Limited data is available on the size of urban goods movement and its impact on numerous aspects with respect to livability such as emissions and spatial impact. The latter becomes more important in densifying cities. This makes it challenging to implement effective measures that aim to reduce the negative impact of urban good movement and to monitor their impact. Furthermore, urban goods movement is diverse and because of this a tailored approach is required to take effective measures. Minimizing the negative impact of a heavy truck in construction logistics requires a different approach than a parcel delivery van. Partly due to a lack of accurate data, this diversity is often not considered when taking measures. This study describes an approach how to use available data on urban traffic, and how to enrich these with other sources, which is used to gain insight into the decomposition (number of trips and kilometers per segment and vehicle type). The usefulness of having this insight is shown for different applications by two case studies: one to estimate the effect of a zero-emission zone in the city of Utrecht and another to estimate the logistics requirements in a car-free area development.
MULTIFILE
Rugpijn komt voor bij veel paarden. De pijngrens van ieder paard is verschillend, het is lastig te constateren of een paard rugpijn heeft. De oorzaken van rugpijn kunnen uiteenlopen zoals slecht passend zadel, kreupelheid, orgaanproblemen, manier van rijden, overbelasting of wervelblokkades. Momenteel wordt rugpijn geconstateerd middels handelingen zoals voelen aan spieren of wervels, visueel beoordelen van de rug. Objectieve analyses op gebied van rug problematieken en bewegingskwaliteit zijn op dit moment erg uitdagend. Het is mensenwerk en vaak zijn de meningen verdeeld zelfs tussen experts met ruime ervaring. Het equine back measurement system kan voor de sector een gamechanger worden door de mogelijkheid om de rug/romp beweging van het paard te objectiveren en kwantificeren en zodoende rugklachten te kunnen aantonen. Het equine back measurement systeem maakt met behulp van sensoren een 3D scan van het rugoppervlak tijdens bewegen (stap/draf) op een lopende band. Middels AI software analyse volgt hieruit een resultaat van de metingen en geeft het systeem aan waar opvallende afwijkingen zitten in de bewegende oppervlaktepatronen. Met deze informatie kan dan bijv. een zadelmaker het zadel op de juiste manier instellen voor het betreffende paard of zijn er indicaties voor nader veterinair onderzoek. Het equine back measurement system zou gecombineerd kunnen worden met alle bestaande lopende band opstellingen voor paarden. In de toekomst zou het systeem zelfs gebruikt kunnen worden om een nieuw te ontwikkelen zadel met luchtkamers aan te sturen. In dit project ligt de focus op genereren van een 3D model met behulp van sensoren zoals dieptecamera’s. Op basis van de ervaring met bewegingsmetingen bij paarden van projectpartner Equimoves is gebleken dat het systeem 200 - 300 metingen per seconde moet kunnen maken om voldoende details te kunnen zien. Bij dit project zijn verder betrokken Peard (zadeldrukmetingen) en Paardenkliniek Venlo.
De nieuwe lector Gezonde Stedelijke Ontwikkeling levert onderbouwde praktijkgerichte oplossingen voor de vraag hoe je stedelijke verdichting kunt combineren met het creëren van groene en rustige plekken, waar mensen kunnen ontspannen, ontmoeten en bewegen. In de regio Utrecht en heel Nederland worden de komende jaren veel woningen bijgebouwd binnen de gemeentegrenzen. Deze stedelijke verdichting gaat vaak ten koste van groene en rustige plekken, terwijl zulke plekken juist essentieel zijn voor de gezondheid van stadsbewoners. Provincie Utrecht en Utrechtse gemeenten zoeken naar manieren waarop die stedelijke verdichting kan samengaan met het creëren van groene en rustige plekken, waar mensen kunnen ontspannen, ontmoeten en bewegen. Hoe zorg je dat de plekken aansluiten op de wensen van alle belanghebbenden, inclusief kwetsbare groepen en toekomstige bewoners, zodat alle groepen deze plekken ook daadwerkelijk gaan gebruiken? Hoe betrek je hen in het ruimtelijk planproces? Hoe worden de groene en rustige plekken na realisatie gebruikt en beleefd? De lector Gezonde Stedelijke Ontwikkeling wil dit in ‘living labs’ onderzoeken en praktische handvatten ontwikkelen voor professionals om groene en rustige plekken te kunnen creëren. In het lectoraat monitoren we hoe gebruikers na realisatie de plek gebruiken en beleven, met daarvoor (door)ontwikkelde methoden. We analyseren in hoeverre oorspronkelijke ambities ten aanzien van groene en rustige plekken zijn gerealiseerd, en wat daarin stimulerende en belemmerende factoren zijn. We borgen de inzichten en maken deze beschikbaar voor huidige en toekomstige professionals die werken aan gezonde stedelijke ontwikkeling. De L.INT lector Gezonde Stedelijke Ontwikkeling combineert de expertise van RIVM en Hogeschool Utrecht (HU). De activiteiten zijn ingebed in lopende projecten en programma’s van HU en RIVM. Door de samenwerking met provincie, gemeenten en andere praktijkprofessionals komt de nieuwe kennis terecht in de beroepspraktijk. De lector wordt ondergebracht in het Lectoraat Building Future Cities van het Kenniscentrum Gezond en Duurzaam Leven, HU.
De landbouw in Nederland zorgt voor een netto CO2- en stikstofuitstoot. Om de druk op het milieu te verminderen is het noodzakelijk deze uitstoot te reduceren. Het aandeel methaan- en stikstofuitstoot van verse mest is relatief hoog t.o.v. de uitstoot bij oude mest. Het is daarom van essentieel belang om verse mest direct te conserveren waardoor de uitstoot van methaan en stikstof minimaal is. Een methode voor het conserveren van mest is de toevoeging van duurzaam mierenzuur uit hernieuwbare energie in de mestkelder om zodoende de pH te verlagen waardoor methaan producerende bacteriën geen kans krijgen om methaan te produceren. Bovendien zorgt de verlaging van de pH voor een betere oplosbaarheid van ammoniak. De productie van mierenzuur kan d.m.v. een PV-katalytische reactie van water en CO2 naar mierenzuur. Uiteindelijk kan de aangezuurde mest worden toegevoegd aan een vergister waardoor een hoge methaanpotentiaal uit de verse mest gehaald kan worden. In dit onderzoek wordt onderzocht: (1) wat de extra methaanopbrengst in een vergister kan zijn door gebruik te maken van aangezuurde verse mest i.p.v. onaangezuurde mest. Hierbij worden methaanpotentialen van mierenzuur, verse mest en aangezuurde mest met elkaar vergeleken; (2) wat de vermeden stikstofemissie kan zijn door mest aan te zuren. Voorafgaande aan de methaanpotentiaalmetingen en stikstofmetingen worden de mestmonsters en mengsels onderzocht op mengbaarheid met mierenzuur en op pH-buffercapaciteit. Met de resultaten kan een procesdiagram voor een pilot ontworpen worden voor een vervolgonderzoek om mest aan te zuren op boerderijschaal en in een later stadium te vergisten. Ook wordt een centrale mierenzuurproductie faciliteit doorgerekend. Hierbij wordt het mierenzuur naar de veehouderij aangevoerd en de verzuurde mest afgevoerd. Veehouders zonder vergister kunnen dan ook deelnemen aan het mierenzuurvergistingsproces. Uiteindelijk zal het mierenzuur-in-de-stal vergistingsconcept bijdragen aan vermindering van de methaan- en de ammoniakemissie en de gasopbrengst uit verse mest verhogen.