From the traditional and pragmatic perspective on European cooperation shared by the Dutch political establishment, the French initiative for the Conference on the Future of Europe (CoFoE) was initially met with scepticism. Yet, during the experiment, the Dutch government and parliament translated their initial reluctance into assertive involvement. Rapporteurs from the bicameral parliament of the Netherlands became actively involved in CoFoE. They used it as an opportunity structure to pursue their political interests, which came down to watering down too-ambitious text proposals and stressing that the active participation of the citizens should be taken seriously. This chapter shows how both Houses used a wide range of parliamentary instruments – rapporteurs, delegations, plenary debates, committee hearings, questions, and a parliamentary citizens’ consultation – to debate, scrutinise and influence the CoFoE. Representatives and staff actively engaged in inter-parliamentary information exchange. In preparation for the plenaries, a sense of ‘esprit de corps’ developed between Dutch government representatives, members of parliament (MPs), Members of the European Parliament (MEPs), and supporting staff. This resulted in a remarkably coherent all-Dutch positioning up until the closure of the Conference and shared disappointment on the lack of a follow-up.
MULTIFILE
Het eerste adviesrapport van de Denktank VNG richt zich op de vraag hoe lokale overheden hun eigen prestaties kunnen versterken ten aanzien van de huidige trend van maatschappelijke initiatieven waarbij burgers zichzelf organiseren om samen problemen in straat, buurt of wijk aan te pakken. In dit artikel worden kanttekeningen geplaatst bij het in het rapport gekozen burgerperspectief, de kritiekloze houding ten aanzien van de schaduwkanten van de participatiesamenleving, de weinig diepgaande methode van onderzoek, en in het bijzonder het advies aan gemeenten om op grote schaal te gaan experimenteren en improviseren zonder verdere uitwerking van de centrale vraag 'hoe te handelen'. De analyse mondt uit in de conclusie dat de Denktank met het doen van suggesties alleen de lat te laag legt, en juist dit soort lastige vragen empirisch dient te verkennen en met wetenschappelijke inzichten dient te verbinden, wil deze in de nabije toekomst tot een gezaghebbende kennisinstantie voor lokale overheden kunnen uitgroeien.
LINK
Op de uitvoering van de schuldhulpverlening is de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) van toepassing. De Awb voorziet in (spel)regels om contacten tussen onder meer burgers en de overheid in goede banen te leiden. Hoe geven gemeenten de uitvoering momenteel vorm? En hoe kunnen ze dat beter doen?
MULTIFILE
Onderzoek naar de mogelijkheden om de menselijke maat in digitale dienstverlening te borgen.
Mede door beschikbare persoonsdata kunnen publieke dienstverleners burgers steeds beter proactief benaderen om burgerwelzijn te bewaren of te verhogen. Echter, dienstverleners zijn hier overwegend terughoudend in. Tegelijkertijd geven publieke dienstverleners aan onvoldoende het klantperspectief in te kunnen brengen. Hierdoor weten organisaties niet goed hoe zij proactieve dienstverlening vanuit een optimale klantbeleving kunnen inrichten. Naar deze vraag ontwikkelt dit project een concreet handelingsperspectief voor betekenisvolle, data-ondersteunde proactieve dienstverlening. Inclusief praktische handleiding om proactieve dienstverlening te ontwikkelen vanuit klantperspectief. Gegeven de huidige economische situatie wordt ingezoomd op het domein van schuld- en armoedepreventie.
Mede door beschikbare persoonsdata kunnen publieke dienstverleners burgers steeds beter proactief benaderen om burgerwelzijn te bewaren of te verhogen. Echter, dienstverleners zijn hier overwegend terughoudend in. Tegelijkertijd geven publieke dienstverleners aan onvoldoende het klantperspectief in te kunnen brengen. Hierdoor weten organisaties niet goed hoe zij proactieve dienstverlening vanuit een optimale klantbeleving kunnen inrichten. Naar deze vraag ontwikkelt dit project een concreet handelingsperspectief voor betekenisvolle, data-ondersteunde proactieve dienstverlening. Inclusief praktische handleiding om proactieve dienstverlening te ontwikkelen vanuit klantperspectief. Gegeven de huidige economische situatie wordt ingezoomd op het domein van schuld- en armoedepreventie.Doel Het doel van dit project is een concreet handelingsperspectief voor betekenisvolle, dataondersteunde proactieve dienstverlening te ontwikkelen, voor HBO professionals die werkzaam zijn in de dienstverlening naar burgers. Daarnaast is een doel om een praktische handleiding te ontwikkelen die professionals helpt bij het zelfstandig inrichten van data-ondersteunde proactieve dienstverlening vanuit klantperspectief. Resultaten - Inzicht in klantwensen, verwachten en waarden rondom proactieve dienstverlening - Concrete dienstverleningsconcepten - Praktische handleiding die professionals helpt bij het zelfstandig inrichten van data-ondersteunde proactieve dienstverlening Looptijd 01 september 2023 - 01 september 2025 Aanpak Via een ontwerpgerichte, multidisciplinaire onderzoekaanpak, met en voor de hbo-professionals die werkzaam zijn in de dienstverlening naar burgers, ontwikkelen we inzicht in klantwensen, verwachtingen en waarden. Daarnaast schetsen we de organisatorische kaders voor proactieve dienstverlening. Binnen deze twee randvoorwaardelijkheden worden dienstverleningsconcepten ontwikkeld en getest. Doorwerking van het onderzoek Mede door verdergaande digitalisering kunnen publieke dienstverleners vanuit beschikbare persoonsdata vroegtijdig (dreigende) problematiek bij burgers signaleren. Dit biedt hen gelegenheid om burgers proactief een helpende hand te reiken om zodoende burgerwelzijn te bewaren of verhogen. Echter, dienstverleners zijn hier naar eigen zeggen overwegend terughoudend in. Interne discussies over mogelijke data-ondersteunde proactieve dienstverlening leiden veelal tot argumenten over wat niet kan of mag, vanuit wet- en regelgeving. Uitzoeken wat wel kan, vraagt veel overleg tussen betrokken afdelingen (zoals klantenservice, beleid, juridisch) en wordt vanuit voorzichtigheid weinig geïnitieerd. Tegelijkertijd geven publieke dienstverleners aan onvoldoende het klantperspectief in te kunnen brengen; hoe burgers zelf tegen proactieve dienstverlening aankijken. In hoeverre hebben zij hier behoefte aan en onder welke voorwaarden accepteren zij een proactieve overheid die ongevraagd handreikingen doet? In hoeverre staan zij hierbij gebruik van persoonlijke gegevens toe? Doordat dit perspectief onduidelijk is, weten organisaties niet goed hoe zij proactieve dienstverlening vanuit een optimale klantbeleving kunnen inrichten, en blijven ze behoudend opereren binnen organisatorische kaders. Of publieke dienstverleners merken dat proactieve initiatieven niet altijd aanslaan bij burgers. Publieke dienstverleners zoeken naar praktische handvatten om (in het bijzonder meer kwetsbare) burgers zodanig te bedienen dat deze proactieve dienstverlening als betekenisvol ervaren. Binnen de grenzen van wat kan en mag. Naar deze vraag ontwikkelt dit project een concreet handelingsperspectief voor betekenisvolle, dataondersteunde proactieve dienstverlening. Gegeven de huidige economische situatie wordt ingezoomd op het domein van schuld- en armoedepreventie. Uitkomsten worden vertaald naar een praktische handleiding die professionals helpt bij het zelfstandig inrichten van data-ondersteunde proactieve dienstverlening vanuit klantperspectief.