Samen op zoek naar vakmensen! Dat is de kern van het advies van SER Brabant voor de toekomstige arbeidsmarkt in de provincie Brabant. De Brabantse economie groeit als kool, maar er is een prangend tekort aan vakmensen. Er zijn te weinig mensen aan het werk, de arbeidsmobiliteit is te laag en het leerklimaat in de scholen sluit nog te weinig aan op het ‘leren leren’.
MULTIFILE
Deze publicatie, waarvan een deel is uitgesproken als intreerede, staat in het teken van het thema van de inzetbaarheid. Inzetbaarheid (of employability) is een gevleugeld woord geworden in het HRM-beleid van organisaties, in cao's en in beschouwingen over de arbeidsmarkt van de toekomst. Niettemin, de praktijk blijft achter, en dat is, tegen de achtergrond van de aangekondigde langdurige schaarste op de arbeidsmarkt, reden tot zorg. Ik zoek de oplossing van de schaarste niet zozeer in een vergroten van het arbeidsaanbod, zoals dat de laatste twee decennia goed gebruik is geworden. Ik zoek het in de inzetbaarheid, en wel in het bijzonder in het vergroten van de loopbaankansen van werknemers, binnen de eigen organisatie, maar ook en uitdrukkelijk over de grenzen van de eigen organisatie heen. Ik beschouw inzetbaarheid, in het kader van dit lectoraat HRM, als een opdracht om in elke baan het perspectief van een loopbaan in te bouwen en daardoor de mobiliteit van arbeid te versterken. De inzet is de juiste persoon op de juiste plek, en het vereist niet slechts een afscheid van de 'baan voor het leven', maar ook een actief beleid om de 'loopbaan in de baan' vorm te geven en te stimuleren. Een schaarse factor moet je niet willen hamsteren, hoe verklaarbaar een dergelijke impuls ook is. Over hamsteren en de nadelen ervan gaat een deel van de rede, en we betreden daarvoor zowel het voetbalveld als het oppasgebeuren, wanneer de ouders een avondje uit willen. Dat is de aanloop naar de vraag hoe het nu staat met de loopbaankansen van werknemers: wat ze aan hun huidige banen hebben om zich een beroepsleven lang te kunnen weren op de arbeidsmarkt. Dat doe ik langs twee lijnen. In de eerste plaats door de relatie tussen functieontwerp en loopbaankansen na te gaan. Daarmee hoop ik tevens een hoofdlijn van het lectoraat te illustreren, gericht als dat is op het exploreren en verbeteren van precies die relatie. En in de tweede plaats door me niet alleen af te vragen wat die relatie inhoudt en belooft, maar ook door me af te vragen hoe een en ander vorm kan krijgen in ons stelsel van arbeidsverhoudingen. In het laatste gedeelte van de rede houd ik een pleidooi om in dat kader het veelgebruikte instrument van het convenant, gesneden op maat van de regio, aan een heroverweging te onderwerpen en, inderdaad, inzetbaar te houden. Ook de uitwerking van deze lijn wordt door het lectoraat als een opdracht gezien.
DOCUMENT
Dit onderzoek had als doel om kennis te verzamelen met betrekking tot de intersectorale samenwerking en personele mobiliteit tussen hogescholen en universiteiten en de kansen en belemmeringen die daarbij worden ervaren. Het onderzoek heeft zich daarbij gericht op de volgende vragen: 1 Wat is de omvang van de intersectorale mobiliteit in het hoger onderwijs? 2 Wat zijn knelpunten, stimulansen en voorwaarden voor intersectorale samenwerking en personele mobiliteit in het hoger onderwijs? 3 Wat is de rol van sectorfondsen en andere externe partijen ten aanzien van intersectorale samenwerking en personele mobiliteit in het hoger onderwijs?
DOCUMENT
De vraag is hoe uitzendbureaus en een hogeschool elkaar kunnen versterken bij hun functie op de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het dan vooral om de stimulering van arbeidsmobiliteit en van Leven Lang Leren, het zich voortdurend blijven ontwikkelen van volwassenen later in hun loopbaan om duurzaam inzetbaar te blijven.
DOCUMENT
Binnen het onderzoeksprogramma Co-makership Leven Lang Leren van hetlectoraat Flexicurity van het Kenniscentrum Arbeid (kca) van de HanzehogeschoolGroningen (hg) is een toegepast onderzoeksproject uitgevoerd naar devraag hoe uitzendbureaus en een hogeschool (zoals de hg) elkaar kunnenversterken bij hun functie op en voor de regionale arbeidsmarkt. In het bijzondergaat het daarbij om de stimulering van arbeidsmobiliteit en Leven Lang Leren(lll). Steeds snellere veranderingen op de (regionale) arbeidsmarkt nopen totarbeidsmobiliteit, en zowel individuen als organisaties zullen flexibel op dieveranderingen moeten reageren. Dit impliceert dat een initiële opleiding nietvolstaat, maar dat volwassenen later in de loopbaan verder leren. Een ‘LevenLang Leren’ wordt gezien als één van de middelen om flexibel en mobiel op dearbeidsmarkt te blijven of worden.
DOCUMENT
Presentatie tijdens het tweede Kenniscafé PO op 20 april 2021.
LINK
Hoe kunnen hogescholen en universiteiten profiteren van meer samenwerking en een hogere onderlinge personele mobiliteit? Wat zijn de kansen en tegen welke uitdagingen lopen onderwijsinstellingen op dit moment hierbij aan? Dat onderzochten de Hogeschool Utrecht en de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van de sectorale arbeidsmarktfondsen Zestor en SoFoKleS
DOCUMENT
De auteurs "allen werkzaam bij TNO, hebben zich gebogen over inclusieve technologie. Dat is technologie die kwetsbare mensen ondersteunt in het zoeken naar werk en/of aan het werk blijven. Belangrijke factoren hierbij zijn zoekintentie, -vaardigheden, goede taakuitvoering, vitaliteit, ontwikkeling en mobiliteit."
LINK
Om nu en in de toekomst de Limburgse beroepsbevolking in kwantiteit en kwaliteit aan te laten sluiten op de vraag naar arbeid, heeft de Provincie het Aanvalsplan arbeidsmarkt ‘Zo WERKT Limburg’; een uitvoeringsstrategie met als doel het geven van een extra impuls aan de Limburgse arbeidsmarkt, opgezet. ‘Zo WERKT Limburg’ verbindt, initieert, experimenteert, versterkt en ondersteunt binnen de kaders van het Aanvalsplan arbeidsmarkt. In dit onderzoek staat Leo centraal. Leo, de nieuwe naam van het Limburgs Ontwikkel Centrum, is een van de projecten binnen ‘Zo WERKT Limburg’. Het doel van Leo is het ontwikkelen van een ondersteuningsstructuur die de Limburgse burger wegwijs maakt en begeleidt bij zijn of haar ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Door het aanbieden van laagdrempelige, onafhankelijke activiteiten die toegankelijk zijn voor elke Limburger, wil Leo bijdragen aan het vergroten van de employability van de Limburgse beroepsbevolking. De vraag die centraal staat in dit onderzoek luidt: ‘Op welke wijze kan Leo de activiteiten borgen en verder uitbreiden ten einde bij te dragen aan de employability van de Limburgse beroepsbevolking?’
DOCUMENT
Omgaan met de effecten van klimaatverandering is al vele jaren geïntegreerd in de taken van de waterschappen. Dit betreft niet alleen de borging van hoogwaterveiligheid, maar zeker ook de omgang met extreme neerslag. De huidige inzichten laten zien dat de klimaateffecten naar verwachting groter zullen zijn dan eerder voorzien en dat adaptatie van de huidige inrichting en het beheer van de leefomgeving nodig is om veiligheid en leefbaarheid te waarborgen. De Climate Change Performance Index (november, 2017) geeft aan dat ook in Nederland onvoldoende wordt gedaan om de gevaarlijke gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. Niet voor niets heeft de aandacht hiervoor een belangrijke plaats gekregen in het regeerakkoord. Het kunnen aanpassen aan de klimaatverandering vraagt om een transitierichting adaptief en integraal waterbeheer. Bij die transitie is adaptief vermogen van betrokkenen noodzakelijk.
DOCUMENT