A first episode of psychosis (FEP) is a stressful, often life-changing experience. Scarce information is available about personal preferences regarding their care needs during and after a FEP. Whereas a more thorough understanding of these preferences is essential to aid shared decision-making during treatment and improve treatment satisfaction. Methods: Face-to-face interviews with participants in remission of a FEP were setup, addressing personal preferences and needs for care during and after a FEP. The interviews were conducted by a female and a male researcher, the latter being an expert with lived experience. Results: Twenty individuals in remission of a FEP were interviewed, of which 16 had been hospitalized. The distinguished themes based on personal preferences were tranquility, peace and quietness, information, being understood, support from significant others, and practical guidance in rebuilding one's life. Our findings revealed that the need for information and the need to be heard were often not sufficiently met. For 16/20 participants, the tranquility of inpatient treatment of the FEP was pre-dominantly perceived as a welcome safe haven. The presence and support of family and close friends were mentioned as an important factor in the process of achieving remission.
MULTIFILE
This study aims to explore the experiences and needs of individuals after a first episode of psychosis with regard to the way in which information about diagnosis, treatment options and prognosis is communicated with them. psychosis, communicating, stigma, needs, individual’s perception
MULTIFILE
Plasma treatment is a commonly used technology to modify the wetting behavior of polymer films in the production process for, e.g., printed electronics. As the effect of the plasma treatment decreases in time, the so-called "aging effect", it is important to gain knowledge on how this effect impacts the wetting behavior of commonly used polymers in order to be able to optimize production processing times. In this article the authors study the wetting behavior of polyethylene naphthalate (PEN), polyethylene terephthalate (PET), polycarbonate (PC), fluorinated ethylene propylene (FEP) and polyimide (PI) polymer films after plasma treatment in time. The plasma treatment was performed using a novel maskless DBD plasma patterning technology, i.e., Plasma Printing, at atmospheric pressure under nitrogen atmosphere. After treatment, the samples were stored at room temperature at 30%-40% relative humidity for up to one month. An increase in wettability is measured for all polymers directly after Plasma Printing. The major increase in wettability occurs after a small number of treatments, e.g., low energy density. More treatments show no further beneficial gain in wettability. The increase in wettability is mainly due to an increase in the polar part of the surface energy, which can probably be attributed to chemical modification of the surface of the investigated polymers. With the exception of FEP, during storage of the plasma treated polymers, the wettability partially declines in the first five days, after which it stabilizes to approximately 50% of its original state. The wettability of FEP shows little decline during storage. As the storage time between production steps is mostly under two days, Plasma Printing shows good promise as a pre-treatment step in the production of printed electronics. d c 2013 Society for Imaging Science and Technology.
LINK
Tijdens fase 1 van HCA GroenvermogenNL is een regionaal liaisonteam samengesteld dat de opdracht heeft aangenomen de regio te mobiliseren en te komen tot een gedragen roadmap. Conform deze roadmap kent regio Oost twee centrumregio’s: Lifeport (regio Arnhem-Nijmegen, verbonden met Stedendriehoek-Twente via SPRONG) en Brainport (regio Eindhoven-Helmond). Deze centrumregio's zullen in de tweede fase van HCA GroenvermogenNL als zelfstandige regio's gaan opereren. In de overbruggingsperiode zullen hiervoor de voorbereidingen worden getroffen. De activiteiten die uitgevoerd zullen worden betreffen het onderhouden, uitbouwen en verder versterken van de relevante netwerken daar het ecosysteem dynamisch is en de urgentie tot handelen groot. De netwerken zullen gemobiliseerd en geïnformeerd worden om een zo sterk mogelijke fase 2 van HCA GroenvermogenNL voor te bereiden door de regionale inbedding van de samenwerking tussen de R&D en HCA Pijlers te realiseren en het onderwijssysteem op alle niveaus goed te onbaorden. Hiermee wordt een sterke regionale landingsplek gerealiseerd voor de landelijke GroenvermogenNL projecten.
Tijdens fase 1 van HCA GroenvermogenNL is een regionaal liaisonteam samengesteld dat de opdracht heeft aangenomen de regio te mobiliseren en te komen tot een gedragen roadmap. Conform deze roadmap kent regio Oost twee centrumregio’s: Lifeport (regio Arnhem-Nijmegen, verbonden met Stedendriehoek-Twente via SPRONG) en Brainport (regio Eindhoven-Helmond). Deze centrumregio's zullen in de tweede fase van HCA GroenvermogenNL als zelfstandige regio's gaan opereren. In de tweede overbruggingsperiode zullen hiervoor de getroffen voorbereidingen geoperationaliseerd worden . De activiteiten die uitgevoerd zullen worden betreffen het onderhouden, uitbouwen en verder versterken van de relevante netwerken daar het ecosysteem dynamisch is en de urgentie tot handelen groot. De netwerken zullen gemobiliseerd en geïnformeerd worden om een zo sterk mogelijke fase 2 van HCA GroenvermogenNL voor te bereiden en op te starten door de regionale inbedding van de samenwerking tussen de R&D en HCA Pijlers te realiseren en het onderwijssysteem op alle niveaus goed te onbaorden. Hiermee wordt een sterke regionale landingsplek gerealiseerd voor de landelijke GroenvermogenNL projecten.
Tijdens fase 1 van HCA GroenvermogenNL is een regionaal liaisonteam samengesteld dat de opdracht heeft aangenomen de regio te mobiliseren en te komen tot een gedragen roadmap. Conform deze roadmap kent regio Oost twee centrumregio’s: Lifeport (regio Arnhem-Nijmegen, verbonden met Stedendriehoek-Twente via SPRONG) en Brainport (regio Eindhoven-Helmond). Deze centrumregio's zullen in de tweede fase van HCA GroenvermogenNL als zelfstandige regio's gaan opereren. In de tweede overbruggingsperiode zullen hiervoor de getroffen voorbereidingen geoperationaliseerd worden . De activiteiten die uitgevoerd zullen worden betreffen het onderhouden, uitbouwen en verder versterken van de relevante netwerken daar het ecosysteem dynamisch is en de urgentie tot handelen groot. De netwerken zullen gemobiliseerd en geïnformeerd worden om een zo sterk mogelijke fase 2 van HCA GroenvermogenNL voor te bereiden en op te starten door de regionale inbedding van de samenwerking tussen de R&D en HCA Pijlers te realiseren en het onderwijssysteem op alle niveaus goed te onbaorden. Hiermee wordt een sterke regionale landingsplek gerealiseerd voor de landelijke GroenvermogenNL projecten.