Stuk over politiek denken over de verscheidenheid in gezondheidsaanspraken en de gezondheidszorg.
Democratie en burgerschap staan onder druk. We leven in een tijd van affectieve polarisatie waar mensen elkaar niet vanzelf als gerespecteerde gesprekspartners zien, er breed nepnieuws gedeeld wordt, democratische rechten niet per se als vanzelfsprekend worden gezien, de overheid burgers ‘vermorzelt’ en kloven tussen burgers vergroot worden (Dekker 2022; Miltenburg e.a. 2022; Steenvoorden 2023). Natuurlijk, heel veel gaat goed in Nederland, maar heel veel ook duidelijk niet. Om in deze tijd op te groeien vraagt veel van jongeren. Mede hierom is er een breed gedeelde roep voor meer burgerschapsonderwijs (Nieuwelink 2023). In dit artikel wil ik uitleggen waarom deze wens voor meer burgerschapsonderwijs begrijpelijk is, welke politiek-bestuurlijke belemmeringen er bestaan voor het vormgeven van succesvol burgerschapsonderwijs en hoe dat burgerschapsonderwijs verder versterkt kan worden. In dit essay zal ik me qua leeftijd en onderwijstype beperken tot het voortgezet onderwijs – hoewel grote delen van de redenering ook opgaan voor het primair onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.
Op 16 maart dit jaar heeft in de plenaire vergadering van de 2e Kamer een bespreking plaatsgevonden van een recent burgerinitiatief over het huidige systeem van geldschepping. Daarbij hebben de banken volledige vrijheid om geld uit het "niets" te creëren. Een grote groep burgers roept de politiek op om daarin verandering te brengen en de geldschepping in handen te leggen van de overheid. Daardoor hoeft de overheid voor het geld dat ze zelf leent op de kapitaalmarkt ook geen rente te betalen.
LINK
Defensie heeft met steeds complexere inzetcontext te maken door de veranderende geopolitieke situatie in combinatie met de vergrijzende beroepsbevolking en de klimaat- en energietransities. In dit spanningsveld verandert ook de positie van de soldaat in het veld (met name de Koninklijke Landmacht). Van deze moderne militair wordt verwacht in een ‘netcentric environment’ te acteren wat o.a. tot gevolg heeft een toenemend gebruik van elektronische apparatuur bij elke inzet. Na het uitstijgen (gedropt in het veld) is de militair afhankelijk van energiebronnen die mobiel meegenomen kunnen worden of ter plekke opgeladen. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en de militair kan o.a. te maken krijgen met een arsenaal aan batterijen, opladers, e.d. die niet onderling uitwisselbaar zijn wat tot extra vracht en daarmee meer fysieke belasting leidt. Dit project heeft als doel om vanuit de actuele stand van zaken voor de uitgestegen militair te komen met verbeteropties om in de (nabije) toekomst qua energie onafhankelijk te opereren in het veld beter mogelijk te maken, en waar de mogelijkheden voor dual use liggen met civiele organisaties. Aandacht zal worden gegeven aan energieopwekking, -opslag en -besparing als ook de connectiviteit tussen de verschillende assets.
De Thematafel Veiligheid heeft in de loop van 2023 een hernieuwde, krachtige impuls gekregen, in 2024 sloten ook het NIPV en de Politieacademie zich aan en met Defensie is het gesprek aangegaan. Vanuit deze bestuurlijke basis ziet de Thematafel voor de jaren 2025-2026 een bijzondere uitdaging door de snel veranderende geopolitieke situatie en de implicaties hiervan voor de veiligheid van de Nederlandse samenleving. De Thematafel zet stevig in op de verdere strategische ontwikkeling van het hbo-onderzoek, in verbinding met de betrokken lectoren, met Europese collega’s en in nauwe samenwerking met organisaties in het brede palet van het Nederlandse veiligheidsdomein.
Aanleiding: Scholen weten vaak niet hoe ze om moeten gaan met pestsituaties. In het onderwijsveld is er behoefte aan concrete handvatten om pesten te kunnen signaleren en om op adequate wijze met pestincidenten om te gaan. Recente initiatieven vanuit de politiek en de landelijke onderwijskoepels (Plan van Aanpak Pesten, 2013) onderstrepen het belang hiervan. Doelstelling Het doel van dit project is kennis ontwikkelen en valoriseren waarmee professionals in het basisonderwijs het pestgedrag effectief kunnen terugdringen op basisscholen in Nederland. Voor dit doel verricht het projectteam onderzoek voor de theoretische en praktijkgerichte onderbouwing van antipestbeleid. In samenwerking met professionals en docenten ontwikkelt het team de afzonderlijke onderdelen van antipestbeleid. Daarna volgt een proefimplementatie en onderzoek van de verschillende onderdelen en dan de implementatie op de deelnemende scholen. Beoogde resultaten De concrete resultaten van het project zijn een online pestmeter die scholen zelfstandig kunnen gebruiken om het pesten in de school in kaart te brengen, methodieken voor docenten om pestsituaties - zowel eenvoudige pestproblemen als intensieve incidenten - in de klas op te lossen, een digitale interactieve lessenserie voor leerlingen, een training voor docenten en een training voor schoolleiding (via e-learning). De resultaten, kennis en inzichten worden landelijk verspreid door middel van cursusmaterialen, publicaties, sociale media, presentaties, congresdeelnames en een slotsymposium.