Moedig mensen aan om vega(n) te eten en ontmoedig tegelijkertijd het eten van dierlijke producten. Richt daarvoor de kantine anders in, verbeter het aanbod en stimuleer een sociale verandering. Maak vega(n) makkelijk, aantrekkelijk, belangrijk & normaal.
DOCUMENT
The article on Marketingfacts reviews the book 'The 33 Best Influence Techniques from Advertising' by Marc Andrews, Rick van Baaren, and Matthijs van Leeuwen. The book provides an overview of 33 different influence techniques, ranging from classic methods like authority and scarcity to lesser-known concepts like astroturfing. It is written in an accessible style, richly illustrated with examples, and includes references for further research. The authors also apply various techniques in the book's design and presentation.
LINK
In dit artikel wil Frans van der Reep, aantonen dat de methodologische positie van positivisten én falsificationisten voor de economische wetenschap als gedragswetenschap principieel onjuist is. In het verlengde hiervan wil ik proberen de contouren van mijn eigen positie te schetsen. De argumentatie steunt voor een belangrijk gedeelte op een opvatting over wat de economische wetenschap zou moeten bestuderen.
DOCUMENT
Gedrag van grote groepen mensen speelt een belangrijke rol in zowel het ontstaan en in stand houden van de problemen op het gebied van gezondheid en energie en milieu, als ook in de oplossing er van. De overheid, bedrijven en organisaties willen burgers, consumenten en werknemers aanzetten tot het maken van duurzame en gezonde keuzes. Zij doen daarbij een beroep op ondernemers in de creatieve industrie. Enkele best practices maken het aannemelijk dat fysieke producten zeer geschikt zijn om mensen op de juiste plaats en het juiste moment in actie te laten komen. De wetenschappelijke onderbouwing van de werking is echter nauwelijks voorhanden. Communicatie-, ontwerp- en adviesbureaus (bureaus) willen weten hoe je door de inzet van een passende strategie van overtuiging en sociale invloed (persuasief principe) op het juiste moment en op de juiste plaats (touchpoint) gedrag kunt beïnvloeden.
DOCUMENT
EuroSonic NoorderSlag (ESNS) actively engages with around 130 festivals across Europe as part of the ESNS Exchange program. As a leading partner in this initiative, ESNS aims to transition into a fully sustainable festival in the coming years. It recognizes its role in spearheading the sustainability aspect of the ESNS Exchange and the industry at large. However, the current lack of information regarding the industry's sustainability practices poses a challenge, leaving ESNS uncertain about the necessary steps to improve the market as a whole. The NHL Stenden Professorship Transformational Media, ESNS and the minor Music Management are collaborating on a joint project to address this issue. The project aims to assess the current state of sustainable practices in European Music Festivals and analyse how these festivals communicate their initiatives. Additionally, students in the Music minor program will create and test a prototype to encourage festivals to communicate about their sustainability activities.
MULTIFILE
Voedselproductie en consumptie dragen voor een belangrijk deel bij aan de milieubelasting. Het is daarom van belang de consumptie van duurzame voeding te stimuleren. Een belangrijke factor hierin is het creëren van bewustwording en het vergroten van kennis over de impact die voeding heeft op het milieu. In dit onderzoek proberen we inzicht te krijgen in de kennis en voorkeuren wat betreft gezonde- en duurzame voeding onder de Noord Nederlandse bevolking om zo effectieve communicatiestrategieën te ontwikkelen die bijdragen aan meer gezonde en duurzame voedselconsumptie.
MULTIFILE
This report was produced within the framework of the RAAK PRP project ‘Veiligheid op de werkvloer’. Personal protective equipment (PPE) is used on a daily basis by millions of people all over the EU, voluntarily or as a result of EU legislation. In this report we deal specifically with the textile/garment aspects of PPE. In this context we must consider the fact that PPE encompasses a huge area with hundreds of different applications of materials and systems tuned to specific needs;from a materials point of view it represents a complex area due to the large diversity of labour conditions. Textiles and clothing represent an area where PPE is an important area of attention. On a global scale it is an area of much research. Safety and comfort are becoming more and more important and these aspects must be in balance. Uncomfortable systems will not be used and put safe working at risk. Thus there is a continuous need for technological innovation to improve the effectiveness of PPE systems. Specialization and specific combinations aimed at use under well-defined conditions contributes to finding a good balance between comfort and safety. The design of products, taking into account the individual needs represent an area of intensive research: Safety directed ‘fashion design’.The ultimate goal is the development of proactive systems by which workers (but capital goods as well) are optimally protected. There is also a lot of attention for maintenance and cleaning since protective functions may deteriorate as a result of cleaning processes. Another important point is standardization because producers need directions for product development and supply of goods. In our overview we make a distinction between static and dynamic systems. Static systems provide passive protection, simply by being a part of an equipment that separates the worker from the danger zone. Dynamic systems are more ‘intelligent’ because these can react to stimuli and subsequently can take action. These dynamic systems use sensors, communication technology and actuators. From this research the following may be concluded: 1. Safety is obtained by choice of materials for a textile construction, including the use of coatings with special properties, application of specific additives and he use of special designed fibre shapes. 2. The architecture and ultimate construction and the combinations with other materials result in products that respond adequately. This is of great importance because of the balance comfort – safety. But a lot can be improved in this respect. 3. Insight in human behaviour, ambient intelligence and systems technology will lead to new routes for product development and a more active approach and higher levels of safety on the work floor. Consequently there is a lot of research going on that is aimed at improved materials and systems. Also due to the enormous research area of smart textiles a lot of development is aimed at the integration of new technology for application in PPE. This results in complex products that enhance both passive and active safety. Especially the commissioners, government and industry, must pay a lot of attention to specifying the required properties that a product should meet under the specific conditions. This has a cost aspect as well because production volumes are usually not that large if for small groups of products specific demands are defined. We expect that through the technology that is being developed in the scope of mass customization production technologies will be developed that allows production at acceptable cost, but still aimed at products that have specific properties for unique application areas. Purchasing is now being practiced through large procurements. We must than consider the fact that specification takes place on the basis of functionality. In that case we should move away from the current cost focus but the attention should shift towards the life cycle
MULTIFILE
Het nieuwe leren wordt gesitueerd in een context van ontwikkelingen in het denken over onderwijzen, opleiden en organiseren. Bi het nieuwe leren gaat het niet alleen om het leren van de leerlingen, maar ook om een paradigmaverschuiving in het denken over onderwijs; een rechtstreeks gevolg van paradigmaverschuiving in de wetenschap. Hierna wordt in vogelvlucht geïnventariseerd welke implicaties de theorieën over leren en ontwikkelen hebben voor het onderwijs en voor het ontwerpen van leerarrangementen. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de complexe beroepspraktijk. Hoe kan deze het beste begrepen worden: door een reductie van die complexiteit en het zoeken naar algemeen geldende verklaringen achteraf of door een systeemdynamische analyse van die werkelijkheid en in dialoog met betrokkenen op zoek gaan naar werkzame principes en causal loops? In het vervolg worden twee tot nu toe in de literatuur over het nieuwe leren nog weinig aan bod gekomen aspecten geïntroduceerd. Hoe organiseren we het leren en hoe werkt dat bij een nieuwe generatie leerlingen? Dan wordt geprobeerd de slag te maken van de principes van het nieuwe leren naar het ontwerpen van leerarrangementen waarin dat nieuwe leren mogelijk wordt. Er wordt een voorlopig denkraam gepresenteerd, dat in de projecten binnen dit lectoraat een heuristische functie kan vervullen bij het verder zoeken naar ontwerpparameters. Tenslotte wordt het werkprogramma van het lectoraat en de kenniskring globaal geschetst.
DOCUMENT
In het Expeditie-onderzoek is vanuit een systeemperspectief op micro-, meso- en macroniveau en in verschillende sectoren van het onderwijsveld gekeken naar of en hoe adaptief vermogen zich bij onderwijsprofessionals manifesteert. In het eindrapport presenteren we de bevindingen van het Expeditie-onderzoek in antwoord op de hoofdvraag: Op welke wijze is sprake van adaptief vermogen in het Nederlandse onderwijsveld in de wisselwerking tussen micro- (individu), meso- (organisatie) en macroniveau (opleiding en beleid) van leraarschap en wat zijn de belangrijkste kenmerken en verklarende en transfereerbare mechanismen van dit adaptief vermogen? Om die vraag te beantwoorden, hebben we gekeken naar manifestaties van adaptief vermogen in het systeem leraarschap, de beleving van onderwijsprofessionals bij veranderingen en factoren en mechanismen die daarbij een rol spelen. In het Expeditie-onderzoek ontdekten we dat twee kenmerken (naast andere kenmerken) die van invloed lijken te zijn op adaptief vermogen – systeem- en toekomstbewustzijn – waarover in de literatuur minder bekend is. In het eindrapport beschrijven we hoe systeem- en toekomstbewustzijn zich manifesteren in het systeem in de context van verandering. In de uitvoering van het onderzoek is gewerkt vanuit een specifieke benadering van sociaal-wetenschappelijk onderzoek genaamd kristallisatie. Kristallisatie omvat het gebruik van diverse onderzoeksmethoden, van wetenschappelijke methoden en technieken tot het inzetten van creatieve werkvormen) om een veelzijdig begrip van complexe vraagstukken te ontwikkelen. In de Expeditie hebben we kristallisatie vertaald naar zeven bouwstenen: literatuurstudie, praktijkvalidatie, TeacherTapp, veldstudie, kunst dialoog methoden, interventiestudie en vignettenstudie. De resultaten van uit de bouwstenen van het Expeditie-onderzoek zijn samengebracht in een model van adaptief vermogen voor het navigeren naar toekomstbestendig leraarschap. Implicaties voor wetenschap en praktijk zijn opgenomen in het rapport.
MULTIFILE
Voor veel mensen is het internet inmiddels een medium dat niet meer weg te denken valt uit hun dagelijks leven. Wereldwijd gaat het aantal mensen dat beschikt over een internet-aansluiting, naar de 500 miljoen. In ons land maken ruim acht miljoen mensen minstens eenmaal per kwartaal gebruik van het internet. Een groot gedeelte van deze mensen gebruikt het web ook voor hun informatievoorziening. Dat kan door digitale kranten te raadplegen; vrijwel alle dagbladen hebben een online versie waartoe men wereldwijd toegang heeft en die (nu nog) gratis toegankelijk zijn. Daarnaast zijn er talrijke nieuwssites die niet zijn voortgekomen uit de traditionele dagblad- of omroepsector en die, enkel drijvend op inkomsten uit reclameboodschappen, dagelijks hun algemeen of gespecialiseerd nieuws brengen. Zo is inmiddels naast de dagblad-, radio- en televisiejournalistiek een nieuwe, vierde vorm van journalistiek ontstaan met eigen kenmerken als interactiviteit en hypertextualiteit. Brengt deze nieuwe vorm van journalistiek ook nieuwe morele vragen met zich mee die kenmerkend zijn voor deze manier van journalistiek bedrijven? Of zijn het de klassieke kwesties, nu in een elektronisch jasje? En hoe gaat de journalistieke beroepsgroep om met eventuele nieuwe vragen? Welke antwoorden hierop zijn inmiddels geformuleerd? Welke vormen van zelfregulering zijn of worden ontwikkeld? Dat zijn de vragen die centraal staan in de publicatie "Internetjournalistiek, nieuwe ethische vragen?" van Huub Evers, hoofddocent media-ethiek aan Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg en docent communicatie-ethiek aan de UvA.
LINK