In dit artikel wordt gekeken vanuit het perspectief van diversiteit naar positie en functioneren van alle studenten, al dan niet met een migratieachtergrond, in het hoger beroepsonderwijs. Gesteld wordt dat een brede toegankelijkheid van dit onderwijs niet alleen individuele studenten ten goede komt maar ook het beroepenveld en breder: de maatschappij waarin zij straks de hogere functies zullen bezetten. Het beroepenveld vraagt kennis en vaardigheden die aansluiten bij de vraagstukken van de 21ste eeuw. Vanuit drie perspectieven: dat van de student, van de docent en de institutie wordt ingezoomd op diversiteit en studiesucces en de samenhang tussen deze perspectieven. Dit hoofdstuk is onderdeel van het boek Studiesucces in het Hoger Onderwijs van Folke Glastra en Daniel van Middelkoop
‘Hartstikke leuk om een dagje onder collega’s te zijn en te praten over onderwijs, maar wat heb ik erverder aan? Morgen moet ik gewoon weer aan het werk’. Deze houding over de onderwijsconferentie, en misschien wel conferenties in het algemeen, zal velen bekend in de oren klinken. Het is vaak lastig te bepalen wat je nu precies hebt aan een conferentie, wat eruit voortkomt en wat voor impact de conferentie heeft op je dagelijkse werkzaamheden. Dat kan anders, dachten we als kleine groep onderzoekers van verschillende lectoraten van de Hogeschool van Amsterdam. En het moet eigenlijk ook anders, zeker als een zo belangrijk thema als inclusie en diversiteit op de agenda staat.Daarom zijn we aan de slag gegaan om de resultaten en actiepunten die voortkomen uit de onderwijsconferentie van 2017 in kaart te brengen. Dit verslag is daarvan het resultaat. Het is tot stand gekomen door een samenwerking van onderzoekers van drie lectoraten, die bij elkaar gebracht zijn op initiatief van lector Martha Meerman (gedifferentieerd HRM) en de organisatie van de Onderwijsconferentie.
MULTIFILE
De vestiging van grote groepen niet-westerse immigranten in Nederland is de aanleiding geweest voor het ontwikkeken van een minderheden- en later een immigratiebeleid. Dit overheidsbeleid voor gevestigde immigranten en hun nakomelingen kwam aan het eind van de jaren zeventig op gang. De vakministers dienden onder toezicht van het toenmalig coördinerend ministerie van Binnenlandse Zaken een passend immigratiebeleid te ontwikkelen.