Kinderen leren van het kijken naar een voorbeeld. In het zwemonderwijs is kijken naar de beweging lastig, omdat het voorbeeld (gedeeltelijk) onder water plaatsvindt. Dit is zeker van toepassing bij de schoolslag.Het doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen wat het effect is van een voorbeeld op een iPad ten opzichte van het bekijken van een fysiek voorbeeld in de zwemles.In de resultaten komt naar voren dat de experimentele groep significant meer vooruitgang heeft geboekt op de schoolslag dan de controle groep. Daarnaast scoorde de experimentele groep significant hoger op de kennis van de schoolslag. Hierdoor lijkt het dat een voorbeeld gegeven door middel van een iPad leidt tot een grotere vooruitgang op de schoolslag dan een traditioneel voorbeeld van de lesgever.
DOCUMENT
Full text via link. In 2013 is de landelijke PvdA-werkgroep Sport opgericht. Doel van dit netwerk is om binnen de partij - zowel landelijk als lokaal - aandacht voor de waarde van sport voor de samenleving te vergroten en versterken. Eind 2013 formuleerde de werkgroep een visie over de waarde van sport voor het realiseren van een sterk en sociaal Nederland. Tevens is er op het partijcongres een discussiebijeenkomst georganiseerd met raadsleden, wethouders en leden van lokale afdelingen. Wij - allebei lid van het netwerk - bekeken daarvoor 16 lokale PvdA-verkiezingsprogramma’s en analyseerden welke plek sport daarin inneemt.
LINK
In het magazine “Blijven werken in onderwijs”, uitgebracht ter gelegenheid van het 4-jarig bestaan van het lectoraat Werken in Onderwijs, lees je meer over de vragen, inzichten, thema’s en mensen van het lectoraat.” Met bijdragen van: Mieke Koeslag-Kreunen, Saskia Brokamp, Patricia Brouwer,, Angela de Jong, Kaoutar El Khatoutti, Elsemarijn Ippel, Mees Kok, Maaike Koopman, Anneke Offereins, Tamar Tas, Edy van Renselaar, Bibi van Wolput
LINK
Hanzehogeschool heeft de expertise en ervaring om praktijkgericht onderzoek naar thema’s in het zwemonderwijs uit te voeren. In verbinding met de sport- en beweegopleidingen en het lectoraat Sportwetenschap kunnen docentonderzoekers, lectoren en studenten praktijkgericht onderzoek uitvoeren. Daarbij kunnen ze in verbinding met de hbo-sportopleidingen ook helpen de praktische vertaalslag te maken naar concrete verbetermogelijkheden van de zwempraktijk bij zwemonderwijzers en zwembaden. In de drieslag van onderwijs, onderzoek en ondernemerschap op de hogescholen en verbinding met de zwembranche liggen uiteenlopende mogelijkheden tot samenwerking.
Top-Up is nodig om een onderbelicht onderwerp uit het project Play Fit verder uit te werken in een ebook en zodoende toegankelijk te maken voor onderwijs en bedrijfsleven. Het gaat hierbij om het onderwerp Swimgames. De aandacht voor innovatie in het zwembad neemt toe, maar toch blijven de meeste partijen handelingsverlegen. De aggregatie van de resultaten willen we ook gebruiken om een nieuw projectvoorstel met het MKB in te dienen om zo onderzoek in het HBO te gebruiken om het onderzoek naar meer en veilig zwemmen te stimuleren. Play Fit was bedoeld om VMBO scholieren in de context van een school meer aan het bewegen te krijgen. Een deel hiervan is al gevat in ebooks (http://www.playfitproject.nl/ebooks/), maar van swimgames nog niet. Een apart onderdeel in het curriculum is schoolzwemmen. Er zijn onder Play Fit een paar verkennende initiatieven geweest, zoals game jams in het zwembad om hier aandacht aan te schenken en de bevindingen uit de school te kunnen generaliseren. De swimgames adresseren een belangrijk onderdeel in het activeren van de Nederlandse jeugd: Jongeren zijn moeilijk tot een zwembadbezoek te motiveren als een zwembad minder aansluit bij hun belevingswereld. Voor de regionale zwembaden heeft het wegblijven van deze groep impact op het sluitend krijgen van de exploitatie. Daarmee komen andere functies (regionale ontmoetingsplaats, sportlocatie) en doelgroepen (kinderen die leren zwemmen, ouderen die gezond fit willen blijven, verenigingen) onder druk te staan. Dat beeld wordt bevestigd door de zwembadbranche. Zwembad exploitanten zoals OptiSport (OS) en Sportfondsen B.V. (SF) geven aan dat met name de jeugd van 12 tot 22 jaar wegblijft: “Na de basisschool komen ze steeds minder in het zwembad, om pas terug te komen als ze zelf kinderen hebben”. Voor Center Parcs N.V. (CP) is de “Aqua Mundo” de spil in het aanbod, “de vakantie dichtbij voor de hele familie”. Jongeren vinden de Aqua Mundo minder interessant, waardoor de keuze voor de Aqua Mundo en CP als vakantie bestemming vaker ter discussie wordt gesteld in een gezin. Behalve deze activerende functie heeft de afname in zwemvaardigheid tot gevolg dat in Nederland het aantal gevallen van verdrinking stijgt, op dit moment enkele duizenden per jaar. In juli 2014 zijn hier Kamervragen over gesteld. De minister van VWS wijst voor de oorzaak naar de afgenomen vaardigheid van de zwemmers door verminderd zwembadbezoek. Het ligt niet aan de verminderde ondersteuning in het zwemonderwijs, 94% van de kinderen haalt nog altijd minstens één zwemdiploma. Voor de afname in zwemvaardigheid wijst de minister naar de ouders, zij moeten hun kroost (met name de jeugd) naar het zwembad brengen. Zo bezien zijn de bevindingen uit dit PlayFit onderdeel, een belangrijke bijdrage aan de aan het activeren van de samenleving voor meer vormen, aantrekkelijke en veilige vormen van beweging. De Top-Up financiering is nodig om ook dit onderdeel verder uit te kunnen werken.