionals in de dementiezorg. Door een stijging in het aantal ouderen met dementie, stijgt de zorgvraag, terwijl het tekort aan zorgprofessionals groeit. Door de inzet van slimme technologische innovaties zoals een Intelligente Zorgomgeving kan deze werkdruk sterk verminderd worden. Een Intelligente Zorgomgeving maakt gebruik van sensortechnieken en gebruikt Artificiële Intelligentie (AI) om gepersonaliseerde zorg te leveren door de zorgbehoefte in kaart te brengen en daarop te reageren. De Intelligente Zorgomgeving werkt daarbij samen met de zorgprofessional. Deze oplossingsrichting wordt in dit project verder uitgewerkt samen met vier zorgpartijen en drie innovatieve MKB. Aan de hand van de casus “Ondersteuning bij eten en drinken” worden Just-in-time adaptive interventions (JITAI) ontwikkeld zodat de zorgprofessional de zorgprofessional ondersteund wordt in het uitvoeren van bepaalde zorgtaken. Een voorbeeld van een interventie is het op het juiste moment geven van op de persoon aangepaste zintuigelijke prikkels (geluiden, lichten en projecties) die senioren stimuleren om te eten. Door dergelijke interventies wordt de druk op de zorgprofessional verminderd en neemt de kwaliteit van de zorg toe. Niet alleen de integratie van de AI-modules is van belang maar ook hoe de AI ‘getoond’ wordt aan de zorgprofessional. Daarom wordt er in dit project ook extra aandacht besteed aan de interactie tussen zorgprofessional en de Intelligente Zorgomgeving waardoor het gebruiksgemak wordt verhoogd en zowel cliënt als zorgprofessional een hogere mate van autonomie kunnen ervaren. Door het prototype van de Intelligente Zorgomgeving verder te ontwikkelen in zorginstellingen in samenwerking met verschillende zorgprofessionals en aandacht te besteden aan het ontwikkelen van AI en Interactie met het systeem kunnen de wensen en behoeften van de zorgprofessionals worden geïntegreerd in de Intelligente Zorgomgeving. Dit gebeurt in drie iteraties waarbij de drie opeenvolgende beschikbare living labs in toenemende mate complex en realistisch zijn.