In de volgende paragrafen zetten we eerst uiteen hoe de beroepsgerichte analyse van de generieke kennisbasis voor de tweedegraads lerarenopleidingen is aangepakt. Vervolgens geven we schematisch weer welke aanvullingen in de generieke kennisbasis voor de tweedegraads lerarenopleidingen zijn opgesteld. In de laatste paragraaf worden de aanvullingen van beknopte achtergrondinformatie voorzien
DOCUMENT
Leerlingen oefenen met de sociale rollen en praktijken die essentieel zijn voor hun (toekomstig) beroep door een spreektaak uit te voeren die past bij het beroepsprofiel waarvoor zij worden voorbereid of opgeleid in het (v)mbo.
LINK
Het digitaal portfolio is zeker niet nieuw, maar staat de laatste jaren weer sterk in de belangstelling. Dit komt onder andere door de behoefte van het onderwijs om meer ontwikkelingsgericht te toetsen, het beroepsgericht handelen centraler te stellen, studenten meer zelfregie te geven en door de belangstelling voor het concept programmatisch toetsen. In dit artikel lees je de voordelen, hoe je een digitaal portfoilo kunt toepassen en waar je op moet letten.
DOCUMENT
Fashion is under scrutiny. Social activists raise the debate around animal welfare in the apparel industry. With shocking and disturbing images, they are campaigning to attract worldwide media attention in order to highlight serious animal abuse in production of fashion, and influence consumption. Our study addresses how this movement influences “meaning” that is given to related fashion products, and how seemingly similar campaigns sort different effects on consumer practices. Via a cross case discourse analysis of Dutch fashion texts, this paper sheds light on why this might be the case. It concludes with the notion that it is discourses which change first before shaping social reality.
DOCUMENT
Dit Cahier behandelt die sectoren waar de politie niet de centrale regierol neemt, maar wel als partner functioneert in een breder veld. Het gaat hierbij om actoren uit de niet-commerciële private sector of andere publieke rechtshandhavers, zoals drugshulpverlening, actoren uit de preventiesector, stedelijke (lokale) en gewestelijke beleidssectoren zoals sociale huisvesting (huisjesmelkerij, mensenhandel), tewerkstelling (zwartwerk, illegale migratie) en anderen. Kortom, dit Cahier behandelt integrale veiligheid in de breedste betekenis van het woord.
LINK
Op welke manier kunnen (beginnende) leraren technologie en ICT inzetten als hulpmiddel bij het leren, lesgeven en organiseren van onderwijs? OnderWijs met ICT geeft inzichten, achtergronden en ideeën voor het inzetten van technologie en ICT in het onderwijs. Hierbij leggen de auteurs de nadruk op de didactische toepassingen. OnderWijs met ICT sluit hiermee aan op de Kennisbasis ICT
DOCUMENT
De Dikke Blauwe, Filanthropium Jaargids 2014-2015 is het eerste, journalistieke filantropie-brede overzicht van ons 'Land van Goed Doen'. De redactie van het bestuurders-opinieblad Filanthropium Journaal becommentarieert hierin op kritische en geheel eigen wijze onze 'charity economy', waarin jaarlijks ruim 6 miljard euro vrijwillig geefgeld beschikbaar is voor het goede doel. Deze Jaargids richt zich zowel op de huidige bestuurders in de filantropiesector die geefgeld beheren en besteden, als op alle schenkers en potentiële private initiatiefnemers die zich oriënteren op de filantropische marktplaats, maar een integrale wegwijzer & duider node ontberen. Zij vinden in deze jaargids 2014-2015 o.a.: *jaaroverzichten & (wetenschappelijke) artikelen over filantropie door gerenommeerde (gast)auteurs *'Blue Pages': registers van filantropiebestuurders op naam én op doelbesteding *Filanthropiums 'Hot Hundred': de TOP 100 invloedrijkste personen van filantropisch Nederland *filantropische paspoorten van bestuurders en organisaties uit de Nederlandse filantropie *vele nuttige adressen en url's in de Nederlandse filantropie
LINK
Op dit moment wordt op vele plaatsen gezocht naar nieuw middelbaar beroepsonderwijs. Een drietal zaken vormt hiervoor de aanleiding. In de eerste plaats sluit het middelbaar beroepsonderwijs onvoldoende aan op de zich wijzigende behoeften van individuen en bedrijven. Gezien een aantal bijzondere problemen, zoals de terugloop van het leerlingaantal, de sterk gedifferentieerde behoeften van het bedrijfsleven en snelle veroudering van kennis, geldt dit in het bijzonder voor de technische opleidingen (Geurts en Van Oosterom, 2000). In de tweede plaats speelt dat de kennismaatschappij van tegenwoordig vraagt om een herziening van de taak en de positie van de school. Een volgende en reactieve rol is onvoldoende. Verwacht wordt dat de school als kenniscentrum kan optreden waarbij naast overdracht, ook ontwikkeling van nieuwe kennis aan de orde is (Ministerie van OC&W, 2000). Dit vereist een actieve (meedenkende) en initiërende opstelling zowel binnen de school (tussen leerlingen, docenten en management) als naar buiten (relatie van school met de omgeving). In de derde plaats vormt de inzet tot versterking van de beroepskolom, een belangrijke aanleiding tot vernieuwing. Onlangs is de ambitie geformuleerd dat het beroepsonderwijs in relatief korte tijd moet uitgroeien tot een volwaardig alternatief voor het meer theoretisch onderwijs (avo/universiteit). Hiervoor is een "doorstroomagenda beroepsonderwijs" opgesteld (Ministerie van OC&W, maart 2001). De aard en cumulatie van eisen zijn volgens mij zodanig dat ze vragen om een integraal herontwerp van het middelbaar beroepsonderwijs. De school dient te veranderen van een opleidingenfabriek in een loopbaancentrum. Er kan niet worden volstaan met partiële bijstellingen. Idealiter zorgen de peilers van het stelsel dat met de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) in januari 1996 van kracht werd, ervoor dat het systeem zichzelf tijdig vernieuwt. De Stuurgroep Evaluatie WEB (juni 2000) levert allerlei aanwijzingen dat dit nog veel te weinig het geval is. Zo lijkt de kwalificatiestructuur, de peiler als het gaat om de verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, noodzakelijke vernieuwingen eerder te belemmeren dan te bevorderen. De vormgeving blijkt vooral geënt te zijn op de redelijk stabiele industriële maatschappij en prikkelt actoren te weinig tot een eigen dynamiek waarmee tijdig aangesloten zou worden op nieuwe ontwikkelingen. Voorop staat nog steeds de idee van een school als opleidingenfabriek. Volgens de commissie Boekhoud moeten echter niet langer standaardprogramma's en diploma's centraal staan in het beroepsonderwijs, maar de school- en beroepsloopbaan van de deelnemers. De huidige kennismaatschappij vraagt om een school als centrum voor loopbaanontwikkeling. In dit artikel sta ik in paragraaf 2 kort stil bij de huidige kwalificatiestructuur van het middelbare beroepsonderwijs en haar bijdrage aan de afstemming tussen de wensen en talenten van leerlingen en de behoefte aan gekwalificeerd personeel. Duidelijk wordt gemaakt dat er nogal wat onvolkomenheden zijn die een effectief en efficiënt functioneren in de weg staan. Vervolgens wordt in paragraaf 3 een nieuw kader voor beroepsgericht leren gepresenteerd dat houvast moet bieden bij het herontwerpen. Hoe kan het middelbare beroepsonderwijs de juiste weg vinden, die loopt van opleidingenfabriek naar loopbaancentrum? Ter illustratie van de mogelijkheden die er zijn, ga ik in paragraaf 4 in op de hoofddimensies die Axis hanteert voor herontwerp van het technische beroepsonderwijs. Technische scholen voor mbo, maar ook voor hbo en vmbo, tonen zich op dit moment enthousiast om op basis hiervan aan de slag te gaan met een ingrijpende vernieuwing van hun onderwijs. Het Ministerie van OC&W heeft hiervoor inmiddels de nodige experimenteerruimte gegeven. De projecten die zijn op te vatten als creatieve netwerken waarin scholen en hun omgeving het beroepsonderwijs van de nabije toekomst zelf maken, worden beknopt besproken in paragraaf 5. Na deze uitstap naar het werk van Axis, plaats ik in paragraaf 6 vanuit de ontwikkelde kijk op herontwerp van het beroepsonderwijs enkele kanttekeningen bij het onlangs door het COLO - de vereniging van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (voorheen landelijke organen) - uitgebrachte plan voor een nieuwe, competentiegerichte kwalificatiestructuur. Daarna wijs ik in paragraaf 7 op het vanuit innovatieoogpunt meer dan interessante experimenteerplatform dat de herontwerpprojecten mbo kortgeleden hebben opgericht. Dit platform kan als een overgangsgebied tussen oud en nieuw onderwijs worden gezien. Tot slot, pleit ik in paragraaf 8 voor een nieuw innovatiebeleid dat goed aansluit op het uitgewerkte pleidooi voor een integraal herontwerp van het middelbaar beroepsonderwijs. Essentieel voor succes is volgens mij dat het vernieuwen niet wordt opgezet als een proces van veranderd worden, maar als een proces van zelf veranderen.
DOCUMENT
Symposium ORD2017 (Onderwijs Research Dagen), Antwerpen
DOCUMENT