In welke werelden bewegen jongeren zich? Waar hechten zij waarde aan? Wat betekenen sociale media voor hen en hoe maken zij er gebruik van? Leefwerelden van jongeren gaat over het dagelijkse leven van jongeren: thuis, op school, met hun vrienden en als grootgebruikers van media en digitale cultuur. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van jongeren, zichtbaar gemaakt via voorbeelden en illustraties uit (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek, berichtgeving in de (sociale) media en websites. Het eerste deel van het boek gaat over het leven van jongeren thuis. Hierbij wordt ingegaan op de rol van het gezin, vriendschappen, jeugdcultuur, uiterlijk, seks en liefde. Het tweede deel beschrijft het leven op school, een plek waar alle jongeren naartoe gaan en jongeren met andere achtergronden tegenkomen. In deel drie staat de rol van media en de digitale cultuur centraal. Hier gaat het over hoe jongeren hun levens vormgeven met behulp van ‘nieuwe’ en ‘oude’ media; en hoe die media onderwerp en aanstichter zijn van mythevorming en morele paniek over jongeren. Dit boek is bedoeld voor (toekomstige) professionals die te maken hebben met uiteenlopende groepen jongeren. Het is geschikt voor de hbo-opleidingen pedagogiek, social work, sociaal juridische dienstverlening en de lerarenopleidingen. Het boek is te koop bij Uitgeverij Coutinho.
LINK
Het ontwrichtende effect van de digitale transformatie is onmiskenbaar. Een belangrijke component van een digitale transformatie is de digitale strategie. Die moet helder maken wat een organisatie wil bereiken met data en technologie.
DOCUMENT
In het hoger onderwijs is 15 tot 20 procent van de studenten, docenten en andere medewerkers neurodivergent. Dat betekent dat zij – net als veel anderen – baat hebben bij een digitale werk- en leeromgeving die beter aansluit op uiteenlopende informatieverwerkingsstijlen, behoeften en voorkeuren. Deze Toolbox voor een Neuro-Inclusieve Digitale Werk- en Leeromgeving is ontwikkeld vanuit het onderzoeksproject DLO Digitale Inclusie aan de Hogeschool Utrecht. In dit project zijn behoeften en ervaringen van studenten, docenten en ontwikkelaars in kaart gebracht, met bijzondere aandacht voor neurodiverse perspectieven. De toolbox bundelt inzichten, ontwerpprincipes en praktische handvatten die kunnen helpen bij het verbeteren van zowel digitale systemen als het gebruik ervan in de onderwijspraktijk. Het uitgangspunt is dat wanneer we rekening houden met neurodiversiteit in ontwerp, inrichting en communicatie, dit de mogelijkheden voor toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en inclusiviteit voor íedereen in het hoger onderwijs vergroot. De toolbox is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij het ontwerpen, gebruiken of verbeteren van digitale leeromgevingen: van studenten en docenten tot curriculumontwikkelaars, softwareontwikkelaars en product owners. De inhoud is opgebouwd rond drie ontwerpprincipes en drie leidende principes. Waar de ontwerpprincipes richting geven aan het ontwikkelen van toegankelijke en bruikbare digitale systemen, helpen de leidende principes om inclusiever te denken en samenwerken. Zo biedt de toolbox een kader én inspiratiebron voor wie wil bijdragen aan een meer digitaal bewuste en inclusieve werk- en leeromgeving. Disclaimer Deze toolbox is tot stand gekomen binnen het project DLO Digitale Inclusie aan de Hogeschool Utrecht, op basis van onderzoek uitgevoerd in 2023 en 2024. De inhoud is ontwikkeld in samenwerking met een diverse, maar beperkte groep studenten, docenten en ontwikkelaars. Daardoor biedt de toolbox waardevolle inzichten en handvatten, maar geen volledig beeld van alle perspectieven of situaties binnen het hoger onderwijs. De inhoud sluit aan bij de stand van zaken en systemen zoals die destijds binnen de HU gebruikt werden. Een Engelstalige versie van de toolbox is nog in ontwikkeling.
DOCUMENT
Hoofdstuk 8 uit boek. In Nederland wonen meer dan anderhalf miljoen jongeren. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze thuis wonen, een schoolopleiding volgen en opgroeien in een wired world. In dit boek analyseren de auteurs aan de hand van deze drie thema’s de leefwerelden van jongeren. Het eerste deel van Leefwerelden van jongeren gaat in op het gezin waarin jongeren opgroeien en de manier waarop ouders en jongeren met elkaar omgaan. Ook de betekenis van leeftijdgenoten, peergroups en jeugdcultuur wordt behandeld. Daarnaast komen seksuele ontwikkeling en seksueel gedrag, lichaamsbeeld en lichaamsbeleving aan de orde. In deel twee komen de functies van school en de verschillende typen onderwijs aan bod. Er is vooral aandacht voor de eigen leefwereld die jongeren op school met elkaar creëren. In het derde en laatste deel staan de media en de populaire cultuur centraal. Jongeren komen hierin naar voren als mediagebruikers (de digitale generatie), maar ook als onderwerp van media-aandacht.
DOCUMENT
De digitale transformatie is al een flink aantal jaren aan de gang. Organisaties zien kansen om door digitalisering de dienstverlening efficiënter, goedkoper en voor de klant gemakkelijker te maken. Tot twee jaar geleden leek het tempo waarin deze transformatie plaatsvond, te stagneren, zeker bij publieke dienstverleners. Vervolgens kwam de coronacrisis en belandde de digital transformatie in een sneltreinvaart. Reden voor het lectoraat Marketing & Customer Experience van de Hogeschool Utrecht om te onderzoeken wat de impact is geweest van de coronacrisis op de digitale transformatie van publieke dienstverleners
LINK
In deze publicatie, met als subtitel 'de kracht van verbinding', wordt ingegaan op de onderzoekslijnen en -thema's die vanuit het lectoraat voor de komende jaren zijn vastgesteld, de lopende onderzoeken en de plannen die worden ontwikkeld. Deze aspecten staan centraal in hoofdstuk 2. Daarna wordt in hoofdstuk 3 dieper ingegaan op de invulling van deze plannen en de uitdagingen die daarbij spelen. Dit gebeurt in samenwerking met collega's van binnen en buiten het lectoraat, de onderzoeksgroep, studenten en het werkveld. Het is de overtuiging dat de problemen en uitdagingen op het gebied van digitalisering en veiligheid alleen adequaat kunnen worden aangepakt door middel van goede samenwerking, waarbij verschillende disciplines worden betrokken. Daarom wordt de nadruk gelegd op 'de kracht van verbinding'.
DOCUMENT
In dit rapport worden de resultaten van de Sociale Innovatie Monitor Limburg 2019 (SIML) gepresenteerd. Dit onderzoek naar sociale innovatie in Limburgse organisaties werd van januari 2019 tot mei 2019 uitgevoerd door het Lectoraat Employability van Zuyd Hogeschool en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) Universiteit Maastricht, in samenwerking met Neimed, Sociaal-Economisch Kenniscentrum en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). Sociale innovatie wordt door het Network Social Innovation (NSI) van de Universiteit Maastricht gedefinieerd als: vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken, die leiden tot het beter ontwikkelen en benutten van de vaardigheden van medewerkers, om daarmee de prestaties van de organisatie te verhogen of andere organisatie-, maatschappelijke-, of medewerkersdoelen te verwezenlijken. Door de monitor jaarlijks uit te zetten en in kaart te brengen hoe het sociale innovatievermogen zich ontwikkelt binnen organisaties in Limburg, hopen het Zuyd Lectoraat Employability, ROA, Neimed en de LWV een impuls te geven aan de optimalisering van diverse bedrijfsinterne en –externe sociale innovaties. In deze editie van de monitor staat het thema ‘Economie 4.0: werken aan digitale vaardigheden’ centraal.
DOCUMENT
Het propageren van een 'Netgeneratie' helpt niet bij het begrijpen van digitaal gedrag van jongeren. Bovendien wordt steeds duidelijker dat het gebaseerd is op onjuiste aannamen. Niet alleen is het 'Netgeneratie denken' irrelevant en onjuist, het is ook gevaarlijk. Gevaarlijk in die zin dat het wordt ingezet als beslissend argument om veranderingen tot stand te brengen, niet in de laatste plaats in het onderwijs. Pas als we het 'Netgeneratie denken' achter ons laten, kunnen we een genuanceerder beeld krijgen over wanneer de inzet van digitale leermiddelen een meer realistische kans van slagen heeft.
DOCUMENT
Het regelen van je digitale nalatenschap is nog iets wat in de kinderschoenen staan, en weinig mensen denken eraan wanneer ze familiezaken regelen bij een notaris. Basale dingen als ‘wat gebeurt er met mijn e-mailaccount, social media of dating-app profielen’ zijn vaak niet geregeld.
LINK
In het Utrechts Archief is er een zaal waarin een film wordt vertoond van het straatleven aan het begin van de vorige eeuw. Als bezoeker word je bij binnenkomst gescand en vervolgens geprojecteerd in de filmbeelden. In het fotomuseum kunnen bezoekers middels fysieke hendels de selectie manipuleren van de 80.000 digitale fotos uit de collectie. Het Rijksmuseum biedt via een zogenaamde widget de mogelijkheid iedere dag een ander kunstwerk op je desktop te hebben. In TwentseWelle is een digitaal panorama gebouwd waar je als bezoeker middenin staat, kijkend naar een landschap vanuit het perspectief van opgejaagd wild. Stuk voor stuk zijn dit voorbeelden waarin nieuwe technologie en nieuwe media worden ingezet om het publiek te bedienen in hun interesse voor cultuur en kennis. In die zin zijn ze exemplarisch voor de ontwikkeling waarin technologie en nieuwe media door cultureel erfgoed instellingen worden ingezet om een belangrijke taakstelling in te vullen, namelijk die van cultuur- en kennisoverdracht naar het publiek.
DOCUMENT