In deze podcast (46:15) gaat Jeroen Bottema in gesprek met lector Jos Fransen en Huug de Deugd, interim-voorzitter College van Bestuur, over toekomstgericht onderwijs bij Inholland. We kijken terug op de afgelopen periode en blikken vooruit op het 1,5 meter-onderwijs vanaf september. Jos bepleit het nadenken over en herinrichten van onderwijs vanuit onderwijskundig perspectief. De vier pijlers van de Kwaliteitsafspraken - beroepsproducten, activerend onderwijs, leergemeenschappen en ondersteuning door technologie - bieden hier volgens hem geschikte handvatten voor. In de podcast maak je in ruim drie kwartier kennis met zijn ideeën hierover.
MULTIFILE
Decanen uit de regio Noord-Holland waren aanwezig en werden door sprekers van de Vrije Universiteit (VU), de Universiteit van Amsterdam (UvA) en Hogeschool Inholland geïnformeerd over veranderingen die gaande zijn binnen het hoger onderwijs in het algemeen en binnen enkele opleidingen in het bijzonder. Carlijn Knuiman lichtte de decanen in over hoe de studiekeuzecheck binnen Inholland ingericht is. Deze bestaat voor het merendeel van de opleidingen uit twee stappen, een online vragenlijst en een fysieke middag bij de opleiding.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen de onderzoekslijn Studentenwelzijn van het lectoraat Studiesucces. Onderzoek op het gebied van studentenwelzijn in Nederland is nog beperkt. Een van de doelen van de onderzoekslijn is daarom een bijdrage te leveren aan (praktijkgerichte) kennis over het welzijn van studenten. Dit onderzoek heeft als doel daar aan bij te dragen door 1) de stresservaring van studenten binnen Hogeschool Inholland te onderzoeken, 2) in kaart te brengen wat studenten helpt om met stress om te gaan, en 3) te onderzoeken wanneer studenten zich bevlogen voelen. Tevens is dit onderzoek een verkenning van de variabelen van het Student Wellbeing Model. De onderzoeksuitkomsten dienen aanknopingspunten te bieden voor vervolgonderzoek naar het welzijn van studenten in relatie tot studiesucces. Ten slotte, de inzichten die verkregen worden dienen uiteindelijk bij te dragen aan het tegengaan van een hoge mate van stress (en andere gerelateerde psychische klachten) bij studenten en aan het bevorderen van het welzijn van studenten.
De eiwittransitie slaat aan en zeewier, eendenkroos en reststromen van landbouwgewassen vormen een deel van de voedselbronnen van de toekomst. De kennis over de smaak van eiwitten en aminozuren is groeiende, maar de relatie tussen chemische structuur en smaak verdient aandacht en dat kan door te focussen op kleine peptiden en losse aminozuren. Het project “Aahminozuren!” maakt dat mogelijk. Met deze KIEM aanvraag willen de hogescholen Inholland (Delft, Amsterdam) en HZ University of Applied Sciences (Vlissingen) samen met het bedrijf Biorefinery Solutions (Raalte) verkennend onderzoek doen in een samenwerking met een helder lange termijnperspectief. Doelstelling is tot methoden te komen die het mogelijk maken om enkele kleine eiwitten - en de aminozuren waaruit die zijn opgebouwd – chemisch te karakteriseren en op een doelmatige wijze sensorisch te beoordelen. De deelnemende opleidingen zijn complementair qua expertise en hebben een gezamenlijke affiniteit voor de productie van nieuwe voedingscomponenten uit alternatieve plantaardige bronnen. Daarbij staat smaak voorop. Het langetermijnperspectief is om uit zeewier, eendenkroos en reststromen van landbouwgewassen waardevolle componenten te kunnen isoleren met een toegevoegde waarde op het gebied van smaak. De onderliggende kennis die de relaties tussen structuur en smaak verklaren zal zo kunnen worden gegenereerd, en academische kennis wordt rijp gemaakt voor toepassingen. Doel is ook om ons onderwijs met die kennis en onderzoeksmethoden te verrijken. Studenten hebben in dit project een grote rol. In juni 2021 hopen we met hen en met hun begeleiders een basis te hebben gelegd voor een verdergaande onderzoeksagenda.
De komst van integrale geboortezorg, met als doel het bieden van kwalitatief goede, continue zorg waarbij de cliënt centraal staat, heeft in verschillende regio’s in Nederland geleid tot initiatieven om de geboortezorg binnen netwerkzorg op een andere, innovatieve wijze vorm te geven. Een van die innovatieve ontwikkelingen is de pilot ‘Antenataal CTG in de eerste lijn’, uitgevoerd in drie regio’s. Een cardiotocogram (CTG) is een registratie van de foetale harttonen om de conditie van de foetus tijdens de zwangerschap te bewaken. Het CTG vindt binnen de reguliere zorg in het ziekenhuis plaats. Dankzij technologische ontwikkelingen is de apparatuur nu ook mobiel beschikbaar, wat het maken van een CTG op de verloskundigenpraktijk of thuis bij de cliënt mogelijk maakt. Dit creëert kansen voor versterking van de dienstverlening en de marktpositie van verloskundigenpraktijken. Verloskundigen uit de praktijken die deelnemen aan de pilots geven aan behoefte te hebben aan een gedegen evaluatie van de pilots, zodat deze innovatie kan worden geoptimaliseerd en handvatten kunnen worden geboden op het gebied van organisatie, logistiek en financiën. De vraag vanuit de praktijk heeft geleid tot de volgende hoofdvraag: Onder welke voorwaarden kan het antenatale CTG in de eerste lijn worden uitgevoerd als onderdeel van kwalitatief goede en doelmatige zorg dichtbij cliënten? Het onderzoeksproject is onderverdeeld in een drietal werkpakketten 1) De pilots evalueren met kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethodes 2) Het vaststellen van voorwaarden en afspraken rondom het antenataal CTG 3) Het opstellen van een kostenanalyse en businessplan. De drie onderdelen worden samengevat in een handboek wat in samenwerking met de branchevereniging (KNOV) beschikbaar wordt gesteld aan verloskundigenpraktijken, zodat ook zij deze vorm van zorg kunnen gaan aanbieden. Het antenatale CTG in de verloskundigenpraktijk is een innovatie die bijdraagt aan continue praktijk- en kennisontwikkeling en het onderzoek hiernaar is een kans voor praktijkgericht onderzoek van Hogeschool InHolland.
In het RAAK-mkb project ‘First-time-right’ zijn diverse technieken, waaronder augmented en virtual reality, onderzocht en succesvol toegepast. Een aantal studenten is door de mogelijkheden van virtual reality gegrepen en heeft een Take-off onderzoeksvoorstel geschreven dat gericht is op een technische haalbaarheidsstudie t.b.v. het commercieel aanbieden van virtual reality technieken voor het geven van training. Bij Hogeschool Inholland geloven we sterk in de enorme potentie van augmented reality en willen onze studenten en partners in een vroeg stadium vertrouwd maken met de mogelijkheden die augmented reality biedt bij het optimaliseren van het composietproductieproces. Om dit te ondersteunen is het nodig een demo-opstelling te bouwen waar studenten, docenten, en mkb-partners kennis kunnen maken met augmented reality. Deze demo is cruciaal voor een verdere ontwikkeling van het gebruik van augmented reality in het composietonderwijs en in het mkb.