In lerarenopleiding in Nederland neemt onderzoek door (aankomende) leerkrachten een steeds grotere rol in. De aandacht voor onderzoek door leerkrachten blijkt onder andere uit de oprichting van verschillende academische opleidingsscholen. Eén van die academische opleidingsscholen is de Academische ASKO Opleidingsschool. Binnen die academische opleidingsscholen wordt onderzoeksmatig gewerkt aan de ontwikkeling van het onderwijs, de school en de professionaliteit van leraren. Onderzoeksmatig werken en ontwikkelen is het proces waarin vraagstukken en ontwikkelthema’s die voortkomen uit de ontwikkelagenda van de school (vanuit het schoolplan en het jaarplan) door ontwikkelgroepen van leraren en studenten vanuit een onderzoeksmatige aanpak worden opgepakt. Voor veel leraren is het doen van onderzoek binnen hun eigen les- en ontwikkelpraktijk een relatief nieuwe activiteit, waar ze weinig ervaring en deskundigheid in hebben. Ondersteuning en professionalisering is daarom noodzakelijk: Onderzoeksgroepen worden begeleid door onderzoeksbegeleiders, terwijl de onderzoekbegeleiders op hun beurt ook weer worden begeleid en ondersteund in hun rol en de uitvoering in de praktijk. Bij de ondersteuning van de onderzoeksbegeleiders wordt gewerkt met intervisie-bijeenkomsten, waarbij aan de hand van videobeelden, ingebrachte ervaringen en andere bronnen gereflecteerd is op het proces van het begeleiden van onderzoek.Tijdens de intervisie ontstaan inzichten in de wijze waarop onderzoek door ontwikkelteams binnen de scholen vorm kan krijgen. Deze inzichten vormen een praktijktheorie voor de onderzoeksbegeleiders. Hieronder wordt deze praktijktheorie geëxpliciteerd, om zo de opbrengsten overdraagbaar te maken. Het is nadrukkelijk een praktijktheorie, dat wil zeggen ontstaan op basis van de praktijk van de betrokken onderzoeksbegeleiders en hun inzichten. In die zin is de praktijktheorie subjectief en gebonden aan de specifieke groep die deelneemt aan het intervisietraject. Een praktijktheorie is niet zondermeer overdraagbaar, maar kan wel voor anderen ter inspiratie dienen. De praktijktheorie wordt na iedere intervisie-bijeenkomst aangevuld en de volgende bijeenkomst weer besproken
DOCUMENT
In deze notitie wordt de huidige stand van zaken wat betreft het academische deel van de opleidingsschool, en daaraan gekoppeld, als mogelijke onderdelen voor een subsdieaanvraag, een aantal potentiële 'verankerprojecten' geschetst. Alle vo-scholen die in 2011 bij het academische deel van de opleidingsschool betrokken zijn, hebben eerder al laten weten in principe ook in de periode 2012-2016 te willen participeren. Daarnaast zijn er nog enkele scholen uit het samenwerkingsverband die overwegen om ook aan te sluiten bij het academische deel van het project. Een vervolg van het project betekent dat er nog meer aandacht gevraagd zal worden voor de inhoud en kwaliteit van het praktijkonderzoek dat door leraren (in opleiding) op school wordt uitgevoerd en ook voor de verbetering van de afstemming en samenwerking tussen partnerscholen, lerarenopleiding en betrokken wetenschappelijke instellingen op dit punt. In het kader van de discussie en besluitvorming voor (verdere) uitbouw van de academische kop van de Opleiedingsschool Limburg is op verzoek van het directieberaad van de AOSL deze notitie geschreven.
DOCUMENT
De Academische Opleidingsschool Limburg (AOSL) is een samenwerkingsverband van de Fontys Lerarenopleiding Sittard, 12 scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs, de Open Universiteit en de Universiteit Maastricht. Kernstreven van het project is het praktijkgericht professionaliseren en begeleiden van leraren (in opleiding) met het oog op verbetering van de kwaliteit van het (voortgezet) onderwijs. Daarbij wordt het bevorderen van het doen van onderzoek door en met leraren (in opleiding) gezien als een van de (leer)strategieën waarmee professionele ontwikkeling van leraren (in opleiding) en schoolontwikkeling met elkaar verbonden kunnen worden. Op de vo-scholen zijn zogenaamde Onderzoek Ondersteuningsgroepen (OOG)ingericht. In de bijdrage wordt onder andere ingezoomd op motiverende en belemmerende factoren zoals die binnen het samenwerkingsverband, met een diversiteit aan partners en perspectieven, en bij de vormgeving en praktische uitvoering van het doen van onderzoek door en met leraren, naar voren komen. In deze congres bijdrage wordt onder andere aandacht besteed aan de volgende vragen: (Hoe) zijn de rollen van alle partners in het project helder gedefinieerd? (Hoe) kunnen leraren in opleiding zichtbaar een rol spelen bij onderzoek op school? (Hoe) genereren en expliciteren partnerscholen onderzoeksthema's? Waar en hoe 'ontmoet' het opleidingscurriculum en onderzoek doen op school elkaar? Welke onderzoeksprogrammalijnen zijn in de AOSL zichtbaar en relevant? (Hoe) wordt binnen scholen docentonderzoek geëntameerd, geregistreerd, gerapporteerd? Welk kwaliteitskader wordt gehanteerd voor onderzoek door leraren op school? (Hoe) is AOSL verankerd in opleidingscurriculum en organisatiestructuur van scholen?
DOCUMENT
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.Doel Dit project wil bijdragen aan: Het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen scholen en opleidingsinstituten Het versterken van de positie van de academische leerkracht binnen de Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort De vier werelden (hogeschool, studenten, universiteit en werkveld) dichter bij elkaar te brengen. Resultaten Dit onderzoek werkt toe naar de volgende beoogde opbrengsten (ondersteund vanuit het PRIME framework; zie Greven & Andriessen, 2019): Ten behoeve van kennisontwikkeling ontwikkelen we een beknopte en toegankelijke onderzoeksrapportage. Ten behoeve productontwikkeling ontwikkelen we tools/activiteiten om community vorming bij studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding te stimuleren. Ten behoeve van persoonsontwikkeling willen we een bijdrage leveren aan gemeenschapsvorming van studenten en opleiders binnen de academische lerarenopleiding. Ten behoeve van systeemontwikkeling ontwikkelen we een bijdrage aan de positie van de academische leerkracht binnen Opleidingsschool Utrecht-Amersfoort. Looptijd 01 maart 2022 - 01 maart 2023 Aanpak We maken gebruik van een participatieve actieonderzoeksgerichte methode: we betrekken studenten en opleiders van de academische lerarenopleiding actief in het onderzoeksproces. Verder zijn de onderzoeksactiviteiten niet alleen gericht op het vergaren van kennis, maar ook op het verbeteren van het handelen. Downloads en links
Academisch geschoolde leerkrachten kunnen in het primair onderwijs op allerlei manieren bijdragen. Scholen maken echter nog onvoldoende gebruik van hun kennis en kunde. Dit project richt zich op de ontwikkeling van een gemeenschap van studenten en opleiders met de focus op het vergroten van de onderzoekende cultuur binnen de opleidingsscholen en -instituten.
Door de corona-maatregelen lopen 1. de afronding van het lectoraat Narratieve Professionele Identiteit (juni 2021) en 2. de ontwikkeling van onderzoeksscholen binnen partnerschappen van Hogeschool KPZ, vertraging op. Beide projecten dragen bij aan de versterking van de kennisinfrastructuur van praktijkgericht onderzoek. 1. Afronding lectoraat. Extra onderzoekscapaciteit is nodig om de verzamelde data te analyseren en nieuwe data in 2020 te verzamelen en te analyseren gericht op het longitudinale onderzoek. Aangezien het wellicht niet mogelijk is om een grote afrondende conferentie te organiseren, wordt een uitgebreide conferentiebundel gemaakt, die open access beschikbaar komt op de digitale infrastructuur van Hogeschool KPZ. De lectoraatskennis over de fasering van de professionele identiteit van aankomende leraren en de begeleiding daarvan door lerarenopleiders met een doorwerking naar de curricula in de opleidingen komt breed beschikbaar. Zo krijgen de partnerschappen in de regio en binnen Radianthandvatten om (aanstaande) leraren op te leiden en in de praktijk te professionaliseren tot onderwijsprofessionals met een sterke professionele identiteit. 2. Ontwikkeling onderzoeksscholen. Hogeschool KPZ werkt aan de transitie van academische opleidingsscholen en opleidingsscholen naar onderzoeksscholen. De invoering van dit nieuwe concept van onderzoeksschool vraagt extra capaciteit in de vorm van een projectleider die met de partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren het concept verder uitwerkt op minimaal vijf regionale scholen, de onderzoekscultuur in beeld brengt, samen met de scholen onderzoekt welke professionalisering op het gebied van evidence-informed werken wenselijk is en verkent wat de toegevoegde waarde van een onderzoeksschool is. Daarnaast wordt binnen de scholen van de partnerschappen een professionele leergemeenschap van gecertificeerde onderzoekscoördinatoren opgericht, in de vorm van een kenniskring werkveld onderzoek. Hierin worden kennisproducten ontwikkeld op het gebied van praktijkgericht ontwerponderzoek voor onderzoeksscholen. De onderzoeksscholen maken deel uit van een stevige kennisinfrastructuur in de regio, waarin evidence-informed kennisproducten ontwikkeld worden, met doorwerking naar andere (partner)opleidingsscholen.