Vanuit de transitie die nodig is in de zorg wordt de Master HAP toegelicht. Multidisciplinariteit en verbreding van het vakgebied spelen daarin een belangrijke rol. Afsluitend licht een student zijn innovatie toe.
Ons energiesysteem bevindt zich in transitie. Het fossiele energiesysteem zoalswe dat kennen, staat onder druk. De wereldwijde vraag naar energie groeitsterk en het blijkt steeds moeilijker om deze (goedkoop) in te vullen met dehuidige fossiele energievoorziening, die bovendien gepaard gaat met negatievemilieueffecten. Er is internationaal consensus dat een omslag naar een duur-zamer energievoorziening noodzakelijk is, en hierbij zijn innovaties onont-beerlijk
Nederlandse binnensteden bevinden zich als gevolg van diverse trends – klimaat, maatschappij, demografie, economie en technologie – in een dynamisch en complex transitieproces. Deze transitie moet door samenwerkende en betrokken private en publieke stakeholders uit de binnenstad worden gemanaged om zodoende centra veerkrachtig te maken en houden. Lange tijd richtte dit binnenstadsmanagement zich vooral op operationele zaken rond de aankleding van en events in de binnenstad. Zo staat menig binnenstad in de maand december in de kerstspotlights.
Het project GOUD (Geïntegreerde Ondersteuning voor multidisciplinaire Uitrol van Datagedreven zorg in verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg [VVT]) komt voort uit toenemende druk op de VVT-sector door vergrijzing en het tekort aan zorgverleners. Volgens recente beleidskaders kan datagedreven zorg helpen bij de benodigde zorgtransitie. Bij datagedreven zorg leren, beslissen en verbeteren hbo- en mbo-zorgverleners o.b.v. data uit het primaire zorgproces zoals sensordata en rapportages. VVT-organisaties zijn begonnen met top-down visievorming en technisch gedreven pilots, maar komen niet verder. Dit komt omdat datagedreven zorg een complex vraagstuk is dat actieve betrokkenheid van diverse stakeholders (zorg, ICT, staf) vereist, iets waar VVT-organisaties moeite mee hebben. Om dit probleem aan te pakken, werken onderzoekers van Windesheim, Saxion, Hogeschool Utrecht en Deltion College samen om twee VVT-organisaties (Den Bouw Woon-zorg-centrum en AxionContinu) te ondersteunen bij de uitrol van datagedreven zorg. Dit doen ze via ontwerpgericht onderzoek. Ze volgen hierbij de fasen van het recent gepubliceerde cyclische model voor “data in een lerende organisatie” (Vilans, 2023), dat niet eerder geoperationaliseerd is in de praktijk: 1.Richten: Visievorming via multidisciplinaire gesprekstools; 2.Inrichten: Vaststellen (technische) infrastructuur, werkprocessen en definiëren van rollen, taken en verantwoordelijkheden; 3.Verrichten: Methodisch experimenteren met zorgdata; 4.Leren/veranderen: Reflectie op gerealiseerde veranderingen. De hulpmiddelen die in deze werkpakketten worden ontworpen worden geïntegreerd in een toolbox, die het cyclische model operationaliseert en beschikbaar wordt gesteld via de website van het landelijke netwerk “Samen datagedreven werken in Zorg en Welzijn”. Verdere doorwerking in de praktijk wordt ondersteund door Werkgeversvereniging Zorg & Welzijn, Health Valley, Scamander, Beter Healthcare en drie andere VVT-organisaties (Noorderboog, Baalderborg groep en Zorggroep Apeldoorn). Het onderwijs en de competentieprofielen voor zorgprofessionals worden doorontwikkeld via TZA IJssel-Vecht, Aart Eliëns Advisering en V&VN. Doorwerking richting onderzoek gebeurt via betrokken practoren- en lectorenplatformen, Vilans, en Maastricht University
groeiende zorgvraag. In 2040 zou 1 op de 4 werkenden in de zorg moeten werken om aan de vraag te voldoen, wat onhaalbaar is. Daarom wordt gezocht naar innovatieve oplossingen, zoals vastgelegd in het Integraal Zorgakkoord (IZA), het WOZO en het GALA. Deze plannen richten zich op zorgtransformatie, waarbij digitalisering, thuiszorg en regionale samenwerking centraal staan. Naast medisch professionals kunnen ontwerpers een belangrijke rol spelen in deze transformatie. Zij brengen een mensgerichte en creatieve blik waarmee er buiten de gebaande zorgpaden naar passende zorgoplossingen kan worden gezocht. Toch ervaren ontwerpers uitdagingen, vooral in het aantonen van hun meerwaarde binnen zorgorganisaties. Ze moeten zich staande houden tussen medisch specialisten en hebben moeite om hun impact zichtbaar te maken. Dit onderzoeksproject richt zich op de vraag: Hoe kan de impact van ontwerpkracht in de zorgtransitie zichtbaar worden gemaakt? Dit wordt onderzocht door Saxion Hogeschool met netwerk Designers in de Zorg, o.a. in samenwerking met BeBright, Buro Zorgelozer, Patrick Leijte, The Draw Inn, Studio Smolenaars en aanverwante zorgorganisaties. Het onderzoek bestaat uit twee fasen. Eerst wordt vastgesteld wat de impact van ontwerpers in de zorgtransitie is, door brainstormsessies en interviews met zowel ontwerpers als zorgprofessionals. Vervolgens wordt gekeken hoe deze impact het beste gecommuniceerd kan worden. Daarvoor werken we drie verschillende communicatiemethoden uit, zoals een online campagne, een vakpublicatie of een beursstand. De effectiviteit van die methoden wordt geëvalueerd via vragenlijsten en een feedbacksessie. Dit onderzoek biedt een eerste stap in het versterken van de rol van ontwerpers in de zorg, zodat hun bijdrage beter erkend en benut kan worden. Zo hopen we dat er in de toekomst méér ontwerpers in de zorg werken en dat zij beter hun werk kunnen uitvoeren.