Wanneer iemand een hersenletsel krijgt heeft dit ook voor de naastbetrokkenen (partner, kinderen) grote gevolgen. Zij zijn direct na deze gebeurtenis intensief betrokken bij de behandeling. Aanvankelijk is er de spanning of medisch herstel mogelijk is en in welke mate. Bij hersenletsel gaat het in eerste instantie om overleven en vervolgens om medisch herstel (Koppe & Visser-Meily, 2010). Medisch herstel houdt in dat de fysieke symptomen verminderen of verdwijnen en dat iemand weer zo goed mogelijk kan functioneren. Het gaat bijvoorbeeld om weer kunnen praten, lopen of werken. Vaak ook zijn er veranderingen in de persoonlijkheid, in de sociale en emotionele beleving. Deze veranderingen komen tegelijkertijd voor waardoor het gedrag soms moeilijk te begrijpen is. Herstelondersteuning is de zorg die gegeven wordt om de gevolgen van het letsel te beperken. Naasten en het bredere sociale netwerk (familie, vrienden, buren en/of collega’s) willen graag een bijdrage leveren aan dat herstelproces. Hoe zijn mensen met hersenletsel en de complexe gevolgen te begrijpen? Welke mogelijkheden zijn er om de naasten en het bredere sociale netwerk blijvend bij het herstel te betrekken? En hoe kan een steunend netwerk gevormd worden? In dit hoofdstuk zal kennis uit de vorige hoofdstukken toegespitst worden op steunende netwerken rond mensen met een hersenletsel. Hierbij wordt aangesloten bij het praktijkgericht onderzoek van de Wmo-werkplaats Utrecht
DOCUMENT
Educational programs teaching entrepreneurial behaviour and knowledge are crucial to a vital and healthy economy. The concept of building a Communities of Practice (CoP) could be very promising. CoP’s are formed by people who engage in a process of collective learning in a shared domain of human endeavour (Wenger, McDermott and Snyder, 2002). They consist of a group of people who share a concern or a passion for something they do and learn how to do it better as they interact regularly. Normally CoP’s are rather homogeneous. Saxion institute Small Business & Retail Management (SB&RM) started a CoP with entrepreneurs September 2007. Typical in the this community, are the differences between the partners. The Community consists of students, entrepreneurs and members of an institution for higher education. They have different characteristics and they don’t share the same knowledge. Thus, building long-lasting relations can be complicated. Solid relations for longer periods are nevertheless inevitable in using CoP as a mean in an educational concept that takes approximately 4 years. After one year an evaluation took place on the main aspects of a lasting partnership. The central problem SB&RM in Deventer faces is to design the CoP in a way possible members will join and stay for a longer period and in a way it ensures entrepreneurial learning. This means important design characteristics have to be identified, and the CoP in Deventer has to be evaluated to assess whether it meets those design characteristics in an effective and efficient way. The main target of the evaluation is to determine which key factors are important to make sure continuity in partnership is assured and entrepreneurial learning is best supported. To solve the problem, an investigation on how a CoP works, what group dynamics take place, and how this can be measured has to be conducted. Furthermoreusing the CoP as a tool for entrepreneurship means key aspects of entrepreneurial learning have to be identified. After that the CoP in Deventer has to be examined on both aspects. According to literature CoP’s define themselves along three dimensions: domain (indicating what is it about), community (defining how it functions), and practice (indicating what capabilities it has produced) (Wenger, 1998). This leads to meaningful, shared and coordinated activities (Akkerman et al, 2007): Key aspects of a successful CoP lie in both hard and soft sides of creating a partnership. It means on one hand a CoP has to deal with defining their own overall vision, formulating long term goals and targets on the short term. They have to formulate how to achieve those targets and create meaningful activities (reification). On the other hand a CoP has to deal with relations, trust, norms and values (participation). Reification and participation as design characteristic can provide indicators on which the CoP in Deventer can be evaluated. A lasting partnership means joining the CoP and staying. Weick provides us with a suitable model that enables us to do research and evaluate whether the CoP in Deventer is successful or not, Weick’s model of means convergence. To effectively ensure entrepreneurial learning the process in the CoP has to provide or enable actionoriented forms through Project-based activity, accompanied by reflection, with high emotional exposure (or cognitive affection) preferably caused by discontinuities to be suitable as a tool in entrepreneurial learning. Furthermore it should be accompanied by the right preconditions to work effectively and efficiently. The evaluation of the present CoP in Deventer is done by interviewing all participants at the end of the first year of the partnership. In a structured interview, based on literature studies, all participants were separately questioned
MULTIFILE
Kwaliteitsstandaarden ondersteunen zorgprofessionals in de wijkverpleging in het professioneel en onderbouwd uitoefenen van hun vak. In dit project leren zorgprofessionals met innovatieve reflectiemethodieken te werken met de kwaliteitsstandaarden voor eenzaamheid en mantelzorgbelasting. Daarmee vergroten we de kwaliteit van zorg aan cliënten thuis. Doel Een duurzame en continue cyclus van leren en verbeteren opzetten in de praktijk, door de introductie van reflectiemethodieken die het leren en werken met kwaliteitsstandaarden voor eenzaamheid en mantelzorgbelasting bevordert. Resultaten Zorgprofessionals in de wijkverpleging leren werken met de kwaliteitsstandaarden voor eenzaamheid en mantelzorgbelasting. Inzicht in hoeverre reflectiemethodieken bijdragen aan het ‘leren werken met’ en ‘reflecteren op’ het werken met kwaliteitsstandaarden. Looptijd 01 maart 2021 - 01 maart 2024 Aanpak Met een actiegeoriënteerde aanpak gaan onderzoekers en zorgprofessionals gezamenlijk aan de slag met verschillende reflectiemethodieken. De reflectiemethodieken zijn ‘mentoring’, ‘peer-to-peer shadowing’ en ‘het leren van de data’. Academische werkplaats in de wijk Dit project wordt uitgevoerd binnen de Academische werkplaats in de wijk. Dit is een samenwerkingsverband van Hogeschool Utrecht, de leerstoel verplegingswetenschap van het UMCU en vier verschillende zorgorganisaties in de eerstelijnszorg waaronder AxionContinu, Careyn, de Rijnhoven en Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentrum. Het doel van de Academische werkplaats in de wijk is om de werkpraktijk, het onderwijs en het onderzoek meer met elkaar te verbinden en daarmee bij te dragen aan de kwaliteit van verpleegkundige zorg. Cofinanciering Dit onderzoeksproject wordt gefinancieerd door ZonMw, dossiernummer 80-87100-98-004.
Kwaliteitsstandaarden ondersteunen zorgprofessionals in de wijkverpleging in het professioneel en onderbouwd uitoefenen van hun vak. In dit project leren zorgprofessionals met innovatieve reflectiemethodieken te werken met de kwaliteitsstandaarden voor eenzaamheid en mantelzorgbelasting. Daarmee vergroten we de kwaliteit van zorg aan cliënten thuis.