Na een loopbaan in de architectuur en een zelfstandig bestaan als restauratiearchitect kwam Jan Henk van Weerd in februari 1992 in dienst van het kort daarvoor grondig gerenoveerde Concertgebouw in Amsterdam. Als hoofd Facilitaire Dienst heeft hij een unieke kijk op de faciliteiten die het monumentale muziektheater zijn gasten biedt.
Op eerste paasdag stelde de wereldvermaarde zangeres en theaterdiva Ute Lemper in het Concertgebouw in Amsterdam haar nieuwe programma 'Between yesterday and tomorrow' aan haar publiek voor. De artiest deelde haar rijke ervaring met theaterfaciliteiten met FMI.
Een ideaal varkenshouderijsysteem is tegelijk zeer milieu- en zeer diervriendelijk en levert een goed bedrijfsresultaat voor de ondernemers. ZON varkens is een nieuw varkenshouderijconcept dat deze integrale duurzaamheid wil realiseren: in het landschap inpasbare, kleine stallen; drie dierenwelzijnssterren van de Dierenbescherming en een combinatie van technieken om emissies van ammoniak en broeikasgassen te minimaliseren, via innovaties in de voerstroom en het mestmanagement. Waar het basisconcept inmiddels ontwikkeld is, zijn er op verschillende aspecten nog keuzes en aanpassingen mogelijk om de balans tussen de milieuscore, dierenwelzijn en bedrijfsresultaat te optimaliseren. Twee bij het concept betrokken bedrijven en een agro-kenniscoöperatie uit dezelfde regio (Achterhoek) hebben Aeres Hogeschool Dronten benaderd om gezamenlijk een studie te doen naar de huidige milieuscore, de mogelijke verbeterpunten en de beste balans. De methode Levenscyclusanalyse vormt de basis van de studie. Omdat er gebruik gemaakt zal worden van LCA-modellen zoals Feedprint van Wageningen University & Research (WUR) is WUR ook betrokken als externe kennispartij. De onderzoeksvragen zijn: 1: Hoeveel beter scoort het ZON Varkens-concept op emissies van broeikasgassen en ammoniak, vergeleken met het gemiddelde gangbare en biologische houderijsysteem? (Dit betreft het doorrekenen van het basisconcept.) 2: Welke aanpassingen in voeder- en mestmanagement, mestbewerking/verwerking en mestafzet geven de optimale balans tussen milieuresultaat, dierenwelzijn en bedrijfsresultaat? (Dit betreft het doorrekenen van varianten (scenario’s)). Deze hoofdvraag kent een aantal deelvragen, waarbij eerst de mogelijke aanpassingen worden geïnventariseerd, daarna scenario’s worden gebouwd en doorgerekend, waarna ten slotte samen met de betrokken bedrijven en op basis van hun waarden en gewenste marktpositie de optimale balans wordt bepaald. Het gebruik van de LCA-methode voor het maken van duurzaamheidsafwegingen in een nieuw houderijconcept is relevant in het kader van kringlooplandbouw, het stikstof- en klimaatbeleid en kan in de toekomst breder worden ingezet.
Gelukkig zijn wij op onze biologische bedrijven al jaren wakker dat kunstmest en bestrijdingsmiddel geen toegevoegde waarde meer geeft. Dat we onze koeien eiwitarmer dienen te voeren en naar onze mest kijken alsof het ons grootste goud is i.p.v. ernaar te kijken dat we stront stress hebben en niet weten waar we de stront moeten laten. De aanpassingen in het derogatie verhaal gaan dan ook gelukkig onze bedrijven voorbij. De opmerking dat biologische bedrijven bijna niet meer te onderscheiden zijn van gangbaar waait veel discussie op. De biologische bedrijven hebben al jaren in grond geïnvesteerd, zijn veel extensiever per ha dan gangbaar. Brengen hun overschot van mest, wanneer die er is, naar biologische akkerbouwbedrijven. Bedrijven die hier heel dankbaar voor zijn en iedere m3 mest goed benutten. Ze hebben allen geïnvesteerd in hoger dierwelzijn. (beter leven keurmerk ster 3 van de dierenbescherming komt automatisch toe aan bio bedrijven.) Maar deze voorsprong dienen we uit te buiten. En daar gaat dit traject over. Want ook wij als biologische bedrijven houden last van de gevolgen van het verleden in onze bodem. Alleen stoppen met gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest is niet voldoende. Binnen 10 jaar heeft de consument op haar telefoon een app met een scanner. Deze scanner scant bijvoorbeeld een appel wat daar allemaal in zit. Niet alleen aan mineralen maar ook aan verkeerde stoffen. Is dat en? Nee absoluut niet. Is het uitdagend? Ja zeker wanneer je als producent van voedsel aan kunt tonen dat je de echte OER voeding produceert. Ouderwets gezonds en heerlijk. Het meest opvallende is dat er nu geen verschil zit in de kwaliteit van de melk wanneer we kijken naar mineralen. Dus tussen gangbare en biologische melk. Dit is best bizar wanneer je zou verwachten dat je stopt met het gebruik van kunstmest, dat de oude kwaliteit dan weer terug zou komen. Maar niks is meer waar dan dat. Er is dus een grote puzzel te leggen om weer terug te komen bij de kwaliteit van onze producten van het tijdperk van voor de komst van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. De tijd van ouderwets gezonde melk, OER melk. De missie is dat wij als biologische melkbedrijven met 3 jaar met glans en glorie onze melk zonder stress laten scannen op de voedingsstoffen. En dat wij dan het certificaat “OER” voeding krijgen! Dat de OVO-drieluik weer ingezet gaat worden om dit als een olie vlek uit te rollen.