Developing a research approach from Amsterdam Zuidoost. We are committed to using our presence in the area to contributea) continuing promoting interest in, and acquiring knowledge of, Zuidoost; b) respecting and embracing its versatility and c) eliminating barriers in its layout.In all three elements, we adopt the metaphor of a guided tour that provides a physical and mental map to share. We relate such a map to anexisting tradition of what we like to call ‘translators’ of the area, people suchas guide Jenny van Dalen, or architect Peter Dautzenberg. These are peoplewho recognised the beauty of places such as the Bijlmer before others, andwho taught many to appreciate (and conserve) them. In this sense, theirwork has contributed to a revalorisation of Bijlmer heritage and to a morewidespread awareness of its value.However, there are also concerns that this revalorisation could result inexcessively lucrative operations that may be detrimental to the currentresidents of Zuidoost. The renovation of the Amsterdamse Poort and thetransformation of the emblematic ‘Zandkasteel’ (Sand Castle) building intoluxury apartments has been met with mixed feelings, as these works couldaffect accessibility and increase prices throughout the area. More than ever,especially in relation to point ‘b’ above, concerted efforts need to be made toensure that investments will improve collective public spaces and will buildon an inclusive and diverse cultural and historical awareness.More specifically, The Bijlmer has now acquired legitimacy and cannot simplybe demolished. Its history is also linked to the many newcomers that broughtnew rhythms to the city of Amsterdam.We are convinced that Zuidoost’s sustainable plans and metropolitanambitions will only succeed if they also include, reflect upon and safeguard this versatility.In cooperation with Carla Hoffschulte
Amsterdam as a lab. That is what Amsterdam University of Applied Sciences' three fieldlabs and its many partners have in mind. Functional illiteracy, debts, learning deficiencies or problems caused by extreme precipitation: the city contains plenty of tough issues, demanding novel approaches in which co-creation and participation by residents, social organizations and knowledge institutions are basic principles.In the fieldlabs, people try to change current practices by working with, instead of for or on behalf of those whom it concerns. But how to achieve effective learning environments between parties? How to encourage stakeholder participation in complex issues? And how to build new relations and roles?
Het Urban Technology onderzoeksprogrammavan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) doet praktijkgericht onderzoek voor de omschakeling naar eencirculaire stad. Eén van de factoren die hierbij een rol spelen is hoe producten circulair ontworpen kunnenworden. In een aantal onderzoeksprojecten wordt door de HvA specifiek gekeken naar het gebruik van lokalereststromen om circulaire producten te ontwerpen. Onder meer aan de hand van een wel heel bijzonderereststroom: de in 2017 afgedankte stadionstoelen van de Amsterdam ArenA. In Product #5 / 2017 en Product#2 / 2018 verschenen de eerste twee delen waarin de achtergrond van dit onderzoek is besproken en waarinsuggesties voor nieuwe stoelontwerpen op basis van upcycling en recycling gedaan zijn.In dit derde en laatste deel richten we ons op de consument. We gaan in op de vraag hoe circulaireproducten door de consument gewaardeerd worden en welke rol de herkenbaarheid
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.Doel De opdracht aan het team is onderzoek te doen naar de professionele kwaliteit van de leraar van vandaag en morgen. We zien leraarschap als een systeem van individuen en organisaties waarbij we de zeven thema’s van de Lerarenagenda 2013-2020 van de overheid (www.delerarenagenda.nl) met elkaar verbinden. Ons onderzoek is innovatief, doorkruist grenzen en zoekt onverwachte verbanden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 april 2020 - 01 april 2024 Aanpak We bestuderen adaptief vermogen in de context van drie actuele vraagstukken: Jaar 1: Veranderend beroepsbeeld Jaar 2: Curriculumontwikkeling Jaar 3: Groeiende kansongelijkheid We werken met zeven bouwstenen die zijn gericht op het krijgen van overzicht (wat gebeurt er al?), inzicht (hoe en wat werkt?) en vooruitzicht (werkt het overal?). Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Samenwerking met kennispartners Het expeditieteam bestaat uit: Ditte Lockhorst, senior projectleider bij Oberon Patricia Brouwer, hogeschoolhoofddocent aan de Hogeschool Utrecht Monika Louws, universitair docent aan de Universiteit Utrecht Marieke van der Pers, postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit Bregje de Vries, lerarenopleider en onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam Wouter Schenke, senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut Amber Walraven, universitair docent aan de universitaire lerarenopleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen Links Website Expeditie Lerarenagenda Website TeacherTappNL
ArenA vervangt alle stadionstoelen. Het stadion heeft de HvA gevraagd om te onderzoeken hoe dit op een duurzame manier kan. Samen met ontwerpers, aangesloten bij Amsterdam Made, onderzoekt de HvA de mogelijkheid om de oude stoel te hergebruiken voor nieuwe producten, om zo de levensduur van de stoel te verlengen en zoveel mogelijk waarde te behouden. Hierbij worden de stoelen gebruikt als basisonderdelen voor nieuwe producten. De onderzoeksvraag die we met dit project willen beantwoorden is: Hoe kan de waarde van een afvalproduct/restmateriaal zo goed mogelijk behouden worden in een nieuw design aan de hand van de herkenbaarheid van de oorsprong en circulaire designprincipes. De HvA wil enerzijds de ontwerpers van Amsterdam Made informeren over en ondersteunen bij circulair ontwerpen en anderzijds, via een survey, met de nieuwe ontwerpen onderzoeken of de emotionele waarde en circulaire waarde van deze ontwerpen zichtbaar zijn en ook toegevoegde waarde hebben voor consumenten.
Hoe kan de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie van de publieke ruimte versterkt worden door de toepassing van “interactieve objecten”? (objecten die met beeld, licht, geluid en sensoren real time reageren op de gebruikers en de ruimte daarop afstemmen). De ontwikkeling van deze zogenaamde responsieve ruimte staat nog in de kinderschoenen maar is beloftevol vanwege de meerwaarde voor de leefbaarheid en het onderscheidend vermogen van de plek en de bedrijven. In Co-ReUs worden drie verschillende mkb groepen samengebracht: stedenbouwbureaus, creatieve conceptontwikkelaars en lokale ondernemers. We gebruiken de ArenA-Boulevard als proeftuin: een als ongezellig ervaren ruimte (lage verblijfskwaliteit en slechte veiligheidsperceptie). De mkb-ers lossen hiermee hun eigen praktijkproblemen op: Stedenbouwbureaus houden zich bezig met het ontwerp van de publieke ruimte. Zij merken dat hun instrumentarium (herontwerp, herbestrating etc.) te kapitaalintensief en te weinig flexibel is om de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie op dit soort plekken op te lossen. De bureaus hebben behoefte aan een lichter, gerichter en responsiever instrumentarium. Ze hebben echter beperkte (technologische) kennis hoe interactieve objecten precies een bijdrage kunnen leveren. Creatieve conceptontwikkelaars hebben een ander probleem: zij hebben wél de beschikking over interactieve objecten (geluid, beeld, licht, sensoren) maar die zijn vooral kunstzinnig en evenementiëel. De objecten zijn stuk voor stuk niet ontwikkeld vanuit een stedenbouwkundige opgave waardoor ze hiervoor geen panklare oplossing vormen. Lokale mkb-ers hebben ook een probleem: zij weten niet goed hoe zij op een gecoördineerde manier invloed kunnen uitoefenen op de activering van de publieke ruimte. Project Co-ReUs: 1) analyseert hoe de ruimte wordt gebruikt (nulmeting en Programma van Eisen voor de inzet van interactieve objecten; 2) ontwikkelt ruimtelijk-interactieve interventies in co-creatie met de drie mkb groepen. 3) deze worden op het plein geplaatst en nametingen brengen de effecten in beeld. Het resultaat is een actiegerichte Handleiding met Roadmap voor de ontwikkeling van responsieve publieke ruimtes.