Stichting MEION (Mens in Ontwikkeling) is een welzijnsorganisatie in de gemeente Den Haag die zich richt op het geven van optimale ontwikkelingskansen aan jeugdigen. Dit doen ze onder andere in buurthuis ‘Ons Pandje’, waar jongeren samenkomen en activiteiten kunnen doen. Om de ondersteuning verder te verbeteren, heeft De Haagse Hogeschool onderzoek gedaan naar hoe jongeren de ondersteuning beleven. De onderzoeksvraag die daarbij centraal stond was: In welke mate draagt het aanbod van het buurthuis van Stichting MEION bij aan het vergroten van de competentiebeleving van jongeren? Om deze vraag te beantwoorden interviewden tweedejaarsstudenten Pedagogiek van De Haagse Hogeschool negentien jongens die in het buurthuis komen. Ze vroegen hen naar hun betrokkenheid bij het buurthuis, naar de verschillende competentiedomeinen en wat het buurthuis kon verbeteren. De studenten transcribeerden de interviews en de onderzoekers analyseerden deze vervolgens kwalitatief. We concluderen dat het buurthuis volgens de jongens een belangrijke bijdrage levert aan hun competentiebeleving. Daarbij zijn de jongerenwerkers de spin in het web, maar ook het contact met de wijkagent, de huiswerkbegeleiding, het contact tussen jongeren onderling en de workshops dragen hieraan bij. In het rapport doen we enkele aanbevelingen om de begeleiding verder te verbeteren.
MULTIFILE
Samen richting geven aan een buurthuis vraagt veel van alle betrokkenen. Voortdurend moeten voor nieuwe vraagstukken oplossingen gevonden worden. Bij samensturing is dus geen sprake van varen op routine. Wat betekent dat voor de leiderschapsrol van een erbij betrokken sociaal werker?Sociale professionals opereren doorgaans wijkgericht en meestal vanuit een buurthuis. Ideaal is het scenario waarin zij samen met bewoners, vanuit gedeeld eigenaarschap, sturing geven aan het reilen en zeilen in het buurthuis (De Goede, 2017). Voor het aanwakkeren van dit proces is een stijl van creatief leiderschap nodig die ook wel 'faciliterend leiderschap' wordt genoemd. Hieronder schetsen we het krachtenveld waarin samensturing zich afspeelt. Vervolgens laten we aan de hand van een voorbeeld zien hoe faciliterend leiderschap daarin effectief kan functioneren.
LINK
Dit rapport verkent juridische kennis, vaardigheden en houdingsaspecten van lokale sociale professionals bij het vormgeven van de toegang tot de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Sinds de wet in werking is getreden, op 1 januari 2015, is de gemeente verplicht onderzoek te doen naar de persoonlijke situatie van mensen die zich melden met een ondersteuningsvraag. Uit dat onderzoek, bekend geworden als het ‘keukentafelgesprek’, moet blijken of een cliënt zijn beperkingen het hoofd kan bieden met algemeen toegankelijke voorzieningen (bijvoorbeeld activiteiten in een buurthuis) en de inzet van gebruikelijke hulp van familie, vrienden en kennissen. Als dit niet afdoende is, kan hij een aanvraag doen voor een maatwerkvoorziening zoals huishoudelijke zorg, een woningaanpassing of specialistische begeleiding.
DOCUMENT
Collectieve ontplooiingsgerichte voorzieningen zoals een buurthuis, een bibliotheek en laagdrempelige speel en sportvoorzieningen worden steeds meer beschouwd als een belangrijk instrument om de kansengelijkheid en ontplooiing van buurtbewoners te bevorderen. Deze voorzieningen zijn namelijk vaak plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, informatie uitwisselen en waar ze kunnen werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Binnen d e Metropool regio Amsterdam (MRA) is er nu bezorgdheid over een mogelijke verschraling van deze voorzieningen in met name de aandachtswijken.
DOCUMENT
Sociaal makelaars bieden bewoners die dat nodig hebben ondersteuning om zichzelf te ontwikkelen tot actieve Utrechters die tot veel meer in staat zijn dan zij zelf dachten. Dit is een van de conclusies uit de tussentijdse evaluatie van het social makelen in Utrecht
DOCUMENT
Wat vinden inwoners van Eindhoven nu echt belangrijk in hun wijk? Om deze vraag te beantwoorden startte onderzoeker Niels van Maaren samen met collega's en studenten een klein jaar geleden het project ‘Frietje met onderzoek’ en ging hij in gesprek met Eindhovenaren in de snackbar.
LINK
In dit boekje wordt wijkontwikkeling geplaatst in de betekenis van de buurt voor ontwikkeling van bewoners. Er worden vier typologien onderscheiden: de leefbaarheidsklant, de communitybewoner, de woonpassant en de thuisbasisbewoner.Dit wordt verbeeld in een buurtbindingsmatrix. Vanuit het perspectief van de bewoners wordt het belang van de buurt voor hun eigen ontwikkeling (behoeftenloopbaan)beschreven.
DOCUMENT
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie heeft in het kader van het programma van de Wmo-werkplaats Utrecht een literatuurstudie uitgevoerd gericht op ‘collectieve’ benaderingswijzen van professionals voor hulpvragen of problemen in de wijk. Dit hebben we gedaan vanuit het perspectief van het wijkteam en hun zoektocht naar de mate waarin het voor hen mogelijk, wenselijk dan wel noodzakelijk is om het individuele met het collectieve te verbinden dan wel van elkaar te scheiden. Deze Wmo-wijzer vat de belangrijkste inzichten uit deze literatuurstudie samen.
DOCUMENT
Er is een nieuwe generatie ontmoetingsplekken aan het ontstaan die Huizen van de Wijk worden genoemd en die ‘nieuw welzijn proof’ zijn. Wat is hier zo nieuw aan? Gemeenten en welzijnsorganisaties zijn veelal initiator en sociale professionals moeten er nog altijd de boel bij elkaar houden.
LINK