Dit boek behandelt ontwerptechnieken voor zorg- en hulpverleners. "Willen we in de nabije toekomst goede zorg en ondersteuning blijven bieden, dan moet een beroep worden gedaan op de creatieve houding van professionals in zorg en welzijn. Design thinking is een werk- en onderzoekswijze die hier goed bij past. Deze ontwerpgerichte benadering helpt professionals in zorg en welzijn tot nieuwe ideeën te komen en deze ideeën snel in de praktijk te brengen. Ontwerpen voor zorg en welzijn is het eerste boek dat (toekomstige) professionals helpt om deze ontwerpgerichte manier van denken toe te passen."
Ook te leen in de HU Bibliotheek In organisaties op het gebied van de zorg en het sociaal werk zijn de vragen “wat is goede zorg?”, “wat is goed werk?” en “wat is goede samenwerking?” dagelijks aan de orde. In dit boek worden theoretische perspectieven op goede zorg, goed werk en goede samenwerking verbonden met de praktijk van het moreel beraad. Vertrekpunt is de vraag: “Hoe kan ‘co-creatie van goede zorg’ in de praktijk van zorg en sociaal werk worden bevorderd en wat kan moreel beraad daarbij betekenen?”
MULTIFILE
Voordat beroepskrachten in een (zorg)situatie in beeld komen bieden naasten, verwanten, (ofwel) mantelzorgers vaak al jaren zorg en ondersteuning. Wanneer iemand ziek wordt, een beperking of aandoening heeft treft dit niet alleen de persoon zelf maar ook de omgeving. Naasten maken zelf ook een herstelproces door én zij spelen een rol in het herstelproces van de persoon met de ziekte, beperking of aandoening. Toch is er in zorg-organisaties en in het onderwijs nog te weinig aandacht voor de samenwerking met naasten. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (2022) pleit in een recent verschenen advies voor een fundamentele omslag in het denken over hoe we zorgen en hoe we de zorg organiseren. Een uitgave van de opleidingen Social Work en Verpleegkunde van Hogeschool Utrecht.
MULTIFILE
Technologie draagt bij aan belangrijke kwaliteitsindicatoren binnen zorg en welzijn, zoals gepersonaliseerde zorg, langer thuis wonen, en bevordering van eigen regie en zelfstandigheid. Zorgorganisaties investeren in het gebruik van technologie en de COVID-19 pandemie heeft het (initiële) gebruik van technologie een boost gegeven. Toch is het gebruik van technologie nog onvoldoende onderdeel van het handelingsrepertoire van zorgprofessionals. En dit is hard nodig om de zorg toekomstbestendig te houden en het hoofd te kunnen bieden aan de groeiende zorgvraag en krapper wordende arbeidsmarkt. Er is bij zorg- en welzijnsorganisaties Ambiq, Aveleijn en Livio behoefte aan praktische handvatten om grip te krijgen op het complexe proces van technologie-implementatie, waarbij aandacht is voor de verschillende factoren waarop zorgprofessionals invloed hebben. De praktijkvraag vanuit drie praktijkorganisaties luidt: Hoe zorgen we ervoor dat zorgtechnologie een vanzelfsprekend onderdeel wordt van het dagelijks handelen van zorgprofessionals, zodat zij dit meenemen bij elke zorgvraag en behoefte van cliënten? Het NASSS framework en bijbehorende implementatiestrategieën bieden handvatten om recht te doen aan het complexe proces van implementatie van technologie in zorg en welzijn. Hierbij worden de NASSS-domeinen ‘conditie’, ‘technologie’, ‘adopter’ en ‘organisatie’ als uitgangspunt genomen in dit project. Door middel van actieonderzoek wordt onderzocht op welke manier zorgprofessionals kunnen worden ondersteund bij de implementatie van technologie in hun dagelijks handelen. Per organisatie wordt één zorgtechnologie geimplementeerd in minimaal 3 teams. Het implementatieproces volgt de volgende stappen: 1) analyse van het proces van technologie implementatie (WP1); 2) plan van aanpak t.a.v. implementatiestrategieën (WP2); 3) evaluatie van het implementatietraject binnen de drie organisaties. De geleerde lessen en opgedane kennis en eravring wordt gedeeld met het werkveld en onderwijs (WP4). Het project leidt tot inzicht in de resultaten en ervaringen van technologie implementatie en een praktisch en theoretisch gefundeerde werkwijze om technologie een structurele plek te geven in het werkproces van zorgprofessionals.
De fysieke en sociale omgeving zijn, veelal onbewust, van invloed op het beweeggedrag van mensen. Een beweegvriendelijke openbare ruimte heeft een preventieve werking op de gezondheid van mensen en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan Healthy Ageing. Een aantrekkelijk park nodigt uit tot wandelen of hardlopen. Een mooie fietsroute door de natuur nodigt uit tot fietsen.Ook de socialiserende werking van beweegvriendelijke ruimten heeft effect op de leefbaarheid van een wijk en buitengebied. Door mensen te laten bewegen en elkaar te ontmoeten kunnen zorgkosten dalen en sociaal-maatschappelijke problematiek worden teruggedrongen. Daarnaast is een dynamisch en beweegvriendelijk natuurgebied een aantrekkelijke toeristische bestemming waarbij het positieve effecten heeft op de economie van de regio.Het KennisLab ‘Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte’ is een vervolg op de InnovatieWerkPlaats BIOR die is gestart vanuit een aanvraag bij het Centre of Expertise Healthy Ageing. Het richt zich op optimale benutting van de openbare ruimte om een actieve leefstijl te stimuleren en daarbij ook de economische en sociale impact op de omgeving van deze ruimte. In het lab werken kennisinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen, overheden (gemeente, provincie) en woningcorporaties samen met diverse partners uit de sport, horeca en recreatie.
Het Platform Stad en wijk: participatie en veerkracht stelt zich ten doel om samenwerking en uitwisseling van lectoraten op het gebied van stad en wijk te intensiveren om van hieruit stapsgewijs tot gezamenlijke meerjarige onderzoeksprogramma’s te komen. De lectoraten willen met praktijkgericht onderzoek in steden, in nauw overleg met diverse stakeholders en vertegenwoordigers van de topsector Creatieve Industrie, gezamenlijk bijdragen aan het begrijpen en aanpakken van maatschappelijke vraagstukken in de stad: ongelijkheid en sociale uitsluiting, gezondheid, arbeid en inkomen, duurzaamheid en milieu, wonen, wijk- en gebiedsontwikkeling, relatie tussen overheid en burger.