Rond 40% van de mbo-studenten van niveau 4 kiest na diplomering voor doorstuderen in het hbo. Een overgang die voor menigeen problemen oplevert. Het percentage uitvallers in het eerste jaar is aanzienlijk. Hoe komt dat, waar liggen de struikelblokken en: wat te doen om die transitie soepeler te laten verlopen? Zijn mbo’ers wel ‘weerbaar en wendbaar’ genoeg voor het hbo?
DOCUMENT
Internationalisation has become an “institutional imperative” for many institutions of higher education. Two propositions are that internationalisation would help students develop competencies needed in todays globalised world, and increase the employability of students. This piece summarises findings from the HBO-Monitor (a survey amongst alumni of Dutch universities of applied sciences) to substantiate the aforementioned propositions. The analysis suggests that internationalisation measures such as a foreign experience are conducive to the acquisition of international competencies. By contrast, little support derives from the HBO dataset concerning the link between internationalisation (or the thereby acquired competencies) and an increase in employability. However, a good number of alumni confirm that international competencies are needed in their current jobs. Based on this project, the Research Group International Cooperation will set up a longitudinal study on internationalisation at THUAS and its impacts.
DOCUMENT
The Hague University of Applied Sciences has high ambitions in the field of internationalisation. Two out of four priorities in the institutional policy touch this theme: global citizenship and internationalisation. In order to ensure that the curriculum of the new degree programme HBO ICT meets these priorities, it is interesting to know which international competencies the ICT sector requires. The main research questions in this report is: Which international competencies does the ICT sector demand of ICT graduates and how can these be embedded in the curriculum of the new HBO ICT degree programme? That the question is relevant, is shown by the fact that 25% of the respondents, ICT graduates, indicated that they actually work abroad for longer and shorter periods. In this research an online survey was held among alumni (n = 315) of the precursors of the HBO ICT degree programme in order to find out which international competencies are important. By conducting interviews on the same target group, this information was deepened. In an online survey among graduation supervisors (n = 202) it is examined to what extent the graduates master the required skills by the end of their training. This combined information provides the input to develop the new curriculum of the HBO ICT degree programme and its specialisations. The results show that English and especially English listening and reading skills are considered to be very important. Our alumni master these skills highly satisfactorily. It was specifically mentioned, however, that alumni must overcome a certain reluctance to speak. Intercultural and personal and social competencies are found very important. To master these competencies, students should learn by experiencing. This can be done by working together in international teams, but also in national teams as long as they are supervised explicitly on intercultural, personal and social competencies. As far as the international academic and professional competencies concerned, especially internationally accepted professional knowledge is considered important. On these categories the HBO ICT graduates score satisfactorily (a score of 6 or 6,5 out of 10). Depending on the ambitions of the programme, some improvements could be made here. In general, the ICT sector is quite satisfied with the extent to which our students possess international competencies they consider to be relevant. However, there are suggestions for improvement and some of them have already been included in the toolkit internationalisation as part of the development of the curriculum of HBO ICT.
DOCUMENT
ADAS- Monitor Advanced Driver Assistent Systems (ADAS) worden gezien als een middel om de verkeersveiligheidsstreefdoelstellingen uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 en de Europese beleidsstukken te behalen. Naast de veelal technische uitdagingen en ontwikkelingen die ADAS momenteel doormaken, wordt in de breedte van de automotive sector benadrukt dat het gebruik en de bekendheid van ADAS bij automobilisten te wensen overlaat waardoor de potentie van ADAS voor de verkeersveiligheid niet optimaal wordt benut. De ADAS alliantie , een samenwerking van meer dan 60 bedrijven, overheden en kennisinstellingen, heeft als doel gesteld het (veilig)gebruik van ADAS met 20% te bevorderen. Echter, ontbreekt actuele informatie met betrekking tot de bekendheid van, het vertrouwen in en het daadwerkelijke gebruik door automobilisten. In dit onderzoek staat de periodieke monitoring van de gebruikersadaptatie centraal waarbij de bekendheid van, de acceptatie, het percentage daadwerkelijk gebruik van ADAS door automobilisten wordt gepresenteerd doormiddel van een (digitaal) dashboard. Een divers samengesteld consortium voert het onderzoek uit en maakt daarbij gebruik van een groter netwerk om de benodigde data te vergaren en voor disseminatie. Het onderzoek bestaat uit een werkpakket waarin de gebruikersadapatie doormiddel van vragenlijstonderzoek wordt vastgesteld en een werkpakket waarin iteratief het concept ontwerp leidt tot een prototype dashboard. Het resultaat van dit onderzoek is een werkend prototype van een ADAS-dashboard. Wanneer het prototype wordt vertaalt naar een definitief ontwerp, blijft het tot vijf jaar na presentatie geüpdatet met recente data. Het ADAS-dashboard bevat een visuele en digitale weergave van het onderzoek naar het gebruikersperspectief en wordt indien gewenst uitgebreid met andere relevante data. Wanneer het ADAS dashboard is gerealiseerd, kan het zowel voor beleidsmakers en bedrijven ingezet worden om keuzes te onderbouwen of om ontwikkelingen op te baseren als ook om communicatiestrategieën te ontwikkelen waarmee het gebruik wordt bevorderd.
De recente toename in het aantal bedwantsen in de Westerse wereld leidt ertoe dat steeds meer mensen in contact komen met deze insecten. Vroege detectie is cruciaal voor een snelle bestrijding. Dit is echter lastig door de cryptische leefwijze van de bedwants, en vereist vaak destructieve maatregelen. In dit project onderzoeken HAS Hogeschool en BioMon of het haalbaar is om een bedwantsdetectiekit te ontwikkelen waarmee de aanwezigheid van bedwants DNA in ruimten bepaald kan worden door het nemen van een swab of stofzuigersample. Bovendien wordt onderzocht hoe dit product en deze dienst efficiënt op de markt gezet kan worden.
Gebruik van sensoren en data voor het monitoren van welzijn en gezondheid van mens en dier, raakt steeds meer ingeburgerd. Ook voor de paardenhouderij is het interessant om met behulp van sensoren de gezondheid en het welzijn van de paarden te volgen en in geval van ziekte of stress preventief te kunnen handelen. In tegenstelling tot het ruime aanbod voor de veehouderij, zijn er voor paarden nog weinig of geen sensoren beschikbaar voor gezondheidsmonitoring. In dit project zullen halsbanden voor paarden worden ontwikkeld met activiteitssensoren (accelerometers), die gedragsdata verzamelen. Deze data worden vertaald in informatie over het normale en afwijkende gedrag van de paarden. Activiteit en gedrag worden gekoppeld aan gezondheid en het welzijn van het paard. Doel is om een systeem te ontwikkelen waarbij gezondheid en welzijn van de paarden gemonitord wordt met behulp van deze sensor, en waarbij de eigenaar gewaarschuwd wordt wanneer veranderingen in gedrag optreden die voorspellend zijn voor ziekte, stress of afwijkingen.
Consortium, onderdeel van Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool Inholland, +1
