Dit artikel ligt momenteel ter beoordeling bij een reviewer van het European Journal of Sport Sciences.
Er vallen veel beginnende leraren uit in hun eerste beroepsjaren. Dat geeft niet alleen persoonlijk leed, maar op die manier gaat ook veel talent verloren. Er is op dit moment wel aandacht voor de problematiek, maar de bal ligt bij de school zelf. Er zijn manieren om deze sprong in het diepe beter te begeleiden en het beroep van Leraar een lerend beroep te maken. Aan het woord is Marco Snoek, een lerarenopleider.
Lichamelijke activiteiten waarbij het skelet wordt belast, zoals wandelen of hardlopen, hebben een positief effect op de botgezondheid. Activiteiten waarbij niet of nauwelijks belasting van het skelet plaatsvindt, zoals fietsen of zwemmen, worden vaker in verband gebracht met een verminderde botgezondheid. Dit is met name een probleem voor (prof-)wielrenners, waarbij lange dagen op de fiets worden doorgebracht. Alarmerend is het feit dat de meerderheid van de profwielrenners te maken heeft met broze botten (osteopenie of osteoporose). Broze botten verhogen het risico op botbreuken. Dat is niet alleen zorgwekkend tijdens de actieve wielercarrière, maar vooral ook daarna. Een lage botdichtheid op jonge leeftijd verhoogt de kans op osteoporose en botbreuken in het latere leven. De vraag vanuit de beroepspraktijk is hoe de botgezondheid van (jonge) wielrenners verbeterd kan worden. Ondanks dat verschillende bewegings- en voedingsinterventies effectief zijn bevonden bij ouderen, is het niet bekend of zulke interventies ook effectief kunnen zijn voor (jonge) wielrenners. Bovendien moet een interventie inpasbaar zijn in het dagelijkse leven van (prof-)wielrenners en niet interfereren met de reguliere trainingsarbeid. Een veelbelovende strategie die aan deze eisen voldoet zijn korte dagelijkse springsessies gecombineerd met collageensuppletie. In dit innovatief pilotonderzoek zullen we testen of deze strategie daadwerkelijk een positief effect heeft op het botmetabolisme. Vervolgens kan de strategie geïmplementeerd worden binnen het profwielrennen, waarbij ook de botgezondheid op langere termijn onderzocht kan worden. Het project wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, in samenwerking met wierlerteams Jumbo-Visma en Parkhotel Valkenburg (profploegen), KNWU (wielerunie), Niche4Health (collageensupplementen), en Universiteit Maastricht (wetenschappelijke input en bloedanalyse).
Niet alle kinderen vinden zwemmen leuk. Nijlpaard Jip werd gemaakt door Sportfondsen Groep als mascotte in zwembaden, om kinderen te helpen bij hun zwemles. Wij keken hoe we Jip met charactermarketing nog interessanter konden maken voor kinderen.Doel Leren zwemmen is voor kinderen heel belangrijk. De Sportfondsen Groep wilde met het personage Jip (een nijlpaard dat leert zwemmen) zwemlessen leuker maken, maar wist niet hoe. “Jip leefde helemaal niet”, constateerde Simone de Droog, onderzoeker bij het lectoraat Human Experience & Media Design en expert in charactermarketing. “Hij was te groot en te oud, bijna een soort docent. Daardoor konden jonge kinderen niet aan hem relateren. Met dit onderzoek kijken we hoe we Jip kunnen verbeteren. De bedoeling is dat de mascotte kinderen nog meer stimuleert om het water in te duiken. Resultaten Samen met een aantal teams van circa twintig studenten Digitale Media en Communicatie bedacht Simone de Droog een nieuwe Jip: kleiner, slanker, jonger en zachter. Zwembaden betrekken hun leerlingen met multimediale storytelling nu effectiever bij Jip, wie zijn vriendjes zijn, wat hij graag doet én wat hij durft. De Droog: “Er kwam een prentenboek, een Jip-knuffel, een Jip-tas en een Jip-handdoek." De Sportfondsen Groep heeft de contractopdracht voor 2018 verlengd: studenten werken aan zwembandjes met een NFC-chip. Aan het eind van de zwemles mogen de zwemmers aan een levensgrote Jip een high-five geven; het bandje maakt contact met de sensor in Jips hand en dat levert punten op. Met deze punten kunnen kinderen vervolgens filmpjes, spelletjes en meer in de Jip-app openen. Met de aangepaste Jip blijft zwemmen leuk, en kan de zwemvoortgang digitaal gevolgd en gestimuleerd worden. Sportfondsen Groep wil deze app en de zwembandjes met chip graag gaan ontwikkelen. Looptijd 01 januari 2016 - 31 december 2021 Aanpak Studenten Digitale Media en Communicatie volgden colleges over charactermarketing. Ook leerden ze hoe je onderzoek doet bij (zeer) jonge doelgroepen. MKB Game Changers De oplossingen die we bedachten, waarin we data verzamelen over de zwemvoortgang, sluit perfect aan bij Crossmedialab’s grote onderzoeksproject 'MKB Game changers'. Daarin gebruiken we data om zorggames te verbeteren, gedrag positief te beïnvloeden en door spelelementen de gebruiker meer te betrekken.
In het asielzoekerscentrum (AZC) in Leersum wonen zo’n 600 mensen. In het najaar van 2022 is er een nieuwe medewerker aangenomen die onder andere als taak heeft sportactiviteiten op te zetten. Met dit project borduren we voort op en verbreden we het Living Lab gemeente Utrechtse Heuvelrug, dat zich richtte op (kwetsbare) volwassenen met een inactieve leefstijl. Doel Het doel van dit project is om een duurzaam sportaanbod voor bewoners op te zetten op het AZC in Leersum en om de COA-medewerker te ondersteunen bij het uitbreiden/verstevigen van het netwerk van sportaanbieders in de omgeving. Resultaten Samen met het COA sportactiviteiten opstarten waaraan het meest behoefte is bij bewoners; Voor alle activiteiten duurzaamheid borgen zodat die ook na beëindiging van dit project kunnen worden voortgezet en onderzoeken op welke manier studenten hierin een rol kunnen spelen; Opstarten van zwemlessen in het zwembad in de gemeente, delen van kennis over gevaren van zwemmen en aanmoedigen deelname aan zwemlessen i.v.m. het hoge percentage verdrinkingen van mensen met een vluchtelingenachtergrond; Introductie van de COA-medewerker in het sportnetwerk binnen de gemeente, zodat zij individuele sporters kan koppelen aan een vereniging (in het geval van sporten waar weinig vraag naar is) Looptijd 31 januari 2023 - 31 januari 2024 Aanpak Eerst zal onder bewoners worden geïnventariseerd welke sporten zij het liefst willen beoefenen. Vervolgens zullen we nagaan of en hoe we dit (duurzaam) kunnen opstarten. We volgen de activiteiten middels participerende observaties en interviews, en we ontwikkelen ondersteunende materialen (bijv. instructies voor zelfstandige fitnesstraining).