Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
Voor hun ontwikkeling is het belangrijk dat kinderen greep krijgen op de moderne digitale leefwereld. Deze wereld heeft veel kenmerken van een black box. Mindtools zijn computertoepassingen die kunnen helpen de black box te openen. Ze stimuleren kinderen actief reflecterend te leren met en over digitale technologie. Een Robotic Direct Manipulation Environment (DME) is een mindtool waarmee leerlingen een werkende robot maken en al doende denkvaardigheden activeren om conceptuele kennis te ontwikkelen. De leerlingen krijgen en realistischer beeld van de plaats en mogelijkheden van moderne technologie. Terwijl ze probleemtaken oplossen activeren ze allerlei denkvaardigheden en ontwikkelen conceptuele kennis.
DOCUMENT
Er is behoefte aan mensen die bijdragen leveren aan de ontwikkeling van technische producten en processen. Onderwijs heeft de opdracht de technische geletterdheid van leerlingen te ontwikkelen en te zorgen dat ze zich prettig voelen bij het hanteren van techniek. Deze studie focust op de bijdrage die Mindtools hieraan leveren. Mindtools zijn op ICT gebaseerde leermiddelen die samenwerkend constructivistisch leren en hoger-orde (kritisch en creatief) denken stimuleren. Het begrip Direct Manipulation Environments (DME's), een subklasse van Mindtools, kenmerkt concrete leermiddelen zoals de microwerelden "Lego Mindstorms" en "Techno Logica". Deze microwerelden functioneren op basis van een materieel technisch model dat direct via een computer¬programma bestuurd wordt en taken kan uitvoeren (robots). De leertaak voor de leerling kan zich bewegen op het continuüm van het zelf programmeren van een kant-en-klaar materieel model dat bepaalde taken moet uitvoeren tot en met het zelf bedenken, bouwen en programmeren van een dergelijk model dat een of meer taken kan uitvoeren. Op grond van eerder literatuuronderzoek en een casestudie veronderstellen we dat het educatief toepassen van DME's bijdraagt aan de ontwikkeling van de technische geletterdheid van leerlingen. Hoewel definiëring van technische geletterdheid meer aandacht vraagt, zijn de volgende drie dimensies voor onze analyses bruikbaar gebleken: inhoud (zoals feiten, concepten, voorschriften), praktijk (het handelen, het materiële, doen en realiseren) en de cognitieve dimensie (denkvaardigheden en denkhoudingen). Het is aannemelijk dat door het toepassen van DME's domeinspecifieke concepten en kennis ontwikkeld wordt. Het denken van leerlingen is gekoppeld aan contexten en taken en moet niet geïsoleerd worden bestudeerd. We concentreren ons in deze studie vooral op onderzoek naar de dimensie van de denkvaardigheden en denkhoudingen (het denken van leerlingenduo's bij het oplossen van een probleemtaak) door het analyseren van de verbale interactie op kenmerken van kritisch - en creatief denken. Er is gebruik gemaakt van een Techno Logica leeromgeving bestaande uit een computer met software, een interface, bestuurbare materialen zoals lampjes en motors, en een zelfinstructie handleiding. Twee in complexiteit toenemende probleemtaken, ieder gebaseerd op een kant-en-klaar materieel model (Verkeerslicht en Reuzenrad), zijn gebruikt om de leerlingen besturingen te laten ontwerpen en testen. Dit proces werd op video opgenomen. We veronderstellen dat Techno Logica een bruikbare Mindtool is wanneer werken ermee bijdraagt aan technologische geletterdheid, in de zin dat er sprake is van probleemoplossen en hoger orde denken. Om dit te operationaliseren ontwierpen we een gestructureerd observatie-instrument op basis van het IOWA Integrated Thinking Model en de theorie over denkhoudingen (Costa, 2000). Hiermee werd het voorkomen en de diversiteit van denkvaardigheden en denkhoudingen in de verbale acties en interactie gescoord. Op basis van onze waarnemingen concluderen we dat veel interactie en handelen eerder geduid kan worden als uitingen van denken dan trial and error. Er zijn indicaties dat de leeromgeving en probleemtaken leiden tot ontwikkeling van expertise waardoor een nieuwe (moeilijkere) probleemtaak efficiënter en effectiever opgelost wordt. We vragen we aandacht voor de rol van de docent. We ervaren immers dat nieuwe leermiddelen niet gemakkelijk geadopteerd worden door leerkrachten.
DOCUMENT
Sinds 2016 zijn mbo-instellingen verplicht om het kritisch denkvermogen van hun studenten in het kader van burgerschapsonderwijs te stimuleren. De manier waarop de lessen burgerschap in deze opleidingen nu worden vormgegeven, is regelmatig nogal betuttelend. Het burgerschapsonderwijs in het mbo lijkt niet zozeer gericht te zijn op het vormen van kritische, autonome professionals, maar vooral op het creëren van productieve werknemers en brave burgers. Mogen mbo’ers dan geen kritische vragen stellen bij de gang van zaken in een bedrijf? Zou het niet beter zijn wanneer deze studenten ook uitgerust worden met de vaardigheid om in een bedrijf een bepaalde onrechtvaardigheid of een milieubelastende praktijk aan te kaarten? Is dat niet precies waar het om zou moeten draaien bij burgerschap in de beroepsopleiding? Op deze behoefte speelt het onderzoeksproject ‘Democratisering van kritisch denken’ in, dat geleid wordt door Laurence Guérin (practor Burgerschap aan het ROC van Twente) en waar Anouk Zuurmond namens het lectoraat Normatieve Professionalisering van Hogeschool Utrecht in participeert. Het project wordt gedurende de jaren 2018 – 2022 gesubsidieerd in het kader van de werkplaats Onderwijsonderzoek op het thema Burgerschap van het NRO. Het doel van deze werkplaats is om samen met partners (mbo, hbo, universiteit, Cito) aan een visie op kritisch denken in relatie tot de beroepspraktijk te werken en deze visie te vertalen in lesmaterialen. Waarom is kritisch denken juist van belang in het opleiden van toekomstige professionals – niet alleen in het mbo, maar ook in het hbo? En hoe kan dit het beste aangepakt worden? Deze vragen komen aan bod tijdens de lunchlezing, waarin Anouk je meeneemt in het proces van visieontwikkeling en het verkennen van de samenhang tussen de begrippen burgerschap, Bildung, kritisch denken en het beroepsonderwijs. Ook de meer praktische opbrengsten, in de vorm van ontwikkelde lesmaterialen, komen aan bod.
DOCUMENT
Openbare les Prof. Dr. Paul Drijvers, 11 oktober 2018
DOCUMENT
Aan creatief denken wordt buiten het onderwijs steeds meer waarde gehecht. Ook in de school zou hiervoor veel meer ruimte moeten komen. Wat is creativiteit, wat is creatief denken? En hoe kunnen we hieraan in school aandacht besteden. De auteur beschrijft het belang van creatief denken in het basisonderwijs tegen het licht van de veranderende samenleving en geeft daarnaast met voorbeelden aan hoe deze creatief denken in de praktijk vorm kan worden gegeven. Hij maakt hierbij gebruik van de resultaten van onderzoeken die uitgevoerd zijn door studenten van de opleiding leraar basisonderwijs van Hogeschool Inholland naar de mogelijkheden om creatief denken een plaats in het basisonderwijs te geven.
DOCUMENT
In dit artikel worden drie modellen besproken waarbinnen het concept kritisch denken geplaatst kan worden. De modellen van Benner (intuitie) en Hammond en Eraut (rationele raamwerken)komen aan bod. Het biedt opleidingen een raamwerk om kritisch denken binnen de opleiding te positioneren. De modellen zijn complementair aan elkaar.
DOCUMENT
In deze publicatie geven wij duiding aan het begrip kritisch denken in relatie tot het .beroepsonderwijs.
DOCUMENT
De toenemende mathematisering van de samenleving stelt nieuwe en hoge eisen aan de vaardigheden van (aanstaande) professionals in complexe en steeds meer gedigitaliseerde beroepspraktijken. Het lectoraat Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals onderzoekt het gebruik van gecijferdheid, wiskunde, statistiek en analytische vaardigheden in hedendaagse beroepspraktijken vanuit de ambitie om de resultaten van het onderzoek te verbinden met het beroepsonderwijs. Het ontwikkelen van denkvaardigheden, zoals interpreteren, analyseren, communiceren, kritisch beschouwen, modelleren, mathematiseren en probleemoplossen wordt steeds relevanter. Een blik op het Corona-dashboard kan dit treffend illustreren. Het onderzoek van het lectoraat zal ook bijdragen aan een meer toekomstgerichte invulling van rekenvaardigheid in het funderend onderwijs, zodat deze meer toegespitst is op de hedendaagse ontwikkelingen in de maatschappij. Op deze manier levert het lectoraat een bijdrage aan een doorlopende ontwikkeling van kind tot gecijferde volwassene die met zelfvertrouwen de kwantitatieve aspecten van de samenleving tegemoet treedt als beroepsbeoefenaar en als burger.
LINK