De nationale en internationale ambities op het vlak van Circulaire Economie zijn groot, en veel bedrijven en organisaties dragen bewust of onbewust reeds bij aan de Circulaire Economie. Een Circulaire Economie reguleert het fundamenteel anders omgaan met grondstoffen, door het hergebruik van producten en grondstoffen centraal te stellen en afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zoveel mogelijk te voorkomen. De belofte van de Circulaire Economie is om verschillende vormen van duurzaamheid op verschillende niveaus te organiseren als een liefst integrale economische opgave. Hierbij zijn het voorkómen van afval en het (her)waarderen van materie belangrijke uitgangspunten. Naast technische ontwikkelingen zijn hier ook sociale en zelfs systeeminnovaties bij nodig. Daar hoort bijvoorbeeld ook bewustwording, gedragsbeïnvloeding en zakelijke haalbaarheid bij. De transformatie naar een circulaire samenleving is een grootschalige maatschappelijke transitie. Hogeschool Inholland beweegt mee met deze ontwikkeling in de maatschappij, door middel van onderzoek en onderwijs in samenwerking met het werkveld. Deze position paper is een verkenning van bestaande theorieën, maatschappelijk debat, relevante beleidskaders en financieringsinstrumenten (het externe beeld), alsmede een eerste inventarisatie gericht op het aanbod binnen Inholland (het interne beeld), om daarmee een dialoog te initiëren over een betere positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie. Als vervolgstappen worden o.a. een verdere inventarisatie van het aanbod en betere inbedding binnen verschillende opleidingen en een versterking en bundeling van onderzoekscapaciteit door middel van een domeinoverstijgende aanpak aanbevolen, alsmede een marktonderzoek om vraag en aanbod beter op elkaar te kunnen laten aansluiten. Mede op basis van deze bouwstenen kan de communicatie en positionering van Inholland op het vlak van Circulaire Economie, zowel intern als extern, verstevigd worden. Deze position paper is een groeidocument, dus de deur blijft open staan om in de toekomst nieuwe kennis, inzichten, aanbevelingen en interventies mee te nemen.
DOCUMENT
Hogeschool Inholland heeft op dit moment een hoogwaardige digitale leeromgeving. Echter, gezien de continue ontwikkelingen binnen de onderwijstechnologie is het belangrijk om een alert en wendbaar digitaal leerlandschap te blijven aanbieden. Omdat technologie in sommige gevallen ook een versneller kan zijn van onderwijsinnovatie, is Inholland gestart met het project “Innovatie met EdTech” wat het mogelijk maakt om innovatieve technologieën experimenten uit te voeren. Er ontbreekt een objectief evaluatieinstrument om deze technologien op een objectieve maar inzichtelijk manier te beoordelen op hun meerwaarde om hiermee een eventuele grootschalige implementatie mogelijk te maken. Hiervoor is de Inholland Innovatie Index ontwikkeld: een multidisciplinaire evaluatiemethodiek die een kansrijke applicatie beoordeelt op drie hoofdcategorieën met diverse subcategorieën. In een workshops setting waarbij diverse actoren aanwezig zijn, worden de resultaten besproken. Na afloop worden de bevinden geplot in de Inholland Innovatie Index resulterend in een groene, oranje of rode kleur per categorie waardoor een algemeen beeld ontstaat rondom het succes van de pilot. Met behulp van de Inholland Innovatie Index zijn tien pilots geëvalueerd met een divers resultaat. De Inholland Innovatie Index blijkt een nuttig instrument om begrip te creëren voor de diverse standpunten en inzichten die mede leiden tot een negatief advies. Daarnaast blijkt dat waardevolle lessen die bij minder ‘succesvolle’ pilots zijn opgedaan door het gebruik van de Inholland Innovatie Index niet verloren gaan.
DOCUMENT
Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen de onderzoekslijn Studentenwelzijn van het lectoraat Studiesucces. Onderzoek op het gebied van studentenwelzijn in Nederland is nog beperkt. Een van de doelen van de onderzoekslijn is daarom een bijdrage te leveren aan (praktijkgerichte) kennis over het welzijn van studenten. Dit onderzoek heeft als doel daar aan bij te dragen door 1) de stresservaring van studenten binnen Hogeschool Inholland te onderzoeken, 2) in kaart te brengen wat studenten helpt om met stress om te gaan, en 3) te onderzoeken wanneer studenten zich bevlogen voelen. Tevens is dit onderzoek een verkenning van de variabelen van het Student Wellbeing Model. De onderzoeksuitkomsten dienen aanknopingspunten te bieden voor vervolgonderzoek naar het welzijn van studenten in relatie tot studiesucces. Ten slotte, de inzichten die verkregen worden dienen uiteindelijk bij te dragen aan het tegengaan van een hoge mate van stress (en andere gerelateerde psychische klachten) bij studenten en aan het bevorderen van het welzijn van studenten.
DOCUMENT
De komst van integrale geboortezorg, met als doel het bieden van kwalitatief goede, continue zorg waarbij de cliënt centraal staat, heeft in verschillende regio’s in Nederland geleid tot initiatieven om de geboortezorg binnen netwerkzorg op een andere, innovatieve wijze vorm te geven. Een van die innovatieve ontwikkelingen is de pilot ‘Antenataal CTG in de eerste lijn’, uitgevoerd in drie regio’s. Een cardiotocogram (CTG) is een registratie van de foetale harttonen om de conditie van de foetus tijdens de zwangerschap te bewaken. Het CTG vindt binnen de reguliere zorg in het ziekenhuis plaats. Dankzij technologische ontwikkelingen is de apparatuur nu ook mobiel beschikbaar, wat het maken van een CTG op de verloskundigenpraktijk of thuis bij de cliënt mogelijk maakt. Dit creëert kansen voor versterking van de dienstverlening en de marktpositie van verloskundigenpraktijken. Verloskundigen uit de praktijken die deelnemen aan de pilots geven aan behoefte te hebben aan een gedegen evaluatie van de pilots, zodat deze innovatie kan worden geoptimaliseerd en handvatten kunnen worden geboden op het gebied van organisatie, logistiek en financiën. De vraag vanuit de praktijk heeft geleid tot de volgende hoofdvraag: Onder welke voorwaarden kan het antenatale CTG in de eerste lijn worden uitgevoerd als onderdeel van kwalitatief goede en doelmatige zorg dichtbij cliënten? Het onderzoeksproject is onderverdeeld in een drietal werkpakketten 1) De pilots evalueren met kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethodes 2) Het vaststellen van voorwaarden en afspraken rondom het antenataal CTG 3) Het opstellen van een kostenanalyse en businessplan. De drie onderdelen worden samengevat in een handboek wat in samenwerking met de branchevereniging (KNOV) beschikbaar wordt gesteld aan verloskundigenpraktijken, zodat ook zij deze vorm van zorg kunnen gaan aanbieden. Het antenatale CTG in de verloskundigenpraktijk is een innovatie die bijdraagt aan continue praktijk- en kennisontwikkeling en het onderzoek hiernaar is een kans voor praktijkgericht onderzoek van Hogeschool InHolland.
In het RAAK-mkb project ‘First-time-right’ zijn diverse technieken, waaronder augmented en virtual reality, onderzocht en succesvol toegepast. Een aantal studenten is door de mogelijkheden van virtual reality gegrepen en heeft een Take-off onderzoeksvoorstel geschreven dat gericht is op een technische haalbaarheidsstudie t.b.v. het commercieel aanbieden van virtual reality technieken voor het geven van training. Bij Hogeschool Inholland geloven we sterk in de enorme potentie van augmented reality en willen onze studenten en partners in een vroeg stadium vertrouwd maken met de mogelijkheden die augmented reality biedt bij het optimaliseren van het composietproductieproces. Om dit te ondersteunen is het nodig een demo-opstelling te bouwen waar studenten, docenten, en mkb-partners kennis kunnen maken met augmented reality. Deze demo is cruciaal voor een verdere ontwikkeling van het gebruik van augmented reality in het composietonderwijs en in het mkb.
In dit project wordt onderzoek gedaan naar de 21st century skills van de social media architect. Dat is een aansprekend nieuw beroep, dat cross-overs kent tussen onder meer communicatie en IT & Design. De beschrijvingen van de 21st century skills worden op beeldende wijze gekoppeld aan reële beroepshandelingen en beroepsproducten. Voor het voortgezet onderwijs is dit van belang om een concreet en actueel beeld te kunnen laten zien van een dergelijk nieuw beroep omdat hun leerlingen een keuze moeten maken voor vervolgonderwijs. Bovendien willen zij graag onderzoeken hoe zij hun leerlingen kunnen voorbereiden op dit nieuwe beroep. Voor bedrijven die nieuwe medewerkers willen aantrekken is het eveneens zaak om zicht te krijgen op de profielen en de bijbehorende 21st century skills. Ons onderwijssysteem kent geen gebaande paden of geijkte toeleveranciers voor nieuwe beroepen waardoor ze lastig het juiste personeel kunnen vinden. In dit project: ‘Beroepen in Transitie: het belang van het laten zien van cross-overs in de techniek’ worden de 21st century skills beschreven in de context waarin de social media architect opereert, en de verschillende rollen waarin hij/zij aan het werk kan zijn. Dit onderzoek beoogt een realistisch beroepsbeeld neer te zetten door de 21st century skills te koppelen aan actuele beroepshandelingen en -producten om potentieel geïnteresseerde scholieren, studenten en professionals daar zo goed mogelijk op voor te bereiden en een gefundeerde keuze te bevorderen. Daarmee kunnen we beter aan de groeiende vraag naar technische professionals voldoen, die daarvoor ook passende talenten hebben. Bovendien is dit project een voorbeeld van hoe bedrijven met het onderwijs samen kunnen komen tot een vernieuwing van functieprofielen en toekomstbestendig opleiden ten behoeve van de veranderende arbeidsmarkt. Het is tevens een voorbeeld voor andere beroepen, vandaar de parallelle aanvraag Zorg (ook De Haagse Hogeschool en Inholland).
Centre of Expertise, onderdeel van Hogeschool Van Hall Larenstein, HAS green academy, Aeres Hogeschool
Consortium, onderdeel van Saxion